De economische mensenhandelaar
Of het gerenommeerde luxepassagiersschip SS Delphine op 18 september opnieuw het decor wordt voor de feestdag van de Vlaamse Club van Monaco is nog niet zeker. Wel zeker is dat eigenaar Jacques Bruynooghe (61) nog maar weinig plezier heeft beleefd aan zijn boot. Het zag er nochtans veelbelovend uit, die septemberdag in 2003. Prinses Stéphanie van Monaco had speciaal haar witte smoking uit de kast gehaald om het 85-jarige stoomjacht in de haven van Monaco te verwelkomen. Het zegt iets over het schip, én over de relaties van Jacques Bruynooghe natuurlijk. Maar de Delphine heet dan ook een nautisch paleis te zijn, door jeanskoning Jacques Bruynooghe volledig gerenoveerd voor 30 miljoen euro. En net die renovatie bezorgt Bruynooghe nu nachtmerries.
Volgens het Brugse gerecht is Jacques Bruynooghe een ‘economische mensenhandelaar’. Een juridische term die nooit eerder werd toegepast, volgens zijn advocaat Philippe Vandromme. Het verhaal leest sappig weg, maar kan in zijn essentie herleid worden tot een juridische discussie. Zijn mensen die op een boot aan het werk zijn (renovatie in dit geval) arbeiders of matrozen? De arbeidswet is van een heel andere orde voor deze categorieën. Dat is de inzet van de rechtzaak die door het Brugse gerecht werd aangespannen tegen Jacques Bruynooghe en een rist aannemers die aan de slag waren voor hem. Bruynooghe wordt verweten dat hij goedkope Litouwse arbeidskrachten in ongezonde en onmenselijke arbeidsomstandigheden heeft geëxploiteerd voor de renovatie in Zeebrugge. Bruynooghe en zijn advocaat reageerden onthutst op deze aantijgingen en zeiden ze te kunnen weerleggen.
De Litouwers werden via een uitzendbureau – gespecialiseerd in de zeevaardij – en met de nodige documenten naar hier gehaald wegens hun expertise in de mechaniek van stoomschepen. “Ze werden betaald en gehuisvest volgens de geldende internationale bepalingen voor scheepsbemanningen,” maakt Bruynooghe zich sterk. Dat bewijsmateriaal maakte blijkbaar weinig indruk, want Bruynooghe werd veroordeeld tot een boete van 7337 euro, een verbeurdverklaring van 700.000 euro – de winst door met goedkope arbeidskrachten te werken – en een voorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden. Volgens de rechtbank was de Delphine tijdens de renovatie geen schip maar een werf. Wat volgens Bruynooghe door de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) dan weer wordt tegengesproken, want zij aanvaarden het nultarief voor de btw in plaats van 21 %. Aan de telefoon vanuit Tunesië, waar hij resideert en de kern van zijn textielimperium JB Fashion zit, klinkt Jacques Bruynooghe boos en aangeslagen. Niet het geld zit de vermogende zakenman dwars, maar het etiket mensenhandelaar ligt hem bijzonder zwaar op de maag. Hij werkt voor Amerikaanse concerns als Levi’s, die niet lachen om zulke veroordelingen. “Gelukkig kennen ze mij al jaren en weten ze ook wel dat ik geen mensenhandelaar ben. Ik ga dan ook tot het uiterste om dit onrecht te bestrijden,” zegt Bruynooghe vastberaden. Advocaat Vandromme tekende afgelopen vrijdag beroep aan.
Maar de zakenman heeft de schijn tegen. In mei 1998 kreeg hij al eens een aanvaring met het gerecht toen de sociale inspectie tijdens renovatiewerken aan zijn kasteel in Wannegem-Lede illegale Litouwers als bouwvakkers aantrof. “Niet ík had die mensen daar aangesteld, maar een onderaannemer. Dat is later ook zo gebleken op het proces,” aldus Bruynooghe. Ook zijn luchtvaartmaatschappij Tubelair, opgericht begin jaren negentig, kreeg af te rekenen met het gerecht. Tubelair transporteerde wekelijks veertig ton textiel tussen Oostende en Monastir (Tunesië). “Maar toen er één dakpan van een huis vloog, stond Oostende op zijn kop. Voor mij hoefde het allemaal niet meer, ik heb de maatschappij meteen opgedoekt.” Even later moest hij zich verantwoorden tegenover het gerecht voor het niet betalen van invoerrechten op zijn collectie Amerikaanse wagens. “Het parket stelde een minnelijke schikking voor van 19.800 euro. Anders zou het tot een rechtzaak komen die mij een boete van 100.000 euro zou opleveren, zo dreigde de BBI. Ik stond recht in mijn schoenen en ging de confrontatie aan. Net voor het tot een proces kwam, liet de BBI de klacht varen omdat mijn zaak anders een precedent zou scheppen. De 11 % invoertaks die de Belgische staat heft op wagens uit Amerika is namelijk onwettelijk.” Jacques Bruynooghe vermoedt dat daar de kiem ligt van de gerechtelijke soap rond zijn persoon. “Ze willen mij pakken. Alle elementen zijn daar goed voor. Vandaag ben ik een mensenhandelaar, morgen misschien een financier van Al Qaeda,” fulmineert de West-Vlaming.
Zijn roots liggen in Roeselare, waar hij een riante villa heeft vlakbij het provinciedomein Sterrebos. Daniël Denys, voormalig burgemeester van Roeselare, kent Bruynooghe “van zien”. “Hoe ik mij hem herinner? Klein van gestalte en dat compenseerde hij door een hard optreden. Hij is een doorzetter die weet wat hij wil.” Aannemer Willy Olivier van Olivier Construct die JB Motorsport overnam van Bruynooghe kan enkel zijn respect voor de zakenman Bruynooghe uitspreken. “Een correct mens in woord en daad. Spijtig dat hij op deze manier wordt aangepakt. Een berisping was voldoende geweest.”
Vader Bruynooghe werkte bij Picanol, waar de jonge Jacques ook eerst aan de slag ging. Maar al vlug wou hij op eigen benen staan. Hij maakte fortuin met zijn jeansfabrieken en week al in 1977 uit naar Tunesië. Aangetrokken door het gunstige fiscale regime, daar doet hij helemaal niet geheimzinnig over. “Hier ben ik een gerespecteerde zakenman, die ruim 5000 mensen tewerkstelt. Wat zou ik me inlaten met mensenhandel?”
Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier