DE EILANDMANAGER
In een gesprek met een journalist van de Financial Times liet Richard Sykes zich eens ontvallen dat hij ervan droomde alleen op een eiland te wonen. Wanneer de voorman van de Britse farmacombinatie Glaxo Wellcome begin volgende week voor drie dagen in Brussel neerstrijkt, zal die droom verder weg zijn dan ooit. Maandenlang heeft het personeel van het Belgische filiaal van Glaxo Wellcome hemel en aarde bewogen om het de desert island manager naar zijn zin te maken, maar een eilandbezoek zit er heus niet in. Wel : een tête-à-tête op koninklijk niveau, gesprekken met de ministers Elio Di Rupo (PS) en Magda De Galan (PS), bezoekjes aan Belgische onderzoekers en een rondetafel met journalisten. Sykes zal er zijn visie over de farmaceutische industrie in de 21ste eeuw uiteenzetten. Als auteur van meer dan honderd wetenschappelijke publicaties, topwetenschapper en dito manager, houder ook van een reeks eigen farmapatenten zal Sir Richard (zoals de Britse pers hem gemeenzaam noemt) ongetwijfeld voldoende gespreksstof bieden.
Met een omzetcijfer van 500 miljard frank, een jaarlijks O&O-budget van 50 miljard frank en een wereldwijde marktimpact van 5,8 % is Glaxo Wellcome nog altijd de nummer één in de sector. Dat het zover kwam, is nooit het werk van één man, maar toch : Richard Sykes heeft zwaar zijn stempel gezet op de grootste fusie ooit in de farmawereld. In 1994 was hij amper zes maanden CEO van Glaxo, of op een bedrijfsseminarie in Venetië liet hij zijn hele entourage bijna uit de gondel vallen met zijn gedurfde vlucht vooruit : Glaxo zou er goed aan doen een partner van kaliber ten huwelijk te vragen. Zijn uitspraak was wel overwogen : in de lente van 1995 zag Glaxo Wellcome al het levenslicht. Drie jaar later en 7000 ontslagen verder beschouwen sectoranalisten en professoren de Glaxo Wellcome-deal nog steeds als hét grote voorbeeld van een geslaagde fusie. Sir Richard heeft daar zo zijn opinie over : het is slechts één etappe van een veel langere reis. En over die verdwenen jobs is Sykes nog nuchterder : “Ik kan geen bedrijf leiden op basis van wat de anderen over mij denken. Als manager moet ik alleen maar doen wat goed is voor de onderneming.”
Richard Sykes is een pleitbezorger van fundamentele research. Alleen Onderzoek & Ontwikkeling kan volgens hem leiden tot nieuwe producten, tot de zo begeerde blockbusters, tot de noodzakelijke return on investment en dus ook tot wetenschappelijke en maatschappelijke vooruitgang. In de visie van Sykes moet die cirkel helemaal dicht zijn, zoniet kennen we de volgende eeuw de dictatuur van de generieke geneesmiddelen. “En dat zal onvermijdelijk gepaard gaan met een grote stilstand,” aldus Sykes. “Daarom moeten de echte farmabedrijven hun krachten bundelen met de academische wereld, de klinische geneeskunde en de biotechnologen.”
Met dit soort uitspraken toont Richard Sykes zijn echte ik. Hij is een curiosum in een wereld waar de managers bijna steevast juristen, economisten of handelsingenieurs zijn. Niet zo Sykes, die in zijn jeugdjaren een diepgewortelde liefde voor het laboratorium ontdekte, en zich daarin universitair vervolmaakte met een doctoraat in de microbiële biochemie en een doctoraat in de wetenschappen. De keuze voor die richtingen was niet bepaald een verrassing. Het feit dat een zogezegd middelmatig begaafde jongen het zo ver bracht, deed wél even opkijken. Ook dat typeert de 55-jarige Britse manager helemaal : hij zweert het voorspelbare graag af.
Toen hij in 1972 als jonge vorser aan de slag kon bij de onderzoeksploeg van Glaxo, leek zijn verdere loopbaan definitief uitgestippeld. Niets was minder waar : in 1977 liet hij de toen nog ietsje te grijze Britse maatschappij en zijn te karige loon achter zich en verhuisde met zijn vrouw Janet (een chemicus) en hun twee kinderen naar de VS, waar een beter inkomen en opnieuw een researchjob op hem wachtte bij het prestigieuze Squibb Institute for Medical Research (Princeton). Gelouterd door een Amerikaanse ervaring, kon hij in 1986 opnieuw aan de slag bij… datzelfde Glaxo, waar hem vervolgens een blitscarrière wachtte. De voorbije jaren combineerde hij er het onmogelijke ( chairman én chief executive), nu is hij officieel chairman van Glaxo Wellcome.
Zoals vele Britten trotseert hij elke morgen de A40-autoweg om van zijn woning in Chalfont St. Giles naar het centrum van Londen te rijden. In de vroegere kantoren van Saatchi & Saatchi, vlakbij Picadilly Circus, betrekt hij een kantoor dat door insiders als “pretentieloos” wordt bestempeld. Zijn businessfilosofie staat in het teken van het no pain, no gain-principe (vrij vertaald : je moet vechten voor je brokken). Sykes weet verduiveld goed wat dat betekent : bij Glaxo heeft hij een kaskraker als Zantac hét middel tegen maagzweren in huis, maar het patent verstrijkt in meer en meer landen. Sykes zag bij zijn aantreden dat dit een achillespees kon worden, en hij kwam meteen op voor een beduidend grotere portefeuillemix, onder meer door de intrede van Wellcome. Sykes drukt bijzonder complexe zaken graag kort maar krachtig uit : “Ook na Zantac is er leven.”
Sir Richard geeft toe dat hij een workaholic is, die zelfs vanuit zijn vakantieoorden businessgericht bezig blijft. Hij ziet er, ondanks zijn 55 jaar, heel monter uit, maar ook heel Brits uit : afgemeten maatpakken, een ietwat uit de mode geraakte brilmontuur en een John Major-haarsnit. Als de Britse pers over hem schrijft, wordt verwijzend naar zijn loon steevast de term 1 million pound-manager bovengehaald. Met het flegma hem eigen gaat hij zorgeloos voorbij aan dat ene weetje, omdat “zaken als onderzoek nu eenmaal zoveel belangrijker zijn in het leven.” Maar journalisten die met hem over een eilandbezoek praten, mogen rekenen op leuke kopij. Of dat geen asociaal gedrag zou zijn, zo’n Robinson Crusoë-avontuur ? Neen, weet Sykes, want dan zou een nog veel betere decision maker recht staan. En wat hij dan wel zou meenemen naar dat eiland ? Een reeks cd’s van Brahms, goede wijn ( Brunello) en goede boeken. Ziezo. Nu nog de droom waarmaken.
KAREL CAMBIEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier