De economische gids van de koning
De Chinese havenstad Sjanghai heeft de grootste concentratie Belgische bedrijven in Azië: 185 investeringen (al zijn daar enkele dubbeltellingen bij van onder meer Bekaert en Picanol met verschillende bedrijven in de regio). “Ik heb hier veel persoonlijke contacten gehad met Belgische en internationale ondernemers,” vertelt Marc Mullie, consul-generaal, vanuit zijn standplaats Sjanghai. Of hij daarom gevraagd werd om vanaf oktober 2006 het nieuwe Economisch, Sociaal en Cultureel Departement van het koninklijk paleis te leiden? Hij lacht. Diplomaten zijn discreet. Ook de persadviseur van de koning, Michel Malherbe, ontwijkt de vraag: “De koning kiest zelf zijn medewerkers.”
Wellicht heeft een geslaagd staatsbezoek van Albert II aan China in 2005 meegespeeld. In ondernemerskringen wordt Mullie ervaren als kordaat en efficiënt, tekenend voor een nieuwe lichting diplomaten. Waar Mullie nog enigszins van afwijkt, omdat hij zijn loopbaan in de privésector begon. Begin jaren tachtig stapte de jonge jurist in de textielwereld als adviseur bij de Belgische textielfederatie Febeltex. Vervolgens negotieerde hij in Vietnam steenkoolcontracten voor World Resources (De Kegel en Mornie-Hoebeke uit het Aalsterse). In 1988 kwam hij terecht in de diplomatie, na een korte periode bij UNHCR, het VN-commissariaat voor de vluchtelingen. Terwijl Mullie in Vietnam ladingen steenkool voor Europa kocht, bleven boatpeople aanspoelen in Hongkong. Dat dreef hem naar UNHCR, wat vervolgens de weg effende naar een diplomatieke carrière. “Ik zocht al langer een internationale uitweg.”
Behalve zijn eerste diplomatieke post als eerste secretaris in Damascus, die hij typeert als “politiek interessant” omwille van de eerste Golfoorlog, waren zijn latere standplaatsen (Seoel, Kuala Lumpur en vooral Sjanghai) hoofdzakelijk economisch gekleurd. Tussen 1994 en 1997 begonnen de Zuid-Koreaanse chaebols, de Samsungs en LG’s, aan hun internationale expansie. Mullie woog in Seoel op twee belangrijke dossiers: het naar Limburg halen van Hyundai’s Europese distributiecentrum en een assemblagefabriek voor graafmachines, in nauw contact met de dynamische Vlaamse investeringsprospector voor Azië, Ben De Smit (nu Flanders Investment & Trade), en het helpen neerhalen van Koreaanse invoerbarrières voor Belgische voedingswaren. Maleisië was al even interessant om mee te maken hoe premier Mohammad Mahathir, in volle financiële Aziëcrisis, tegen de adviezen van het Internationaal Monetair Fonds in de Maleisische banken op eigen kracht saneerde.
Die internationale economische ervaring gaf Mullie mogelijk het beste profiel om op het paleis een autonoom nieuw economisch departement vorm te geven. De meeste diplomaten verwerven bilaterale of multilaterale expertise (bij klassieke internationale organisaties als de Navo, VN, in Wenen of bij Europa). Vóór zijn vertrek naar Sjanghai in september 2003, was Mullie ook als adviseur en adjunct-kabinetschef van toenmalig minister van Buitenlandse Handel Annemie Neyts (VLD) betrokken bij bedrijfsmateries zoals exportfinanciering en Delcrederedossiers. En bij het op de sporen zetten van de regionalisering van de buitenlandse handel met bevoegdheidsverdelingen tussen het nieuwe Agentschap voor de Buitenlandse Handel van prins Filip en de regionale exportpromotiediensten.
Wanneer hij op 1 oktober 2006 in het paleis van Brussel intrekt, zal de 47-jarige Gentenaar de gemiddelde leeftijd van het koninklijk huis mee naar beneden trekken. Behalve een verjonging van zijn kaderpersoneel krijgt de NV/SA Paleis een meer afgevlakte structuur, minder piramidaal. “Gemodelleerd naar een moderne kmo, zeg maar,” schetst Michel Malherbe. De vier koninklijke ‘huizen’ (het kabinet van de koning, de diensten van de grootmaarschalk, de civiele lijst en het militaire huis) worden inhoudelijk herschikt. De functie van grootmaarschalk verdwijnt en zijn protocollaire taken worden met de economische adviseursfuncties opgedeeld in twee afzonderlijke departementen, waarvan Marc Mullie het nieuwe Economisch, Sociaal en Cultureel Departement leidt. Zo ontstaan zeven evenwaardige departementen. “Zonder dat het aantal personeelsleden stijgt,” beklemtoont Malherbe.
Een dertigtal kaderleden managet het hele paleis (de diensten van de koning, prins Filip, prinses Astrid en koningin Fabiola). De meeste topfuncties worden ingevuld door beroepsdiplomaten, militairen en topfunctionarissen uit de federale overheidsdiensten Economie en Financiën. Marc Mullie wordt ook nog secretaris van het directiecomité, een nieuwe functie, waardoor hij de onderlinge coördinatie tussen de verschillende paleisdiensten (wat tot nu vrij informeel gebeurde) beter kan stroomlijnen. Behalve het voorbereiden en begeleiden van bedrijfsbezoeken door de vorst, zal hij in die hoedanigheid volgend jaar, ter gelegenheid van de nationale feestdag, wellicht mee input kunnen geven aan de organisatie van de feestelijkheden van 21 juli (waar vooral Binnenlandse Zaken en Defensie hun stempel op drukken). Als hoofd van het Economisch, Sociaal en Cultureel Departement kijkt Mullie nu al uit naar Europalia 2009, wanneer China gastland zal zijn.
MARC MULLIE
– Diplomaat.
– Is consul-generaal in Sjanghai.
-Wordt hoofd van het Economisch, Sociaal en Cultureel Departement en secretaris van het directiecomité van het koninklijk paleis.
– Was actief in de privésector.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier