DE ECONOMISCHE HITTEGOLF IS OOK VOORBIJ
De beurzen hebben verbazend kalm gereageerd op het uitbarsten van het conflict tussen Israël en Hezbollah in Libanon. Beleggers bleven doof voor het kanongebulder in het Midden-Oosten omdat het werd overstemd door enkele uitspraken van Ben Bernanke, de nieuwe leadzanger van de Amerikaanse Centrale Bank. Bernankes woorden klonken inderdaad als muziek in de oren van de beleggers: het vooruitzicht dat er een einde komt aan de renteverhogingen van de centrale bank. En dus herstelden de beurzen wat van de klappen in de lente.
Beurs als barometer. De beurs moet worden gezien als een gigantische barometer. Maar dan één met meer voorspellende kracht, want ze wil enkele maanden vooruitlopen op het conjunctuurklimaat. Soms vergissen de aandelenmarkten zich, en dan wordt er scherp gereageerd op onverwacht onweer of onverwacht mooi weer. Dan corrigeert de beurs in het ene geval, of is er een rally in het andere geval. De gewone dagelijkse schommelingen van de beursbarometer zijn beperkt, meestal tot goed een percent per dag. Onverwachte reacties doen de dagbewegingen dan toenemen, beleggers spreken dan van verhoogde volatiliteit. Dat gebeurt vooral bij grote kantelpunten in het economische klimaat.
Schematisch kunnen we de interactie tussen de beurs en de economische cyclus (of conjunctuur) het best weergeven met twee golven, waarvan de ene vooruitloopt op de andere (zie grafiek). Merk op dat de beurscyclus vooruitloopt op de conjunctuur. Elk conjunctuurseizoen heeft ook zijn typische karakteristieken. De stipjes tonen aan waar we ons waarschijnlijk momenteel bevinden in de beurs- en conjunctuurcyclus. Vandaag zit de economie aan het einde van de hoogconjunctuur en is de conjunctuur dus laatcyclisch. Het is een periode die typisch wordt gekenmerkt door correcties.
Technologie zingt de blues. Binnen de beurs zijn er groepen van aandelen die de verandering van de cyclus sneller voelen dan andere. We kunnen spreken van leidende, gelijklopende en achteroplopende sectoren. Vooral de eerste interesseren ons uiteraard. Technologie en transport zijn twee typische voorbeelden. Zo kwam de pakjesdienst UPS vorige week uit met slechte cijfers en vooruitzichten; het aandeel kelderde. De voorbode van een groeivertraging die ook in andere sectoren zal worden gevoeld.
Eigenlijk was de technologiesector de echte kanarie in de koolmijn: deze sector sloeg als eerste alarm over een nakende groeivertraging. Al in het eerste kwartaal van dit jaar meldde Intel een minder gunstige omgeving. De halfgeleidergigant verloor sinds begin dit jaar al 30 % van zijn waarde. Computerreus Dell volgde en kreeg hetzelfde beurstarief gepresenteerd. Maar ook andere technologiebedrijven zoals Yahoo! en Amazon gingen fors achteruit wegens mindere vooruitzichten. Het is opvallend dat de bedrijven uit de zogenaamde nieuwe economie veel conjunctuurgevoeliger zijn. Technologieaandelen en vooral halfgeleiders zitten al in de laatste fase van de cyclus, en beginnen rekening te houden met een sterke groeivertraging. Daar klinkt dus een soort technoblues… Andere sectoren zitten nu ook op de neerwaartse glijbaan naar een groeivertraging: de bouwondernemingen in de VS en de distributiesector bijvoorbeeld (Wal-Mart).
Mooie liedjes duren niet lang. De Amerikaanse beurs steunt vandaag op twee sectoren: maar liefst 70 % van de winsten in het tweede kwartaal werd ongeveer evenredig door energiebedrijven en financiële instellingen gegenereerd. De beurs lijkt niet duur, want de veelgebruikte koers-winstratio is vandaag eerder gemiddeld in vergelijking met haar historische normen. De beurs is echter kwetsbaar voor neerwaartse bijstellingen van de historisch erg hoge bedrijfswinsten. Een forse neerwaartse winstevolutie – iets wat vaak samengaat met een groeivertraging – werd nog niet ingecalculeerd.
Als het schema van de grafiek klopt, dan is het nog te vroeg om nu al volop in de beurs te investeren. Dat sluit evenwel niet uit dat sommige sectoren al dichter bij de bodem zijn. De halfgeleiders in de VS houden vandaag bijvoorbeeld al rekening met een zachte landing (of milde recessie) van de Amerikaanse consument. Maar gek genoeg staan op dezelfde beurs aandelen waar voor diezelfde Amerikaanse consument een rooskleurig scenario wordt ingeprijsd.
Aandelenbeleggers leggen vandaag de dure olie en de geopolitieke spanningen gemakkelijk naast zich neer. De wereldeconomie steunde sinds 11 september 2001 echter op drie pijlers: goedkoop geld, de Amerikaanse consument en de groeiende vraag vanuit China. De twee eerste steunpilaren wankelen. De eerste minister van China, Wen Jiabao, kondigde vorige week krachtige maatregelen aan om de Chinese economie af te koelen. Als al die koudefronten samenvallen, zou het einde van de hittegolf wel eens kunnen eindigen met een fiks onweer, in plaats van de verhoopte zachte afkoeling.
De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer. Reacties: visienoels@trends.be
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier