‘De digitale wereld zal een zegen zijn voor ons’

JONAS PRISING "Voltijdse arbeid in loondienst zal de norm blijven."
Christophe De Caevel redacteur Trends-Tendances

Jonas Prising, de grote baas van ManpowerGroup, ziet de digitale economie als een geweldige kans. Maar om de overgang succesvol te laten verlopen, moeten alle opleidingssystemen herbekeken worden, meent hij. Als we het verkeerd aanpakken, wordt het een ramp.

Elke minuut zet ManpowerGroup 348 mensen aan het werk. Het uitzendbedrijf heeft dan ook flink wat kennis over de arbeidsmarkt. CEO Jonas Prising deelt die kennis enthousiast. Hij wil zo veel mogelijk mensen ervan overtuigen dat de digitalisering van de economie veel meer reden tot hoop dan tot angst biedt. Op voorwaarde dat de werknemers, de ondernemingen en de overheden zich er ten volle voor inzetten via onderwijs en werknemersbegeleiding. Hij was in juli even in België.

Veel werknemers zijn bang dat ze door robots worden vervangen. Is die vrees gegrond?

JONAS PRISING. “Er zullen arbeidsplaatsen verdwijnen, maar ik ben een grote optimist. In 1900 waren de landbouw, de industrie en de industrie samen goed voor 70 procent van alle arbeidsplaatsen. Nu is dat nog maar 14 procent. In de meeste westerse landen is het aandeel van de industrie in de werkgelegenheid in twintig jaar gedaald van 30 naar 10 procent. Maar er zijn in andere sectoren nieuwe beroepen bij gekomen. Ik denk dat we met de digitalisering een gelijkaardige evolutie zullen doormaken en dat het allemaal positief zal uitpakken voor de economie en de mensen. Het moeilijke is de overgangsperiode. En daar zitten we nu in.

“De mensen staren zich blind op de extreemste evolutie, die van de robotisering. Bijna alle banen zullen de impact van de technologische ontwikkelingen voelen. We moeten daarom de scholing van alle werknemers naar een hoger niveau tillen. Dat is onontbeerlijk om de innovaties in het dagelijkse werk van iedereen te kunnen toepassen. Ik ben ervan overtuigd dat de toekomst een zegen zal zijn, zolang we ons er maar goed op voorbereiden.”

Maar zijn alle mensen wel in staat zich bij te scholen en die nieuwe technologieën onder de knie te krijgen?

PRISING. “Bij elke fundamentele verandering heeft een deel van de bevolking moeite zich aan te passen. Er moeten systemen komen die hen ondersteunen en de omschakeling gemakkelijker maken. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste mensen de vereiste capaciteiten hebben. Maar gezien de omvang van de transformatie zullen ze intensiever dan ooit begeleid moeten worden.”

Is het daar niet te laat voor? De digitale economie komt er niet over twintig jaar, die is er al.

PRISING. “De zaken veranderen snel, maar het is nog niet te laat. De nieuwe Franse regering van Emmanuel Macron beoogt meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt, maar wil tegelijkertijd de mensen beter laten begeleiden. De Amerikaanse president Donald Trump heeft het over workforce development of personeelsontwikkeling. Iedereen heeft de noodzaak van die begeleiding begrepen.

“Wij leggen de nadruk op het concept learnability, de capaciteit om te leren, zich bij te scholen, nieuwe bekwaamheden te verwerven. Het werk en de functies zullen veel sneller evolueren. Iedereen zal zelf zijn carrière in goede banen moeten leiden. Maar onze samenleving moet voor begeleiding zorgen. Onze onderwijssystemen zijn voor een heel andere wereld ontworpen. Dat moet allemaal opnieuw bekeken worden, zodat de mensen een reële kans krijgen om deel te nemen aan de nakende transformaties.”

Moeten mensen, gezien de snelheid van de ontwikkelingen, niet hun hele loopbaan lang worden begeleid?

PRISING. “Inderdaad, het onderwijs, de overheid en de ondernemingen moeten daarvoor samenwerken. Maar ook het individu speelt daarin een rol. Voor de mensen die de automatisering verwerpen, die de mondialisering van de handel verwerpen en die weigeren deel te nemen aan de overgang zal het inderdaad slecht uitpakken.”

We zullen ons dus onophoudelijk moeten bijscholen. Tegelijkertijd zijn er steeds minder garanties op werk met langlopende contracten. De mensen werken meer en meer met tijdelijke contracten en op freelancebasis. Staan die twee evoluties niet lijnrecht tegenover elkaar?

PRISING. “Ze zijn in elk geval met elkaar verbonden. Je loopbaan hangt almaar meer af van je vermogen en je bereidheid nieuwe bekwaamheden te verwerven. Het wordt ook riskant ervan uit te gaan dat je veertig jaar voor hetzelfde bedrijf kan werken. Maar het klopt niet dat iedereen zich tevreden zal moeten stellen met het statuut van freelancer. Voltijdse arbeid in loondienst zal de norm blijven. We zullen voltijds werk waarschijnlijk wel anders definiëren en dat zou zeer positief zijn. Honderd jaar geleden was het normaal zeventig uur per week te werken, bijna dubbel zoveel als nu. Met de technologie van nu is het perfect mogelijk een werkweek van vier dagen te organiseren en toch een hogere productiviteit te halen dan met de huidige werkweken van 38 à 40 uur. Het is een historische ontwikkeling.

