‘De designwereld heeft geen nood aan clowns’
Met opdrachten voor het Italiaanse Cappellini, het Deense Hay en het Britse Established & Sons is Sylvain Willenz een van de meest succesvolle Belgische designers. Hij specialiseerde zich bewust in industrieel design.
Terwijl zijn tentoonstelling Glassworks de wereld rondreist, is Sylvain Willenz (34) volop bezig met de voorbereiding van het Salone del Mobile, de meest prestigieuze meubelbeurs ter wereld, in Milaan. Hij presenteert er in april onder andere nieuwe producten bij het Italiaanse Cappellini, het Japanse Karimoku, het Duitse Stattman, enkele Scandinavische merken als &Tradition en een spiksplinternieuw Nederlands merk. Niet voor niets rekent het Franse magazine Ideat hem tot de meest beloftevolle designers.
Willenz blijft er down-to-earth bij. In zijn woning annex kantoor in Anderlecht, vlak bij het Zuidstation, timmert hij aan de weg samen met zijn medewerker Valérian Goalec en zijn vriendin Johanna Van Daalen, die het accessoirelabel Claudine & Compagnie runt. Willenz specialiseerde zich in industrieel design, een bewuste keuze.
“Het contact met de bedrijven, daar draait het voor mij om. Ik geniet ervan om samen naar de beste oplossingen te zoeken, om antwoorden te vinden op de uitdagingen van deze tijd en een betere business op te zetten. In de beginjaren heb ik veel uitgeprobeerd, met producten als dr. Bamboozle en de lamp Innertube als resultaat. Hoewel ze niet erg succesvol waren, heb ik er wel enorm veel uit geleerd.”
Ook tijdens zijn opleiding aan het Royal College of Art in Londen kwamen die aspecten uitgebreid aan bod. “De school heeft niet alleen een erg internationale, maar ook een bijzonder realistische aanpak. Voor mij lag de focus van de opleidingen in België een beetje te veel op het artistieke. In Londen is er een meer commerciële dimensie, zonder dat de opleidingen echt commercieel zijn. Als student word je ook veel meer gestimuleerd om je eigen weg te vinden.”
Ook een economisch succes
Na enkele experimentele jaren zorgde de ontmoeting met Mark Holmes van Established & Sons ervoor dat het tij keerde. “Hij vond mijn Innertube interessant en ook persoonlijk klikte het. Een paar maanden later ontmoetten we elkaar opnieuw tijdens 100 % London. Ik toonde er drie projecten, waaronder mijn lamp Torch. Nog op de eerste beursdag was al een zevental producenten geïnteresseerd, onder wie Holmes.”
“Intussen zijn er wereldwijd een paar honderdduizend stuks verkocht. Dat de lamp er zo eenvoudig, maar door het materiaalgebruik toch een beetje apart uitziet, ligt volgens mij aan de basis van dat succes. Bovendien kan ze dienstdoen als de moderne variant van de klassieke luster als je een aantal lampen bundelt. Je hebt het gevoel dat je het ontwerp al gezien hebt, maar toch ook niet. Daarin schuilt net het geheim van alle grote klassieken: door hun eenvoud zijn ze zowel esthetisch als commercieel duurzaam. Daarnaast is de lamp gemakkelijk te produceren, is de prijs erg schappelijk en is ze gemakkelijk te vervangen.”
“Wat ik vooral fijn vind aan dit succesverhaal, is dat ik mijn steentje kan bijdragen aan de economie. Dankzij Torch komt er geld in roulatie en worden er jobs gecreëerd voor onder meer arbeiders, vertegenwoordigers, magazijniers, distributeurs en transporteurs. Voor mij is design veel meer dan het creëren van objecten, het is een superserieuze business die de werkgelegenheid stimuleert. Ik vind het jammer dat de media soms te veel focussen op het sterrengehalte van designers als Philippe Starck of Jaime Hayon. In ons domein hebben we geen clowns nodig, design is een serieuze aangelegenheid die een bedrijf kan herlanceren of een product opnieuw kan uitvinden.”
Ook met andere producten maakte Willenz al het verschil voor een bedrijf. “Van Freecom kreeg ik oorspronkelijk een erg strenge briefing voor de ontwikkeling van een nieuwe harde schijf, waaraan ze al bijna een jaar aan het sleutelen waren. Tot ik op een bepaald moment gezegd heb dat ik me niet kon vinden in de ontwikkeling van de zoveelste aluminium behuizing. Toen ik op de proppen kwam met mijn rubberen hoesje, ging het plots erg snel. Twee maanden later lag het product overal in de winkel, met miljoenen verkochte exemplaren en internationale prijzen zoals de Red Dot Design Award, de iF-productaward en een Henry Van de Velde Label als resultaat.”
Onlineshop als portfolio
Sinds een jaar heeft Willenz ook een onlineshop. “Het is zowel voor mij als voor de klanten fijn om rechtstreeks in contact te staan. Bovendien kan ik zo ook beter inspelen op specifieke vragen en vormt de shop een soort portfolio van mijn werk. Terwijl de website meer professionelen aantrekt, is de shop toegankelijker voor de gewone liefhebbers van design. Daarnaast wil ik ook de contacten met interieurarchitecten langs die weg uitbouwen.”
Ondanks zijn internationale successen moet Willenz telkens opnieuw op zoek naar manieren om zijn bedrijf te diversifiëren. Niet alle bedrijven zien het nut van een externe designer in of durven het risico in deze barre economische tijden te nemen. Bovendien krijgt een designer slechts een zeer beperkt deel van de opbrengst van een product en wordt er vaak aan zijn ontwerp gesleuteld. Aspecten die in de wereld van de designart, zeg maar de haute couture van de designwereld, helemaal anders zijn.
In het galerijcircuit is de designer artistiek vrijer en krijgt hij in verhouding een groter deel van de opbrengst, bijvoorbeeld met de tentoonstelling Glassworks. “Het gereputeerde glascentrum Cirva in Marseille had me al langer uitgenodigd voor een residentie, en Alexis van Victor Hunt en ik wilden graag samen iets doen. Uit die combinatie vloeiden de gelimiteerde objecten in glas waarvoor ik de technici van het Cirva tot het uiterste van hun kunnen gedreven heb. Tegelijk sluit het project door het produceren in — weliswaar zeer beperkte — serie, door het gieten in polystyreen en door het innovatieve karakter, voor mij toch aan bij mijn industrieel werk.”
ELIEN HAENTJENS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier