De dirigent van Microsoft
Niets, maar dan ook niets in het futuristisch ogende kantoor van Wilfried Grommen laat uitschijnen dat de Microsoft-topmanager ook in zijn vrije tijd met het dirigentenstokje zwaait. Maar dan bij het kerkkoor Cantilone. “Polyfone muziek ademt een rust uit die fel afsteekt tegen de hectiek van het zakenleven.”
Niet alle Belgen zijn slaafse volgelingen van Koning Voetbal. Zo laat Wilfried Grommen (44) dezer dagen de Wereldbeker-gekte rustig aan zich voorbijgaan. Terwijl de Gert Verheyens van deze wereld zich in het zweet werken op een Japanse grasmat, zet Grommen liever een deugddoend muziekje op. Bij voorkeur een cantate van Bach of een madrigaal van Monteverdi. Grommen, general manager van Microsofts dotNET-strategie EMEA, heeft immers een zwak voor klassieke muziek. Meer zelfs: de informaticagoeroe is in zijn schaarse vrije tijd organist en dirigent van het kerkkoor Cantilone uit Borgloon.
Nochtans is er in het strak gedesignde kantoor van Grommen niets dat laat vermoeden dat deze man in zijn vrije tijd met het dirigentenstokje zwaait. “En dat wil ik ook het liefst zo houden. Werk en privé hou ik strikt gescheiden,” waarschuwt de plichtsbewuste Limburger die als opdracht heeft de softwaregigant om te turnen tot de belangrijkste leverancier van bouwblokken voor internetdiensten. “Bovendien vind ik het niet leuk om als enige van het koor in de belangstelling te staan. De koorleden zijn immers allemaal vrienden van me die ik al jaren ken. Ik wil dat men vooral het koor leert kennen en de muziek.”
Praten over muziek of over het koor doet Grommen nochtans met zichtbaar plezier. Zelfs vlak voor een belangrijke meeting. Cantilone – en dan zeker zijn dirigent – koestert immers de stille ambitie om ooit eens een cd op te nemen. “We hebben al radiomissen gezongen. Maar tot een cd-opname is het nog nooit gekomen. Eigenlijk zouden we dat toch eens moeten doen. Want sommige programma’s zijn toch wel geslaagd, als ik zo vrij mag zijn.”
Een dirigent van zeventien
Wie daarvan de proef op de som wil nemen, moet een ommetje wagen tot in het diepe zuiden van Limburg. Tot in de parochiekerk van Borgloon om precies te zijn. Maandelijks zet het veertigkoppige amateurkoor daar immers de eucharistieviering muzikaal luister bij. En dat onder de ervaren leiding van dirigent en organist Wilfried Grommen.
De Microsoft-topman leidt het koor al vanaf zijn zeventiende. Geen wonder dat een professionele muziekcarrière zelfs even werd overwogen, ook al had Grommen senior indertijd enkele bedenkingen bij de artistieke verzuchtingen van zijn begiftigde zoon. Uiteindelijk werd Wilfried burgerlijk ingenieur aan de KU Leuven. Een mens leeft nu eenmaal niet alleen bij gratie van de muze.
Van die keuze heeft Grommen overigens weinig spijt. Opteren voor een loopbaan in de klassieke muziek houdt heel wat risico’s in. En niet alleen financieel. “Ofwel ben je echt goed als muzikant en dan ben je bijna per definitie een einzelgänger omdat je verplicht wordt voortdurend jouw excellentie waar te maken. Ofwel moet je ambitie hebben als leraar. En of dat nu precies veel artistieke voldoening schenkt, durf ik te betwijfelen. Gelukkig had ik geen van beide,” lacht hij relativerend.
Bovendien blijkt de wereld van de klassieke muziek een aanzienlijk vermolmde demi-monde. Eén waarin men elkaar nauwelijks het licht in de ogen gunt. Zo vangt Grommen tijdens concerten wel eens op wat collega-dirigenten over elkaar te melden hebben. En dat – zo weet hij ons te verzekeren – getuigt niet meteen van veel openheid, maar eerder van inherente jaloezie. Neen, dan voelt Grommen zich veel beter thuis in de bikkelharde zakenwereld, waar onderlinge concurrenten elkaar veel openlijker en flink wat minder subtiel te lijf gaan.
De rust van Vlaamse polyfonie
Wilfried Grommen laat zich op professioneel vlak vooral typeren door zijn rechtlijnige no-nonsensefilosofie. Een lijn die hij overigens ook in zijn muzikale smaak doortrekt. Zo kan hoog-romantische muziek hem maar weinig boeien. Sterker nog; van de “slijmbalmuziek” van Schubert en Wagner wordt hij horendol. Vooral wanneer overambitieuze amateurs zich wankelend aan allerlei pathetische poses en getormenteerde aria’s wagen.
Wars van alle opgezwollen pathos houdt Grommen vooral van de Vlaamse polyfonisten en uiteraard van Bach, componisten die strikt rationele muziek wisten te larderen met een spiritueel en emotioneel aura. Vooral van de openingssequens van Bachs magistrale ‘Johannes-passie’ – zijn favoriete muziekstuk – krijgt hij nog steeds de krop in de keel.
De dirigent van Cantilone waagt zich samen met zijn koor af en toe aan stukken van de Vlaamse Polyfonisten, toondichters die in de vijftiende en zestiende eeuw meerstemmige en strikt vocale muziek componeerden. “Die muziek ademt een rust uit die fel afsteekt tegen de hectiek van het zakenleven. Er zit immers geen wezenlijk ritme of exclamatio in, waardoor de tijd nagenoeg stil lijkt te staan.” Bovendien werden de polyfone composities vaak geschreven vanuit een religieuze bezieling. En ook dat kan Grommen wel bekoren. “Of je nu gelovig bent of niet,” zo verzekert hij, “je wordt gegrepen door de spirituele meerwaarde van die muziek. Ik ben zelf geen pilarenbijter, maar heb wel nood aan een zekere vorm van religie. Dat geeft diepgang in mijn leven, zoals die bezieling ook diepgang geeft aan de muziek.”
Ook het complexe, bijna mathematische spel van melodische lijnen weet hem mateloos te fascineren. Structureel denken behoort nu eenmaal tot Grommens dagelijkse takenpakket. Het lanceren van de dotNET-strategie, het opbouwen van informaticanetwerken of het organisch laten samenklinken van internationale projecten; Grommen dirigeert het polyfone kluwen met een schijnbaar elegante en trefzekere hand. “Dat abstracte denken is inderdaad iets waarmee ik zowel op professioneel als op muzikaal vlak word geconfronteerd. Het geeft je een zekere rust, maar is toch niet altijd zaligmakend. Ik vrees dat je er een stuk spontaneïteit mee inschiet en soms houdt het vaak het oprecht genieten tegen. Misschien geniet ik daarom wel meer van de rationele schoonheid die aan muziek vorm geeft.”
Geen vlucht uit de werkelijkheid
Niettemin is Grommen ervan overtuigd dat zijn melomanie allerminst kwalijke gevolgen heeft op de werkvloer. Wel integendeel. “Het zakenleven wordt steeds harder,” stelt hij. “Velen schrikken er daarom voor terug om zich voor hun hobby te engageren. Toch moet je dat gewoon durven opeisen. Die zaken werken immers verrijkend, ook binnen een bedrijf. Als iemand zijn hobby durft te verdedigen op het werk, leer je hem pas echt goed kennen en leer je ook zijn kwaliteiten volop te waarderen. Ik probeer bijvoorbeeld ook steeds mijn agenda te plannen in functie van de koorrepetities. Daar heeft niemand hier overigens problemen mee. Bij Microsoft heerst er wat dat betreft een heel open sfeer.”
De klassieke muziek is voor Grommen geen vorm van veredeld escapisme, zoals sommige droogstoppels wel eens laatdunkend durven denken. “Muziek is geen vlucht uit de werkelijkheid,” stelt Grommen beslist. “Vluchten doe je pas wanneer je je job niet langer aankunt. En dat is bij mij allerminst het geval. Integendeel, het zorgt voor een balans, een tegenwicht waardoor ik steviger en stabieler in mijn schoenen sta.”
Maar hoewel muziek een heel belangrijke rol in het leven van deze drukbezette zakenman speelt, heeft Grommen nog nooit ernstig overwogen om zijn tienerdroom – professioneel muzikant worden – alsnog te realiseren. Tekenen van een wild om zich heen slaande midlifecrisis vallen er bij deze talentvolle amateur-musicus niet te bespeuren. Daarvoor ligt zijn job bij Microsoft hem te na aan het hart.
“En bovendien,” zo voegt hij er enigszins aarzelend aan toe, “heb ik de stress die ermee gepaard gaat nodig. Je moet ook niet vergeten dat ik thuis zeven mensen te voeden heb, dus er zomaar de brui aan geven om mij op een muzikale carrière te storten, is geen optie. Misschien dat ik die mogelijkheid wel openlaat als ik na mijn vijftigste financieel binnen ben. Twintig jaar in de informaticabranche zitten, is immers sowieso een slopend bestaan.” Premier Guy Verhofstadt (VLD ), de koorknaap van de actieve welvaartsstaat, zou het moeten horen.
Dave Mestdach [{ssquf}]
“Het zakenleven wordt steeds harder. Veel mensen schrikken er daarom voor terug om zich voor hun hobby te engageren. Toch moet je dat gewoon durven opeisen.”
“Muziek is geen vlucht uit de werkelijkheid. Vluchten doe je pas wanneer je je job niet langer aankunt. En dat is bij mij allerminst het geval.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier