De dollar is dood, leve de dollar
China maakt zich zorgen over de waarde van de dollar. De VS verzekeren dat zij een kredietwaardige natie zijn en zullen blijven. Wie dit twintig jaar geleden las, dacht sciencefiction te lezen. Wie dit over twintig jaar leest, leest over een kantelmoment waarop de VS definitief hun economische leiderschap verloren. Het debat over de Amerikaanse dollar als wereldwijde reservemunt maakt de inzet duidelijk. De dollar was en is de wereldwijde transactiemunt en reservemunt bij uitstek. Eind 2008 werd 64 procent van de wereldwijde deviezenreserves aangehouden in dollar, 27 procent in euro en 4 procent in Britse pond. Van alle wisseltransacties die plaatsvinden, is de dollar in maar liefst 86 procent van de gevallen een van de geruilde munten. De heropbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog met Amerikaanse hulp, het verval van het Britse imperium, het verdwijnen van het Bretton-Woodssysteem en de ideologische rol van de VS tijdens de Koude Oorlog hebben bijgedragen tot het succes van de dollar. Dat biedt de VS een groot voordeel: als reservemunt wordt de dollar altijd en overal aanvaard.
Op die manier kan het land al zijn schulden probleemloos en goedkoop in de eigen munt uitgeven. Ziedaar het grootste risico voor de buitenlandse kopers van die schuld. Stel dat de VS vanaf morgen een inflatie van 10 procent tolereren in plaats van een van nauwelijks 2 à 3 procent. Hogere inflatie betekent een snellere (nominale) stijging van overheidsinkomsten en vergemakkelijkt de terugbetaling van de dollarschulden. Hogere inflatie betekent ook een zwakkere munt en dus een meer competitieve uitvoersector. Buitenlandse investeerders en handelspartners worden echter in een fors goedkopere munt terugbetaald en worden zo de facto bestolen. Dat is het scenario waar een land als China voor vreest. Na de uitvoergeleide groei de afgelopen jaren zit het land vandaag op een berg buitenlandse reserves ter waarde van miljarden dollars. Als de dollar plots zou verzwakken, daalt de koopkracht van hun buitenlandse reserves. Het Amerikaanse beleid stelt het vertrouwen van het buitenland dan ook behoorlijk op de proef. Volgens het Congressional Budget Office (het Amerikaanse rekenhof) loopt het overheidstekort dit jaar op tot 13 procent van het bbp ofwel 1850 miljard dollar. Zelfs in 2019 – het einde van de voorspellingshorizon – ziet het nog een tekort op de begroting. Op dat moment zal de Amerikaanse overheidsschuld maar liefst 82 procent bedragen, exact een verdubbeling tegenover het niveau van 2008. Elke eerstejaarsstudent economie kan uitleggen dat dit leidt tot hogere inflatie, een zwakkere munt en een vertrouwensverlies op de obligatiemarkt. Reden te over waarom sommigen zich niet alleen vragen stellen bij de toekomstige waarde van de dollar maar ook bij zijn status als reservemunt. De huidige status als reservemunt komt niet zomaar uit de lucht gevallen. De afgelopen 70 jaar is de VS zowel militair, diplomatiek, economisch, ideologisch, cultureel en financieel een toonaangevende speler geweest. Kortom: een hegemonie. Het is echter allesbehalve zeker dat ze de volgende 70 jaar die rol op dezelfde manier zullen kunnen blijven vervullen. De economische schade en de kostprijs van de financiële crisis zetten een rem op hun economische slagkracht. Het gefaalde model van overdreven kredietgefinancierde groei doet de ideologische en culturele ster van de VS tanen. En de ambities van landen als onder meer China beperken de Amerikaanse militaire almacht. De aftakeling van elke hegemonie verloopt langzaam, laat staan dat er van vandaag op morgen een vervanger klaarstaat. Hoewel de Amerikaanse economie al in 1872 het Britse imperium inhaalde als grootste economie, duurde het nog tot 1945 voor de dollar ook als transactiemunt belangrijker werd dan het pond. Vandaag ondergaat de dollar hetzelfde geleidelijke lot en blijken zijn dagen als belangrijkste reservemunt langzaam geteld.
Er staat echter nog niet onmiddellijk een vervanger klaar die van vandaag op morgen dezelfde wereldwijde rol kan invullen. China heeft een tijd geleden alvast gesuggereerd dat het liever een korf van munten zou willen als universele rekeneenheid en kunstmatige reservemunt. Het blijft voorlopig vooral dat: kunstmatig en niet echt praktisch haalbaar. Sommigen stellen een nieuwe goudstandaard voor, maar dat impliceert hoe dan ook een stelsel van op termijn onstabiele vaste wisselkoersen. De euro dan maar? Hoewel de eenheidsmunt steeds meer terrein wint, heeft ook de EMU de nodige budgettaire en structurele kopzorgen. Bij gebrek aan beter, groter en stabieler, blijft de dollar voorlopig de automatische keuze. Maar laat er geen twijfel over bestaan: de dollarhegemonie is op zijn retour. De ongerustheid van China over het gevoerde Amerikaanse beleid is de eerste serieuze barst in het bouwwerk. De dag dat Saudi-Arabië zijn olieleveringen uitsluitend nog in goud, euro of renminbi betaald wil krijgen, ligt het fundament onder de dollar op de grond. (T)De auteur is econoom.
Peter De Keyzer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier