DE EXPANSIEDRIFT VAN RWE

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Uitvalsbasis Ruhr.

RWE AG was vorig jaar nog een typisch Duits industrieel conglomeraat, zeven divisies rijk. Op het hoofdkwartier in Essen in het Ruhrgebied beheerde men energie, mijnbouw, petroleum en chemie, afvalverwerking, machinebouw, telecom en bouw. Het geheel zorgde voor een omzet van 1550 miljard frank, zette ruim 155.000 mensen aan het werk en leverde 47 miljard frank nettowinst op.

De complexe structuur zonder strategische keuzes kon de beleggers echter niet langer behagen. RWE koos resoluut voor energie. RWE Energie beheert voortaan alle energie en nutsbelangen. De participaties in de bouw ( Hochtief) en in de drukpersenbouwer Heidelberg staan in de boeken als louter financiële belangen. De telecompoot werd al verkocht. RWE maakte deze keuze, niet alleen omdat energie van oudsher de kernactiviteit is van RWE – energie en nutsdiensten zorgen samen voor 90% van de winst en 70% van de omzet – RWE dient de energiepoot ook voor te bereiden op de concurrentieslag in de Europese energiesector.

“Er zullen enkele grote Europese energiespelers overblijven. RWE wil in Duitsland nummer één blijven en in Europa bij de eerste drie horen,” verklaart Erik Walner, woordvoerder van RWE Energie (zie grafiek: Europese reuzen).

De fusie tussen de Duitse concurrenten Veba en Viag bracht de koppositie op de Duitse elektriciteitsmarkt in het gedrang – RWE verkocht vorig jaar 168 TWh elektriciteit, goed voor een marktaandeel van 15%. RWE counterde door buur VEW, de Duitse nummer zes in elektriciteit, over te nemen. Op de Europese energiemarkt moet RWE vandaag tevreden zijn met een marktaandeel van 2,4%. Te weinig. RWE wil tegen 2010 10% tot 15% van de Europese energiemarkt veroveren. Energy Group moet op de Belgische markt die doelstelling waarmaken. De Belgische markt is voor RWE vooral interessant omwille van de vele industriële klanten.

RWE kan het strijdtoneel betreden met een ijzersterke balans – het resultaat van een jarenlang conservatief financieel beleid. De schuldgraad bedraagt 12%, terwijl de financiële activa goed zijn voor 16 miljard euro. De oorlogskas van RWE is voldoende gevuld om de komende tien jaar voor 25 tot 30 miljard euro te spenderen aan overnames. “Iedereen praat met iedereen,” zo luidt het in Essen. Hardnekkige geruchten zijn er vooral rond de overname van het Spaanse Iberdrola. Een grote slag zal in elk geval niet zo lang op zich laten wachten, zeker mochten Suez Lyonnaise des Eaux en Veba-Viag de handen in elkaar slaan. Intussen praat RWE ook met Vivendi over een alliantie in de watersector. Prioritair voor RWE is echter het stroomlijnen van de nieuwe structuur en de inpassing van VEW. Met de Duitse mededingingsautoriteiten moet er trouwens nog flink onderhandeld worden.

RWE wil wat graag een hogere beurskoers, om overnames met eigen aandelen goedkoper te financieren en om buiten bereik van jagers te blijven. In het achterhoofd van RWE speelt ook wat buur Mannesmann uit Düsseldorf overkwam. Mannesmann ontpopte zich tot een Europese telecomspeler en werd prompt overgenomen door Vodafone. Wie RWE wil overnemen, moet van het kaliber TotalFinaElf of Shell zijn. Zulke giganten zouden wel eens hun energieportefeuille willen uitbouwen en diversifiëren.

De uitbouw van een multi-utility/multi-eneryg groep is de strategie van de grote energiegroepen. De grote klant wil één energie- en nutsleverancier. RWE mist in dit kader nog een stevige gaspoot. Daar staat tegenover dat RWE het merendeel van de nodige brandstof voor de elektriciteitsopwekking, bruinkool, zelf ontgint en zich zo dus ingedekt ziet tegen stijgende grondstofprijzen. De inzet van bruinkool én kernenergie (voor 20%) is wel niet van dien aard om in te spelen op de groeiende vraag naar groene energie.

Bruinkool en kernenergie hebben dan weer het grote voordeel dat, eens de baisisinvesteringen betaald zijn, ze goedkoop elektriciteit leveren, zodat RWE met scherpe prijzen de concurrentie kan aanvallen. RWE heeft ervaring in dat spel. De liberalisering van de Duitse elektriciteitsmarkt in april 1998 kelderde de elektriciteitsprijzen met gemiddeld 30%. De elektriciteitsverkoop van RWE steeg in volume, maar daalde in omzet. Ook de halfjaarlijkse winst ging 11% achteruit. Dat kwam ook omdat RWE, net als elk bedrijf dat lang in een afgeschermde markt kon opereren, nog wat overgewicht torst. RWE wil 10.000 jobs schrappen, via natuurlijke afvloeiing, om de marges te beschermen.

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content