De ene besmetting is de andere niet
Een griepbesmetting die zich vanuit een ontluikende markt naar de rest van de wereld verspreidt, staat volop in de belangstelling. De financiële pandemie die eind 2008 vanuit de VS naar zowat alle ontluikende markten oversloeg, krijgt vandaag even minder aandacht. Toch zijn er opvallende gelijkenissen: de snelle verspreiding van beide virussen is een neveneffect van de toegenomen globalisering. Dit zal in de toekomst nog meer voorkomen.
Een nieuwe griepvariant begon de afgelopen weken aan zijn wereldtournee. Voorlopig is het nog onduidelijk of de ziekte zich zal kunnen spiegelen aan de Spaanse griep. Die eiste tussen 1918 en 1920 tussen 70 en 100 miljoen doden, dubbel zoveel als het volledige dodental van de Eerste Wereldoorlog.
Globalisering werkt de verspreiding van deze infectieziektes in de hand. Stijgende inkomens en dalende prijzen voor transport hebben vliegreizen voor veel meer mensen bereikbaar gemaakt. Ook de mogelijke infectieziektes kunnen op die manier vaker en sneller wat van de wereld zien.
De snelheid waarmee de varkensgriep de wereld veroverde, is de beste illustratie van de globalisering van de wereldeconomie: vandaag in Mexico, morgen in Nieuw-Zeeland en overmorgen in Denemarken. Ook toegenomen urbanisatie, waarbij mensen het platteland verlaten voor de stad (of van het platteland een stad maken), versnelt de verspreiding van virussen. De aanwezigheid van veel mensen op een kleine oppervlakte biedt virussen een supersnelweg. Onze moderne levensstijl vergemakkelijkt de verspreiding van infectieziektes, maar ook de bestrijding ervan. De wetenschap boekte sinds de Spaanse griep grote vooruitgang en de grotere kennis over de transmissie van ziektes, ruime beschikbaarheid van virusremmers en grotere persoonlijke hygiëne zouden het makkelijker moeten maken om de dodelijke gevolgen in te dijken.
Ook financiële besmetting is een neveneffect van de globalisering. Terwijl de varkensgriep vanuit een ontluikende markt oversloeg naar geïndustrialiseerde landen, ontstond de financiële griep in de Verenigde Staten. Van daaruit heeft ze razendsnel de ontluikende markten aangetast. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt: ook bij de val van het Amerikaanse hefboomfonds LTCM in 1998 en het uit elkaar spatten van de dotcom-zeepbel in 2000 verspreidde de financiële griep zich snel naar ontluikende markten.
Toen in het vierde kwartaal van afgelopen jaar de spanningen in het westerse financiële banksysteem razendsnel opliepen, sloegen ook in de ontluikende markten alle manometers tegelijk tilt. Zowel de snelheid van de verspreiding als de ernst van de symptomen maakt dat we kunnen spreken van een financiële pandemie. Om de financiële griep in de ontluikende markten beter in kaart te kunnen brengen, groepeerde het IMF een set van vijf symptomen tot één financiële koortsthermometer (zie grafiek). De symptomen zijn: een verzwakking van de munt; oplopende financieringskosten van de overheid tegenover die van ontwikkelde markten; een grote gevoeligheid van de banksector voor beurschommelingen; dalende beurzen en oplopende volatiliteit op de aandelenbeurzen.
Zowel financieel als commercieel zijn ontluikende markten de afgelopen twintig jaar steeds meer verweven geraakt met ontwikkelde markten. Een vertraging van de uitvoer naar geïndustrialiseerde landen, het terugtrekken van investeringen en het inperken van kredietverlening door westerse banken kunnen de financiële gezondheid van ontluikende markten in een mum van tijd aantasten. Landen met een slechte budgettaire conditie of met een onevenwichtige handelspositie zijn bovendien kwetsbaarder voor een besmetting en blijven langer ziek. Tegen het virus helpt alleen maar internationale samenwerking en coördinatie. Onder meer het beschikbaar stellen van financiering tegen soepele voorwaarden en overleg en samenwerking tussen de betrokken crisislanden en de belangrijkste betrokken geïndustrialiseerde landen kunnen zoden aan de dijk zetten.
Door de toegenomen globalisering kunnen zowel menselijke als financiële griep zich makkelijker verspreiden. De kans is dus groot dat we vaker met beide soorten epidemieën zullen worden geconfronteerd. Alleen wanneer de wereld zou bestaan uit kleine en onafhankelijke Robinson Crusoe-economieën, zouden we dit kunnen vermijden. Geen kans op besmetting, geen pandemie maar ook geen handel en dus veel minder welvaart.
We kunnen dan ook maar beter leren leven met een wereld waarin kleine of grote uitbraken van besmettingen vaker zullen voorkomen en bereiden ons best voor met internationale plannen om de regionale of wereldwijde gevolgen in te kunnen dijken. Voor besmettingen die per definitie geen grenzen kennen, kan alleen een grensoverschrijdende therapie doeltreffend zijn. (T)
DE AUTEUR IS ECONOOM.
Peter De Keyzer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier