De deur wordt platgelopen

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Sectorgerichte portaalsites worden over een drietal jaar een courant werkinstrument, voorspellen internetwatchers Michel Bauwens en Salvino A. Salvaggio. Maar of die sites in Europese handen zullen zijn, is zeer twijfelachtig.

Nationale portaalsites, zoals AdValvas in België, moeten zo snel mogelijk een sterke financiële partner vinden of zich met andere nationale kampioenen aaneensluiten tot een echte Europese groep, vinden Michel Bauwens en Salvino A. Salvaggio, de twee internetconsultants die in juli door USWeb/CKS (Benelux) werden aangetrokken om een strategy, brand building & advertising-praktijk op te zetten.

In een nieuwe studie – op basis van hun werk voor Altavista – maken Michel Bauwens en Salvino Salvaggio de balans op van de evolutie van de “portals”, de websites die in 1994-1995 zijn begonnen als index of zoeksysteem en intussen zijn geëvolueerd naar “gezellen in het professionele en dagelijkse leven van miljoenen gebruikers”, zoals de auteurs dat lyrisch omschrijven. Portalen als Yahoo!, Excite, Altavista, NetCenter, MSN of Lycos bieden ook nieuws, gratis e-mail, praatgroepen, gratis homepagina’s, personaliseerbare interfaces en winkelmogelijkheden. Allemaal met het doel om een maximum aan kijkers zo lang mogelijk op de site te houden. De eigenlijke “inhoud” is daarbij peperduur om te creëren, maar tegelijk onverkoopbaar.

“Wat waarde creëert op internet is niet informatie, maar de aandacht van de gebruikers,” constateert Michel Bauwens. “Door de overvloed aan informatie op het Net is het niet langer mogelijk om informatie direct te verkopen, ze is gewoon een ticket om mee te mogen spelen.”

Cijfers van

Nielsen/NetRatings wijzen op een de-winnaar-neemt-alles-model, waarin enkele spelers de buit onder elkaar verdelen en de rest de kruimels laten. In juni 1999 werd volgens Nielsen/NetRatings 35% van alle surftijd doorgebracht op maar vijftig sites. Tien bestemmingen op het Net worden aangedaan door 90% van de gebruikers. En het bezoekersaantal van dergelijke portalen blijft nog groeien, signaleert Michel Bauwens, hoewel nu met een bescheidener 1 of 2% per maand in het jongste semester.

Tegelijk groeit de hoeveelheid informatie op internet zo snel dat de zoeksystemen relatief gezien almaar minder in kaart brengen. Dat versterkt de behoefte aan sites met focus: gespecialiseerd in een geografisch afgebakend gebied, een specifiek onderwerp of een bepaalde toepassing, zoals beeld of geluid (wat tussen haakjes ruimte schept voor “indexen van indexen” zoals www.clearinghouse.net, www.about.com of www.suite101.com).

Cijfers van Media Metrix tonen de groei van verschillende “verticale”, gespecialiseerde portalen (“vortalen” in het jargon), schrijven Michel Bauwens en Salvino Salvaggio. Een sleutelelement is dat het internet op het werk wordt gebruikt. Dat geeft gespecialiseerde portaalsites de kans om zakelijke elektronische bemiddelaars te worden. Volgens Forrester Research moeten ze over twee tot drie jaar zelfs in de vorm van op maat gesneden sites op het intranet van bedrijven verschijnen. Het Nasdaq-genoteerde VerticalNet.com, dat nu 47 van dergelijke vortalen uitbaat, haalde vorige week nog minstens 100 miljoen dollar op via een converteerbare obligatielening om nog verder uit te breiden.

Interessant is

dat er al firma’s zijn die de hele infrastructuur voor dergelijke vortalen kunnen leveren: software én inhoud. Bauwens en Salvaggio noemen Aeneid ( www.aeneid.com) in de hightech, financiële diensten en gezondheidszorg. In de financiële sector biedt het Belgisch-Amerikaanse S1/Fics dit aan, onder meer via akkoorden met Reuters. GartnerGroup verwacht dat er tegen eind 1999 al meer dan tienduizend dergelijke gespecialiseerde portalen zijn.

Van een vortaal naar een “digitale markt” is een kwestie van tijd, hoewel er aanzienlijke problemen zijn in het samenbrengen van kopers en verkopers in een geïntegreerd systeem (zie de e-Trends-bijlage, blz. 47). De potentiële besparingen zijn echter enorm en dat zou dergelijke digitale markten hoge marges moeten garanderen. Chemdex ( www.chemdex.com, een inkoopoplossing voor de laboratoria van de life sciences-industrie), PlasticsNet ( www.plasticsnet.com) en het recentelijk door CSC gebouwde e-Steel ( www.e-steel.com) worden tot voorbeeld gesteld.

