De Chinese inhaalbeweging
Zal de omvang van de Chinese economie ooit de Amerikaanse overtreffen?
Dit magazine staat vol voorspellingen voor de korte termijn en gluurt over het hek naar het komende jaar. De Chinese leiders durven meer. Ze kijken naar de verre toekomst. In 1987 zei Deng Xiaoping, toen de hoogste leider, dat China zijn bruto binnenlands product (bbp) per inwoner in de laatste twee decennia van de twintigste eeuw zou proberen te verviervoudigen, om het daarna in de eerste dertig tot vijftig jaar van de nieuwe eeuw nog eens te verviervoudigen. Minder lang geleden, in november 2020, zei Xi Jinping dat het “heel goed mogelijk” was dat China zijn bbp tussen 2020 en 2035 zou verdubbelen. Als hij gelijk heeft, kan China de Verenigde Staten inhalen en halverwege het volgende decennium de grootste economie worden. Dat vooruitzicht maakt veel Amerikanen zenuwachtig.
Vier bedreigingen
Die voorspellingen zijn gewaagd omdat ze flagrant fout kunnen zijn. Sinds de uitspraak van Xi zijn vier bedreigingen voor de economie duidelijker geworden: de kosten van de coronabestrijding, de technologieoorlog met Amerika, de oververhitte vastgoedmarkt en de vergrijzing van de bevolking. De besmettelijkere varianten hebben een puinhoop gemaakt van het zero-covidbeleid, waardoor de doeltreffendheid afnam en de kosten opliepen. Maar China heeft weinig zin om het op te geven uit angst voor een besmettingsgolf die zijn ziekenhuizen zou overrompelen en verwoestend zou uithalen onder zijn kwetsbare oudere bevolking.
Een ander obstakel voor de opkomst van China is het concurrentiële antwoord van Amerika op de technologische ambities van het land. Er zijn eind 2022 harde exportregels uitgevaardigd die China kunnen afsnijden van geavanceerde halfgeleiders. Dat zou sommige van zijn industrieën lamleggen en het land dwingen middelen te besteden aan het kopiëren van technologieën die het niet meer kan importeren.
Een derde kwetsbaarheid zit in de teruglopende woningbouw. Er is meer dan 1,56 miljard kubieke meter aan nieuwe huizen verkocht in 2021. Dat is twaalf keer het woningarsenaal van Manhattan. Veel economen denken dat daarmee de piek in de Chinese vastgoedmarkt bereikt is.
Het faillissement van de grote vastgoedontwikkelaar Evergrande eind 2021 was een symptoom van de komende problemen. In 2022 hinderden financiële zorgen de bouw en gaven ze huizenkopers een ongemakkelijk gevoel. De verkoop daalde met 27 procent in de eerste helft van 2022 vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Zelfs als het vertrouwen van de kopers nieuw leven wordt ingeblazen, zal hun aantal het komende decennium slinken omdat de verstedelijking vertraagt en de bevolkingscurve piekt.
De demografische piek is eerder bereikt dan verwacht. De VN verwachtten aan het begin van de jaren negentig dat China nu een bevolking van 1,51 miljard zou hebben. Maar het heeft bijna 100 miljoen inwoners minder. De VN denken nu dat China’s werkende bevolking met 10 procent kan afnemen tegen 2035 en met bijna 30 procent tegen 2050.
Il sorpasso
De afnemende groei van China en zijn snel toenemende vergrijzing hebben nieuwe twijfels gezaaid over zijn economische lot. Die trends hebben ook het moment uitgesteld waarop China naar verwachting de grootste economie wordt. Sommigen denken nu dat die dag nooit zal komen. Toen het regime van Nikita Chroesjtsjov verklaarde dat zijn generatie Sovjetburgers onder het volledig gerealiseerde communisme zouden leven, grapte een speechschrijver dat die slogan “nog eeuwen zou meegaan”. De Sovjets waren nog twintig jaar verwijderd van het arbeidersparadijs en zouden dat altijd blijven. Een vergelijkbaar gevoel wordt nu geuit over China: het is tien tot vijftien jaar verwijderd van het inhalen van Amerika – en zal dat altijd blijven.
Als China dat niet rond 2030 realiseert, zal het nooit gebeuren, volgens het consultancybureau Capital Economics. Volgens één scenario kan het bbp van China dat van Amerika begin de jaren 2030 inhalen – wat voorspellers van een hausse gelijk geeft – om vervolgens weer achterop te raken als het arbeidspotentieel krimpt – wat voorspellers van een baisse gelijk geeft. Mark Williams van Capital Economics vergelijkt het met de tijdelijke inhaalbeweging van Italië tegenover Groot-Brittannië in 1987 die bekendstaat als ‘il sorpasso‘. Een korte sorpasso voor China zou “het prettigste” zijn, zegt hij spottend. “Iedereen krijgt gelijk.”
De auteur is redacteur Chinese economie van The Economist in Hongkong
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier