De fles is de boodschap
Vorige week nam het Wetterse kunststoffenbedrijf Resilux de PET-flessenfabrikant Altoplast/Claropac over. De Zwitsers, bekend om hun recycleerbare PET-flessen, krijgen een sleutelrol in de expansiestrategie van Resilux. Maar zorgen ze ook voor een herstel van de beurskoers?
Hochfelden (Zwitserland).
Wegens hevige sneeuwval ontmoetten we Hermann Neugebauer in Hochfelden, op een boogscheut van Zürich. Daar ligt één van de drie productiesites van het kunststoffenbedrijf Altoplast/Claropac. Sedert vorige week donderdag zijn het nieuwe vestigingen van de Belgische PET-specialist Resilux. De betaalde prijs blijft geheim, al wil het Wetterse bedrijf wel kwijt dat het de transactie volledig financiert vanuit zijn cashpositie.
Het hoofdkwartier van de nieuwe Zwitserse dochter situeert zich in Netstal, enkele uren hogerop in de dichtgesneeuwde Alpen. Dat stadje met 1500 inwoners blijkt zowat het industriële hart van het dunbevolkte Zwitserse kanton Glarus. De regio, die minder bekend is als toeristische trekpleister, herbergt relatief grote bedrijven als Mannesmann Maschinenbau, en vestigingen van Eternit en de wasmachineproducent Electrolux. “Industriële ontwikkeling ligt in Zwitserland niet voor de hand,” grinnikt Hermann Neugebauer. “Sommige Zwitsers beschouwen industrie eerder als een stoorzender dan als een werkverschaffer.”
Altoplast/Claropac is een jonge onderneming met 85 werknemers. De PET-specialist zag pas in 1992 het levenslicht en was tot voor de overname volledig in familiale handen. Omdat het pionierde met meerlagige polyethyleentereftalaat (PET) heeft het bedrijf – dat een omzet haalt van circa 1 miljard frank – een dijk van een reputatie.
De sector van de PET-flessen is kapitaalintensief: één productielijn kost ongeveer 120 miljoen frank. Bovendien is ook deze industrietak onderhevig aan tendensen zoals schaalvergroting en concentratie (zie kader: Oude bekenden). Zegt Neugebauer: “Wij beseften dat we een partner nodig hadden. Toch wilden we niet met iedereen scheepgaan. Wij zochten een onderneming die ons inzake materiaalaankoop en marketingaanpak een meerwaarde kon bieden. Bovendien moest de overnemer interesse hebben in de Zwitserse markt en hier willen produceren.”
Toen Resilux in januari 2000 de acquisitie aankondigde, reageerde de beurs lauw. Nochtans beschouwt Dirk De Cuyper, gedelegeerd bestuurder van Resilux, de overname als essentieel in de expansiestrategie van de Belgische PET-flessenproducent. “Altoplast/Claropac beschikt over een enorme knowhow,” zo stelt hij. “Bovendien heeft het bedrijf een sterke positie in een grote markt als Duitsland.”
Tijdens het boekjaar 1998-1999 haalde Resilux een omzet van 2,1 miljard frank. Door de overname zou de PET-groep uit Wetteren zijn omzet in één klap met een kleine 50% verhogen. Toch is volgens De Cuyper de omzet geen goede parameter om de activiteiten van Resilux te beoordelen.
“We zijn gevoelig voor grondstofprijzen,” zegt hij. “Eventuele prijsschommelingen rekenen we door aan onze klanten. Daarom is de evolutie van de cashflow en de toegevoegde waarde een betere barometer voor onze prestaties.” Bij Resilux schommelde de nettocashflow vorig boekjaar rond 420 miljoen frank. Altoplast/Claropac haalt naar schatting ruim 150 miljoen frank.
De waarde
van de overname ligt evenwel op een strategisch niveau. Het productengamma van de Zwitserse groep bevat meerlagige preforms voor herbruikbare flessen. Deze Mehrwegflaschen worden na gebruik tientallen keren gewassen. Daarom moeten ze aan hogere kwaliteitseisen voldoen dan de eenlagige preforms die Resilux maakt. Bovendien laat de meerlagige PET-techniek toe tot 40% gerecycleerd materiaal te gebruiken. Gezien de toenemende aandacht voor het milieu is deze competentie zeker een troef.
Het gebruik van gerecycleerd materiaal is echter niet de enige reden waarom de verworven multilayerknowhow een pluspunt is. Tot vandaag worden PET-flessen in de eerste plaats gebruikt voor de verpakking van frisdranken. Bier en alcoholhoudende vloeistoffen leverden moeilijkheden op omdat de zuurstofbarrière de vloeistoffen onvoldoende afschermde en dus de houdbaarheid ondermijnde. Altoplast ontwikkelde een techniek die PET met nylon combineert en zo het shelf life van de PET-flessen met 26 weken verlengt. Dat opent perspectieven. Bovendien schakelt ook de markt van semifarmaceutische producten, zoals hygiënisch mondwater, hierop over.
Dat je bier kan verpakken in PET is onvoldoende reden voor de drankenproducenten om over te stappen naar PET. Nochtans verkoopt bijvoorbeeld Heineken zijn exportbier al in PET-flesjes. Zij zien voordelen op het vlak van transport: de lading wordt lichter en minder breekbaar. Neugebauer ziet de troeven ook op marketingvlak: “Bierflesjes in verschillende vormen en kleuren worden mogelijk en zijn dus aantrekkelijk als alternatief voor blikjes. PET vormen en kleuren is goedkoper dan aan glas een speciale vorm of kleur geven. Bovendien is het energieverbruik gunstiger. Om glas te blazen moet je opwarmen tot 1200 °C, voor PET slechts tot 450 °C.”
Resilux had voor de acquisitie al drie productievestigingen: het hoofdkwartier in Wetteren waar 65 mensen werken, een fabriek in Spanje met 28 werknemers en een dochter in Rusland met 25 werknemers. In de filosofie van Resilux moet iedere productievestiging telkens een gebied met een diameter van 2000 kilometer beleveren: Spanje is er voor Zuid-Europa, België belevert het Noordwesten, Rusland draait voor Oost-Europa. De Cuyper is er trouwens trots op dat ondanks de economische crisis in Rusland – een markt van 250 miljoen consumenten – de vestiging in Kostroma rendabel kon blijven. Daarvoor haalt hij twee redenen aan. “Onze grootste klanten waren lokale frisdrankproducenten. Die bleven verder produceren. Wij hebben vandaag zelfs plannen voor een tweede productielijn in Rusland. Russen kopen tegenwoordig Russische producten. Onze Russische fabriek bedient trouwens niet alleen Rusland, maar ook landen als Polen en Hongarije.”
De overname
in Zwitserland vult een leemte in het verkoopnet dat Resilux over Europa spant. Zegt De Cuyper. “Bovendien is Zwitserland geen lid van de Europese Unie. Daardoor kunnen we in het verre Oosten nog PET-grondstoffen inkopen tegen interessante voorwaarden. De EU heft daarop immers een fikse importbelasting.”
Die geografische versterking is vooral van belang gezien de nabijheid van de Zuid-Duitse markt waar Altoplast/Claropac al goede contacten had. “Dat is zowat het Europese bronnenmekka,” zegt De Cuyper. Duitsland was een moeilijke markt omdat 70% van de markt is gebaseerd op herbruikbare flessen. “De acquisitie is daarom essentieel. Zonder die technologie kom je er niet aan de bak,” beklemtoont De Cuyper. “Bovendien hebben we nu een uitgebreider productengamma, wat onze flexibiliteit verhoogt. We kunnen nu ook volledig uitgeblazen flessen aanbieden terwijl we voorheen alleen in preforms actief waren.”
De omschakeling naar PET als verpakkingsmateriaal is in Europa volop aan de gang. Maar Resilux levert zijn preforms – 98% is voor de export – zowat over de hele wereld. “Dankzij de nabijheid van de Antwerpse haven zijn de verschepingsmogelijkheden schitterend,” aldus De Cuyper. “PET is nog altijd geen mature markt,” zegt hij. “Bovendien is er nog geografische uitbreiding mogelijk. Zo zijn we ook bezig met het opzetten van een vestiging in Griekenland.”
Aanvankelijk haalde Resilux vooral klanten in het segment van de koolzuurhoudende softdrinks. Vandaag maakt dat segment nog 70% uit van de omzet. Daarna sloeg de PET-microbe over op de minerale waters, die vandaag ruim 15% van de omzet uitmaken. Intussen spelen ook voedingsproducten als maïsolie en ketchup mee (10%) en recentelijk boorde Resilux het segment aan van de detergenten.
De spectaculaire groei
die het bedrijf totnogtoe kende, werd nog geremd omdat de afzet van water en softdrinks seizoensgebonden is en afhankelijk blijft van het weer. Flessen voor producten als maïsolie, detergenten en schoonheidsproducten moeten deze seizoenspieken uitvlakken.
Totnogtoe zocht Resilux zijn klanten niet in de eerste plaats onder de multinationals. Strategisch is dat aan het veranderen. “Dat had te maken met de spreiding van het risico,” vertelt Dirk De Cuyper. “Wij wilden niet afhankelijk zijn van één grote klant. Ondertussen hebben we de kritische grootte bereikt om op een gezonde basis met multinationals te onderhandelen.”
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier