De gekkenhuizen van de culturele hoofdstad

Rijsel is een jaar lang culturele hoofdstad van Europa. Een van de grote blikvangers wordt Maisons Folie, een nieuw soort urbanisme op maat van de eenentwintigste eeuw.

A ls de term ‘Maisons Folie’ valt, kijken veel mensen al verbaasd op. Toch geen gekkenhuizen? Toch geen gekke toestanden? De term verwijst oorspronkelijk naar de lusthuizen uit de achttiende eeuw, waar vorsten en koningen graag hun feestjes bouwden.

Aan het begin van de eenentwintigste eeuw krijgen de Maisons Folie een heel andere invulling. Binnen de context van Lille 2004 spreken we over al dan niet in verval geraakte historische sites, gaande van textielfabrieken over kloosters tot gewezen brouwerijen. Lille 2004 heeft twaalf locaties, waaronder drie in België (zie kader: De Belgische inbreng), geselecteerd. Ze worden nu tegen snel tempo gerestaureerd om in de lente van 2004 als feniksen uit hun as te verrijzen. Want de ambities zijn groot: de Maisons Folie moeten culturele, maar ook sociologische en urbanistische lichtbakens zijn, die het project Lille 2004 zelfs overstijgen. De ‘huizen’ moeten volgens intendant DidierFusillier als het ware zichzelf vereeuwigen.

Democratisch urbanisme

Begin december zijn de meeste Maisons Folie nog heuse chantiers. Elk huis heeft zijn eigen charme, maar dat in de Rijselse volkswijk Wazemmes is er toch een met een strikje rond. De Rijselse gids NicolasFauquet loodst ons tussen moerassige waterpartijen doorheen de site van de oude UsinesLeclercq. In de lente van volgend jaar begint deze oude textielfabriek aan een nieuw leven. Kunstenaars van alle slag zijn welkom om hier hun ding te doen, voor even of voor langere tijd. Cultuur moet hier in al haar vormen wortel kunnen schieten. Maar ook buurtbewoners vinden hier de ruimte om hun opborrelende ideeën letterlijk onderdak te geven.

Twee jaar geleden stapten de Rijselse autoriteiten naar de bevolking met de vraag naar ideeën voor een nieuwe bestemming voor de verloederde fabriek. Het enthousiasme van de buurtbewoners deed de rest. Iemand wilde in de schaduw van de oude fabriek een collectieve groentetuin. Een ander dacht aan een zwembad of een gezellige theaterruimte. Een derde wilde de straat die de fabriek letterlijk middendoor snijdt, veranderd zien in een lange voetgangersweg die zou leiden tot in het Rijselse centrum.

Aan ideeën geen gebrek en de vele gekke hersenkronkels worden dezer dagen ingevuld op en rond de site van de Usines Leclercq. De collectieve groentetuin is in aanleg, de langgerekte verkeersvrije straat komt er en naast de oude fabriek wordt een gloednieuw theater opgetrokken. Alleen het zwembad komt er niet. Maar evenveel stemmen gingen tijdens de volksraadpleging uit naar een hamam. En die hamam krijgt de buurt wel, net als een mediatheek, op maat gesneden audiovisuele ruimtes, lokalen waar kinderen zich kunnen uitleven en nog zoveel meer. Zegt Nicolas Fauquet: “Dat is nu het typische aan de Maisons Folie. Ze staan voor een nieuw soort urbanisme. Een urbanisme dat wortel schiet aan de basis en oren heeft naar wat de mensen op het terrein vinden. Geen project dus dat door een slimme architect van bovenaf wordt bedacht, maar waarin weinigen zich herkennen. De Maisons Folie zijn perfecte voorbeelden van een welbegrepen democratie. De ideeën borrelen aan de basis en de architect en een hele buurt schikken er hun plannen naar.”

Over de grenzen

Het siert de initiatiefnemers van Lille 2004 dat ze hun project niet eenzijdig hebben ingevuld, zoals in andere culturele hoofdsteden wél is gebeurd.

De Noord-Fransen weten beter dan wie ook dat de grens altijd nabij is en ze hebben dan ook de deuren letterlijk opengegooid. Als er in en rond Rijsel Maisons Folie te vinden waren, dan toch zeker ook in het naburige Vlaanderen en Wallonië? Kortrijk, Doornik en Bergen lieten zich niet pramen en haakten graag hun wagonnetje vast aan het Franse treintje. De openingsceremonie van Lille 2004 op 6 december was in ieder geval een wervelend spektakel met sneltreinallures.

De filosofie van de Maisons Folie – hoe maak je in en rond een verpauperde site een levendige verzamelplaats voor kunstenaars én bewoners? – vinden we ook integraal terug in de Belgische steden. Zo wil de Kortrijkse burgemeester StefaanDeClerck ( CD&V), zelf een cultuurminnaar, wat doen aan het gebrek aan interne dynamiek in bepaalde Kortrijkse wijken. Het BudaEiland, waar de burgervader zélf woont, is zo’n wijk. In de jaren zeventig en tachtig leek op Buda – een schiereiland midden in de stad in de schaduw van de Broeltorens, Kortrijks middeleeuwse ‘twintowers’ – alles te veranderen in goud. De aanwezigheid van het toen nog vrij nieuwe en vernieuwende cinemacomplex Pentascoop ( Kinepolis) was daar zeker niet vreemd aan. Ook toen was de roep om een verloederde volkswijk nieuw leven in te blazen, groot. Vandaag is die roep er opnieuw na een passage à vide van ruim tien jaar. Het grote cinemagebeuren verhuisde midden de jaren negentig naar de rand van Kortrijk en het bruisende nachtlawaai van weleer verstomde.

Nu is er het project Maisons Folie om de hele Budawijk een nieuw en tweede naoorlogse leven te bezorgen. Het échte Maison Folie staat als een vuurtoren midden op het schiereiland: de TackToren. De gewezen brouwerij werd helemaal gerenoveerd en geeft vandaag al onderdak aan tal van verenigingen die bezig zijn met ‘schone kunsten’. De kunstenaars mopperen niet. Nu moet de hele buurt nog tot leven worden gewekt.

Ook hier aan ideeën – zowel van kunstenaars als vanuit de wijk – geen gebrek. Ze vinden dezer dagen allemaal hun weg naar het Kortrijkse stadhuis, waar inmiddels een intendant rondloopt die alles in goede banen moet leiden. Rond de Tack Toren moet cultuur wortel kunnen schieten met goedkeuring van het volk. Elk Maison Folie heeft de uitgesproken ambitie om via stadskernvernieuwing aan kruisbestuiving te doen. Kruisbestuiving tussen de modale burger en de dromerige kunstenaar. Als ze elkaar op een of andere manier kunnen vinden, wordt iedereen daar ook beter van. Niet gek, die Maisons Folie.

Voer voor sociologen

Over enkele jaren kunnen in deze nieuwe volkswijken ongetwijfeld sociologen en psychologen aan het werk om er boeiend materiaal te verzamelen. In tijden waar het individualisme hoogtij viert, wil Lille 2004 met zijn Maisons Folie zowaar collectieve belangen verzoenen met de ‘allerindividueelste uitdrukking van het allerindividueelste talent’. Historische sites krijgen een nieuwe bestemming als agora voor het volk of als cultuurtempel voor creaties. En alles mag – of beter moet – naadloos door elkaar kunnen lopen. “Les Maisons Folie moeten dan ook in de eerste plaats heuse ontmoetingsplaatsen worden, waar opnieuw kan geleefd worden in de meest brede zin van het woord,” zegt Nicolas Fauquet.

Karel Cambien

Elk Maison Folie heeft de ambitie om via stadskernvernieuwing aan kruisbestuiving te doen tussen de modale burger en de dromerige kunstenaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content