De coach achter de jager

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Anderhalf jaar na de overname door Industri Kapital gaat Pieters Visbedrijf – één van de weinige ondernemingen binnen de voedingsnijverheid die nog letterlijk leven van de jacht – opnieuw de acquisitietoer op. Hoe werkt het Scandinavische participatiefonds en vanwaar die toenemende belangstelling van Industri Kapital voor de Benelux?

Londen (Groot-Brittannië).

In Brettenham House, aan Waterloo Bridge langs The Thames, verwelkomen ze Vlaamse bezoekers in het Nederlands. “De Benelux vormt voor Industri Kapital (IK) de tweede belangrijkste regio, na de Scandinavische landen Zweden, Noorwegen, Finland en Denemarken.” Zo verklaart Gustav Öhman, de Zweedse directeur van Industri Kapital Ltd. (IK), eveneens in een vlekkeloos Nederlands de meertaligheid en de “aangeboren culturele openheid” van zijn investeringsfonds: “In Zweden zijn we Zweeds, in Finland Fins… in België spreken we Nederlands en Frans.”

Inmiddels uitgegroeid

tot één van de grootste Europese buy-out-fondsen, onderscheidt Industri Kapital zich van de Angelsaksische private equity-huizen door zijn sterke lokale ‘verankering’: op het Noord-Europese thuisfront werden en worden de IK-investeringsfondsen vooral gefinancierd door plaatselijke pensioenfondsen, banken en verzekeraars (later groeide ook belangstelling voor de IK-fondsen vanuit Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten). “Wij hopen dat we bij de eerstvolgende ronde – voor het Industri Kapital 2000 Fund – op wat meer enthousiasme uit België kunnen rekenen,” springt Hans Vanoorbeek bij. Toen de Vlaamse IK-partner drie jaar geleden vanuit Londen Belgische institutionele beleggers polste voor het IK 1997 Fonds, was de respons teleurstellend. Alleen de Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (Gimv), het Pensioenfonds van Tractebel en de verzekeringsmaatschappij Mercator & Noordstar stapten in IK 1997. Maar Vanoorbeek verwacht dat bij een volgende gelegenheid “minstens dubbel zoveel Belgische investeerders” zouden kunnen meedoen. “Het in België relatief jonge durfkapitaal is de voorbije jaren ingeburgerd geraakt ( nvdr – zie ook blz. 38). Je voelt het aan de toenemende concurrentie in het vak.”

Verwijzend naar Quest for Growth, Flanders Language Valley Fund, fondsen van Vlaamse universiteiten, “de Dumolins en de Desimpels”, etaleert Gustav Öhman zijn vertrouwdheid met de Belgische zakenwereld. Geregeld toeren Gustav Öhman en Hans Vanoorbeek door Vlaanderen. Discreet voeren ze er tal van “verkennende gesprekken” met Vlaamse bedrijfsleiders: “Kmo’s met een paar miljard frank omzet; de mature, potentiële doorgroeiers, die toe zijn aan defamiliarisering, professionalisering en internationalisering.”

Benelux prioritair

Industri Kapital verwierf in december 1997 de meerderheid (90%) in Pieters Visbedrijf nv uit Brugge. Met een omzet van 5,2 miljard frank is Pieters het grootste visverwerkende bedrijf van België. Naar aanleiding van de belangrijkste beurs in Europa voor de visverwerkende industrie – European Seafood Exhibition op de Brusselse Heizel – kondigt Pieters Visbedrijf deze week twee strategische overnames aan in Europa. Ze zullen de groepsomzet “met minstens 10% omhoogstuwen en een forse meerwaarde genereren voor de groep,” zegt algemeen directeur Frank Tierenteyn (zie kader: De laatste jagers).

Pieters was

via het IK 1994 Fonds de eerste Belgische acquisitie. Sinds zijn oprichting in november 1988 heeft Industri Kapital drie investeringsfondsen in het leven geroepen: na IK 1989 (voor uitsluitend Scandinavische bedrijven), richtte Industri Kapital zich met het IK 1994 Fonds prioritair op de Benelux en Duitsland. Industri Kapital heeft vandaag in Noordwest-Europa een dertigtal ondernemingen in portefeuille, goed voor een gecombineerde omzet van 170 miljard frank en 50 miljard frank eigen vermogen. De drie fondsen vertegenwoordigen samen een beheerd vermogen van 1 miljard euro (40,33 miljard frank); de Benelux neemt 30% voor zijn rekening, met zes bedrijven: de jongste in de rij was de acquisitie in februari 1999 van koekjesfabrikant Continental Bakeries, het moederbedrijf van de Belgische dochters Pirou-Wafer en Tecribel in Oostmalle. In Nederland werd vorig jaar door IK ook het incassobedrijf Intrum Justitia nv uit Amsterdam binnengehaald, dat sindsdien Assure in Gent heeft overgenomen. En in 1995 verwierf IK via het Amsterdamse expeditiebedrijf Amas bv 25% in Transmarcum uit Antwerpen en 100% van Eurohandling in Brussel.

In zijn overnamestrategie

viseert Industri Kapital bedrijfsonderdelen van multinationale ondernemingen die zich op hun kernactiviteiten terugplooien of middelgrote mature groeibedrijven. Bedoeling is ze na drie tot maximaal vijf jaar naar de beurs te brengen of te verkopen met meerwaarde. Hierbij wordt een jaarlijkse return on investment van 20% tot 25% vooropgesteld. IK heeft belangstelling voor de meest uiteenlopende industrietakken en diensten, behalve onroerend goed en hightech.

Aanvankelijk was Industri Kapital als managementvennootschap een onderdeel van de bankgroep SEB. Nadat de Zweedse bankcrisis Skandinaviska Enskilda Banken Group ertoe dwong de banden met haar Londense arm voor management buy-out door te hakken, werd Industri Kapital een autonome entiteit. Gefinancierd door Noorse en Zweedse langetermijninvesteerders als Norsk Hydro, Merita Nordbanken, Asea Brown Boveri werd Industri Kapital de belangrijkste risicokapitaalverstrekker van Scandinavië. Begin jaren negentig werd evenwel resoluut de pan-Europese kaart getrokken. “Voorzitter Björn Savén is een Zweed, de topholding is Nederlands en het juridische hoofd staat in Londen. De ploeg is samengesteld uit negen verschillende nationaliteiten en er komen, behalve de traditionele Scandinavische, steeds meer andere investeerders bij.” Gevat typeert Öhman de specificiteit van IK als “een samengaan van Amerikaans professionalisme met een Europese gevoelszin.” De meeste IK-partners deden immers ervaring op in de Verenigde Staten, komen uit een Amerikaanse zakenbank en hebben een MBA op zak. “Maar vanuit hun Europese achtergrond zijn ze gevoelig voor de culturele verschillen.”

Beslissingsmeerderheid

Gustav Öhman ziet heel wat overeenkomsten tussen Vlaamse, Deense en Duitse kmo-houders. Anders dan in Nederland is dialect er vaak nog de voertaal, wat wijst op een geslotenheid qua rekrutering. Voeg daarbij dezelfde familiale structuren met een dominante leidersfiguur en het lijkt niet vanzelfsprekend om in dit soort bedrijven binnen te stappen – nog wel met de onverholen ambitie om de beslissingsmeerderheid te verwerven. Want Industri Kapital zegt zich van andere private equity-huizen te onderscheiden door:

een actief aandeelhouderschap;

samenwerking met het bestaande management;

diepgaande analyses van de achtergrond van de onderneming en de activiteitssector.

Industri Kapitaal dringt bij participaties steevast aan op een belang van meer dan 51%, samen met een financiële inbreng van de leidinggevende personen. “Als je referentie-aandeelhouder wil zijn, moet je je verantwoordelijkheid opnemen en een actief beleid voeren. Corporate governance, deugdelijk bestuur, vinden wij erg belangrijk,” beklemtoont Hans Vanoorbeek. “Het type mature bedrijven waar IK op aast, heeft minder behoefte aan kapitaalinjecties dan aan coaching.”

In het veranderende kmo-landschap

ontwaart Gustav Öhman in Vlaanderen steeds meer familiale bedrijven die in een fase zijn aanbeland waarin ze bereid zijn een dergelijk partnership aan te gaan. “Meer dan bijvoorbeeld in Nederland, ontmoet ik in Vlaamse middelgrote bedrijven jonge, dynamische managementteams – kijk naar bedrijven als Pieters Vis, Brantano, Ontex en zo meer. Bovendien zijn ze international minded – een Duitse of een Spaanse acquisitie, het schrikt hen niet af. Voeg daarbij de taalvaardigheid en een stevige opleiding; ze zijn expansiegericht maar zonder agressiviteit. Het zijn voor IK aantrekkelijke gesprekspartners.”

Inhakend op de Vlaamse gevoeligheid stelt Vanoorbeek dat Industri Kapital dit soort bedrijven “bij voorkeur naar de lokale beurs wil begeleiden. Slechts in tweede orde zullen we een door IK geprofessionaliseerd familiaal bedrijf verkopen, indien zou blijken dat het voortbestaan ervan beter verzekerd is binnen een groter internationaal geheel. De kwaliteit van zo’n bedrijf zal echter de knowhow, kennis en tewerkstelling in Vlaanderen verankeren. Bovendien is het de bedoeling met meerwaarde te verkopen.” Daarom zegt Industri Kapital liefst zoveel mogelijk lokale investeerders bij zijn overnames te betrekken.”

ERIK BRUYLAND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content