Hoeveel omzet kan over een paar jaar via deze sites lopen? De schattingen lopen flink uiteen: Volpe Brown Whelan denkt aan een maximum van 20 miljard dollar in 2002. Bear Stearns, uitgaande van een wat uitgebreider definitie van dit soort sites, heeft het over 438 miljard dollar in 2003.

En Europa? Michel Bauwens en Salvino Salvaggio verwijzen naar de drie handicaps waarmee de Europese internetindustrie – en dus ook de portaalbouw – worstelt: de achterstand in internetgebruik, zowel door de lagere penetratie van pc’s als door de hoge lokale telecomtarieven; de fragmentering van de markt door taal- en cultuurverschillen; en ten slotte het gebrek aan concurrentiële financiering. Eén indicator vat het allemaal samen. Jupiter Communications stelt dat Amerikanen gemiddeld dertig uur per maand on line zijn, Europeanen zeven tot tien uur.

De sterke thuismarkt, de ervaring, de technologie en de enorme financiële middelen geven de Amerikaanse topsites zoals Yahoo!, MSN of Lycos een voorsprong met hun gelokaliseerde producten in Europa (zie Tweespraak met Philippe Guillanton van Yahoo! France in e-Trends, blz. 3).

Forrester Research wil de portalen van de Europese telecommaatschappijen, zoals Belcast in België (dat momenteel allianties zoekt met inhoudleveranciers), nog wel een kans geven – theoretisch beschikken zij over enorme middelen – maar gelooft niet in de onafhankelijke spelers. Over de portalen van de gratis internettoegangsleveranciers, zoals het Britse FreeServe, is het verdict nog niet gevallen. “Tachtig percent van hun klanten behoudt de instellingen van zijn home page. Dat waarborgt FreeServe een groot publiek,” zegt Michel Bauwens. Telkens zo’n klant zijn browser opstart, komt hij vanzelf terecht op het portaal van zijn leverancier. Dat leverde FreeServe alleen al in februari 60 miljoen bekeken bladzijden op. FreeServe koopt zijn inhoud in bij UK Plus, dat samen met vier andere zelfstandige nationale portalen een gemeenschappelijke reclameregie heeft opgericht, AllEurope ( www.alleurope.com). Ole ( www.ole.es) in Spanje, Virgilio ( www.virgilio.it) in Italië, UK Plus ( www.ukplus.com) in Groot-Brittannië, Web.de ( www.web.de) in Duitsland en Nomade ( www.nomade.fr) in Frankrijk haalden in juni zo 17,9 miljoen bezoekers en 116,6 miljoen bekeken bladzijden. Maar AllEurope zou moeten uitgroeien tot een echt bedrijf, met eigen financiering, vinden Michel Bauwens en Salvino Salvaggio. Alleen zo kan het de marketingimpact ontwikkelen die portaalsites nodig hebben. Een Europees initiatief – privé of publiek – om de Europese sites bijeen te brengen, zou welkom zijn, vinden de consultants. Het is trouwens opvallend dat de inheemse portalen beter weerstand bieden in Europese landen waar het internet meer is ingeburgerd, zoals Zweden.

Niet iedereen is het met hun (voor Europa) eerder pessimistische analyse eens. “Wij horen al drie jaar dat kleine spelers op de markt verdwijnen. Intussen groeien we elk jaar met meer dan 100%, hebben we een geconsolideerde omzet op groepsniveau van iets meer dan 300 miljoen frank en werken we met 75 mensen,” zegt gedelegeerd bestuurder Pieter Casneuf van AdValvas nv. Zijn firma, waarvan we geen cijfers voor 1998 hebben, houdt participaties in een tiental onafhankelijk werkende bedrijven (reclameregie BeWeb, sitebouwer Crossroads…), waarvan vooral Jobs & Career zeer succesvol is. Pieter Casneuf ontkent niet dat er met financiers wordt gepraat, maar situeert dat binnen de normale bedrijfsvoering en verzekert dat er – behalve met vreemd en eigen vermogen – ook veel uit de cashflow wordt gefinancierd. “Wij zien veel investeerders, maar wij houden de boot af,” zegt hij. “Hier staat niets te koop.”

En ook: “Wij willen ten koste van alles onafhankelijk blijven. Op termijn zal dat zeker stabiele relaties meebrengen, zowel met partners als met klanten. Wij kunnen het niet maken om afhankelijk te zijn van een medium, een telecomoperator of wat dan ook.”

BRUNO LEIJNSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content