De economische gevolgen van terreur

Het gebruikelijke economische spel met belastingen, uitgaven en rentetarieven zal in 2002 van weinig nut zijn. Het gaat om vertrouwen.

Veel hangt af van het feit of er nog meer grote aanvallen op Amerika en zijn bondgenoten zullen volgen. De materiële gevolgen van terroristische acties doen niet ter zake: zelfs de verschrikkelijke vernieling in Manhattan was minuscuul vergeleken met de totaliteit van Amerika’s economische bezittingen. Waar het om draait, is vertrouwen _ Amerika’s grootste economische zwakke plek. Zelfs toen vorig jaar de productiegroei afnam, de aandelenmarkten inzakten en de hoop van de legendarische nieuwe economie vervloog, bleef het winkelpubliek in de Verenigde Staten geld uitgeven. Dat was genoeg, of liever gezegd net genoeg, om de economie gaande te houden. De aanvallen op New York en Washington raakten een vertragende, worstelende economie waar deze het kwetsbaarst was.

Als het geweld van 11 september eenmalig is, kunnen de Verenigde Staten en hun handelspartners, met enig geluk, hopen dat de groei snel terugkeert, zelfs als (of vooral als) de initiële productiedaling ernstig is. Als de zaken zo lopen, dan zullen de mensen worden verrast door de veerkracht van de economie, net zoals na vorige economische omslagen. Sommige van de stimuleringsmaatregelen die het Congres en de Amerikaanse centrale bank ( Federal Reserve, kortweg Fed) nu hebben gepland, zullen te ver gaan, net zoals het vieren van de financiële beleidsteugels na de aandelenmarktcrash in 1987. Maar als er meer grote aanvallen volgen, zal alles veranderen: het vertrouwensverlies zal groter zijn en langer duren.

Het belangrijkste instrumentarium voor een economisch beleid zal in 2002 derhalve niet bestaan uit belastingen of overheidsuitgaven, en ook niet uit rentetarieven, maar uit de stappen die Amerika en zijn bondgenoten in eigen land en daarbuiten ondernemen om terrorisme te bestrijden. Als deze maatregelen mislukken, zal men met het begrotings- en monetair beleid niet in staat zijn veel aan de hieruit voortvloeiende vertrouwenscrisis te doen. Als ze succesvol zijn, zullen ingrijpende veranderingen in het begrotings- en monetaire beleid niet nodig zijn. Deze herdefiniëring van ‘economisch beleid’ in 2002 _ waardoor de conventionele expertise van economen bijna overbodig zou worden _ is slechts een van de wijzen waarop de wereld na 11 september is veranderd.

Het gaat vanzelf

De reactie van de Amerikaanse Fed en andere monetaire autoriteiten in de wereld bestaat uit de verlaging van de rentetarieven, wat goed is. Inzake begrotingsbeleid worden momenteel fouten gemaakt. Het belangrijkste is om de zogeheten automatische stabilisatoren hun werk te laten doen. (Naarmate de economische groei vertraagt, slinken de belastinginkomsten en gaan de overheidsuitgaven omhoog, waardoor, afhankelijk van de situatie, een begrotingsoverschot automatisch vermindert of een begrotingstekort toeneemt.) De juiste aanpak is om dit te laten gebeuren, zelfs als dit een breuk zou betekenen met de mooi lijkende regels van een voorzichtig begrotingsbeleid die in Groot-Brittannië in zwang zijn geraakt, waar de Britse minister van Financiën hoog opgeeft van zijn “gouden begrotingsnorm”. Dit is ook de juiste benadering in het eurogebied, waar belastingen en uitgaven worden geregeerd door het onverstandige Stabiliteitspact.

Het neutraliseren van de automatische stabilisatoren zou één vergissing zijn. Maar veel verder gaan dan de stabilisatoren gewoon hun werk te laten doen, zoals Amerika zal doen, met grote nieuwe uitgavenprogramma’s en belastingverlagingen, is ook nauwelijks aan te bevelen. De invloed op korte termijn zal hoe dan ook gering zijn: het duurt enige tijd voordat uitgaven op gang komen, en lagere belastingen zullen de bestedingen niet stimuleren wanneer er sprake is van ingezakt vertrouwen. Op de lange termijn zullen dergelijke maatregelen óf hun doel voorbijschieten (als het vertrouwen permanent is geschaad) óf overbodig zijn (als het vertrouwen zich herstelt). Amerika beschikt over veel geld om uit te geven, en hoewel het uitgeven ervan geen grote schade zal toebrengen, zal het ook weinig helpen. De frontlinie in de strijd tegen de economische gevolgen van de oorlog tegen terrorisme zal niet door ministeries van Financiën worden gevormd maar door het vertrouwen van het publiek.

Clive Crook

De auteur is plaatsvervangend hoofdredacteur van The Economist.

[2002]

De frontlinie in de strijd tegen de economische gevolgen van de oorlog wordt gevormd door het vertrouwen van het publiek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content