“Onze arbeidsmarkten zijn erop gericht werkzekerheid te bieden en banen tijdens de hele loopbaan veilig te stellen. Naar mijn mening is dat een vergissing in een wereld die zo vlug verandert. We moeten evolueren naar zekerheid van werkgelegenheid. De mensen zullen tijdens hun loopbaan verschillende keren van werkgever en van statuut veranderen. Je moet niet proberen die ontwikkeling af te remmen.”

Een grotere flexibiliteit in de arbeidsvoorwaarden ligt vaak moeilijk bij de vakbonden. Hoe bereik je compromissen over dat soort onderwerpen?

PRISING. “Ik zou uw vaststelling niet veralgemenen. In mijn geboorteland Zweden was de toestand van de economie aan het begin van de jaren tachtig rampzalig. Dat heeft geleid tot een gevoel van urgentie dat de vertegenwoordigers van de werknemers, de werkgevers en de overheid tot een compromis heeft gedwongen. We hebben in Duitsland hetzelfde gezien. Er zijn landen die de sprong hebben gewaagd. Ze hebben toegegeven dat ze het systeem moesten aanpassen en dat ze, in samenspraak, een deel van de sociale verworvenheden moesten herzien. Als ze dat niet deden, dan zouden hun ondernemingen in de mondiale concurrentie ten onder gaan. Ik hoop dat alle partijen hun ideologische standpunten een moment opzijzetten om de veranderingen op de arbeidsmarkt met een toekomstgerichte blik te bekijken. Je moet voor de toekomst durven te gaan, in plaats van altijd naar het verleden te kijken.”

Uit recente verkiezingen over zo’n beetje de hele wereld blijkt die toekomst felle weerstand op te roepen. Hoe krijg je de mensen mee in een toekomstgerichte en positieve beweging?

PRISING. “Het klopt dat veel landen er niet in geslaagd zijn die positieve omslag te maken. Maar andere lukt het wel. Het idee dat je de wind van de toekomst kunt tegenhouden, lijkt me niet erg realistisch. De mondialisering is een feit. De digitalisering is een feit. De veranderingen blijven versnellen. Technologie zal onze productiviteit en die van de opkomende landen beïnvloeden. Het is absoluut noodzakelijk dat we blijven samenwerken aan een toekomstvisie die voor het merendeel van de mensen zal werken. Als we dat niet doen en als te veel mensen bang blijven voor de toekomst, dan zal dat gegarandeerd tot zeer zware spanningen leiden.”

Wie kan zo’n toekomstvisie opstellen? De Europese Unie?

PRISING. “Er zijn goede signalen, zoals Emmanuel Macron. En we wachten af wat de Duitse verkiezingen in september opleveren. Politici hebben nu de kans een positieve boodschap over de Europese Unie uit te dragen. Als we alleen maar zeggen dat we lid zijn van de EU ‘omdat we geen derde wereldoorlog willen’, dan zullen we de nieuwe generaties niet echt warm kunnen maken voor de toekomst.”

Is een van de problemen van Europa niet het gebrek aan mobiliteit van de arbeid, terwijl goederen en kapitaal wel circuleren? Griekse, Italiaanse of Belgische werklozen gaan niet in Duitsland werken.

PRISING. “Zelfs in de Verenigde Staten, met hun eenheid in taal en cultuur, zijn de mensen almaar minder mobiel. De mobiliteit tussen de staten is in de voorbije 25 jaar met 75 procent afgenomen. Als we eenmaal een goed leven, vrienden en een netwerk hebben, zijn we niet zo gauw geneigd te verhuizen. Het is veeleer een structureel dan een cultureel fenomeen. De digitalisering is wat dat betreft een kans. Ze maakt het idee van centralisatie en geografische lokalisatie minder dwingend. Een deel van het werk kan op afstand gedaan worden.”

U bent in België voor de prijsuitreiking van een Europese wedstrijd voor miniondernemingen. Zijn zulke initiatieven een aardigheidje of hebben ze werkelijk nut?

PRISING. “Met zo’n initiatief kun je proberen om jongeren duidelijk te maken dat een eigen onderneming een van de mogelijkheden is om een interessant beroepsleven te hebben. In tegenstelling tot de karikatuur die er soms van gemaakt wordt, zullen we niet van een werknemerswereld naar een wereld van freelancers gaan. We verwachten veeleer een wereld van segmentatie, met loopbanen waarin we afwisselend zowel werknemer, uitzendkracht, free-lancer als ondernemer zullen zijn. Met die miniondernemingen ontdekken ze al op heel jonge leeftijd wat het betekent ondernemer te zijn. Het onderwijs moet trouwens nauwer aansluiten op de samenleving, en dit is een van de manieren om dat te bewerkstelligen.”

Christophe De Caevel

“Ik denk dat de digitalisering positief zal uitpakken voor de economie en de mensen. Het moeilijke is de overgangsperiode. En daar zitten we nu in”

“Onze onderwijssystemen zijn voor een heel andere wereld ontworpen. Dat moet allemaal opnieuw bekeken worden”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content