De bouwmeesters

Een Vlaamse start-up wil het maatwerk uit de bancaire informatica halen.

Productiestraten, componenten, testsystemen… In zijn Mechelse kantoren zet Business Architects International (BAI) zich op als een fabriek. Het product is een halffabrikaat. Geen staal of plastic, maar software. Componenten. Doelgroep zijn banken, verzekeraars en retailers die financiële diensten willen aanbieden. BAI belooft ze een snellere reactietijd, een kortere time to market dankzij informaticasystemen die als bouwblokken in elkaar kunnen worden gezet en waarbij – na een aanloopperiode – 80% van de functionaliteit kant-en-klaar kan worden gekocht. De bouwstenen moeten komen van BAI’s software factory. “We zijn puur een product company, geen automatiseringsbedrijf,” onderstreept managing director Franky Van Damme, die tot november 1997 in België gedelegeerd bestuurder was van Philips’ automatiseringsdochter Origin.

De financiële sector

is rijp voor componentware. Banken bekijken hun bedrijfsmodel van de grond af opnieuw. Van Damme: “Vijf of tien jaar geleden was het een competitief voordeel dat de lokale kantoordirecteur iedereen kende. Nu zoeken de banken andere manieren om hun klanten te identificeren. Maar om de ideale klantengroep op te sporen heb je generieke databases nodig die over al uw bankproducten lopen, zodat je een profiel kan opstellen.” Director of operations Ronny Schenkels van BAI, verwijzend naar de overvloed aan data warehouse-projecten bij de financiële instellingen: “Het profiel van de klant is de sleutel. Daarmee kan je aan cross selling doen, de relatie met die klant uitbreiden, pro-actief aan marketing doen.”

Een corporate database voor klanten en prospecten wordt dan ook de eersteling in de ComponentBanker productfamilie, die BAI wil bouwen met zijn moderne ontwikkelingsmethode, speciaal gericht op herbruikbare componenten. Na de database komen kredieten, deposito’s, risk management en horizontale componenten zoals veiligheidsbeheer. Schenkels: “Per industrie gaan we basisfunctionaliteiten vastleggen.” Functies als portefeuille, dossier, rekening worden gemodelleerd en in de software factory omgezet in componenten. Door een rigiede methodiek en vooral door het vastleggen van procedures om zijn componenten automatisch te testen, denkt BAI 40% efficiënter te kunnen werken dan de huidige systeemhuizen. Naar de producten die al een sterke positie hebben in de markt – boekhoudtoepassingen, de Enterprise Resource Planning-pakketten van SAP en dergelijke – wil BAI interfaces bouwen.

Maatwerk is out

Een ambitieus plan, vindt Dirk De Beule, een voormalig partner in de Zaventemse bancaire softwarefabrikant FICS en nu gedelegeerd bestuurder van de Diegemse start-up Financial Architects nv. De naamgelijkenis met Business Architects is toevallig, maar niet willekeurig. Ook Financial Architects denkt in termen van integratie en bouwen van componenten. Franky Van Damme van BAI schuift een technologie-evolutiemodel van Gartner Group over de tafel. “De markt wordt er rijp voor. Kopers aanvaarden dat je op basis van herbruikbare componenten softwareoplossingen begint te bouwen. Volgens Gartner doet in 2001 niemand nog maatwerk zonder eerst bepaalde componenten te kopen,” zegt hij. Ook in het buitenland gaan softwarehuizen deze toer op: Business Components International uit Nederland, of de reuzen Baan en SAP, wier volgende release geheel op componenten zal zijn gebaseerd.

“Er zijn nu ook de standaarden,” zegt Ronny Schenkels, verwijzend naar modellen als Corba – met IBM, Oracle, Sun – of COM ( Microsoft) die maken dat componenten die met verschillende tools zijn gebouwd, toch met elkaar kunnen praten.

Nettowinst van 25% van de omzet

Ambitieus is BAI in elk geval. Het business plan voorziet tegen eind 2002 meer dan 500 miljoen frank omzet, een “significant” aandeel in de Europese markt voor financiële software en een leidinggevende positie in de Benelux. De nagestreefde rendabiliteit is niet min: “We willen een nettowinst na belastingen van 25% over de omzet. Dat heb je nodig om constant te kunnen innoveren,” zegt Franky Van Damme.

BAI, nu negen mensen, wil eind dit jaar ruim dertig werknemers hebben en een kleine honderd tegen eind 2002. Erkent Van Damme: “Om die mensen aan te trekken, moet je iets bieden. Zij moeten kunnen delen in het succes van de company. En vandaag worden wij gebeld door mensen van automatiseringsbedrijven, van verzekeringen, van banken. Mensen die eens willen komen kijken wat we aan het doen zijn. Als ze het verhaal horen, zijn ze erdoor gebeten. We kopen ze ook niet weg, we bieden een gelijkwaardig pakket. Maar hier kunnen ze zich mee identificeren.”

Schenkels: “Onze kracht zit in goede modellen, modellen die doordat ze getoetst zijn aan verschillende banken heel generiek zijn.” Die cruciale modelleringscapaciteit – die het bedrijf ook afzonderlijk wil verkopen – wil BAI bereiken op drie manieren: door experts uit de sector aan te trekken en die te organiseren per bedrijfsproces (kredieten, deposito’s…), door de componenten te ontwikkelen in interactieve sessies met zijn experts en de klanten ( joint application development) en door co-investors te zoeken. Van Damme: “Eigenlijk is zo’n co-investor een eerste klant, die als testcase wil fungeren.” In ruil krijgt hij een goedkope maatontwikkeling, het competitieve voordeel van de technologie en een stuk van de royalty’s achteraf. De eerste co-investor, die deels ook mee zal bepalen in welke volgorde de componenten worden ontwikkeld, is nog niet gevonden. Dat is volgens Van Damme geen punt. “Als we die tussen dit en drie maanden niet hebben, vinden we ook geen klanten,” zegt hij sober. “Maar wij zijn nagenoeg zeker. Voor een middelgrote bank, die geen miljarden aan informatica spendeert, is zo’n gezamenlijke ontwikkeling een gigantisch voordeel.” Al geeft hij grijnzend toe dat dergelijke middenmoters de jongste tijd niet zo dik meer lopen in de Benelux.

“Dit jaar voorzien we bitter weinig omzet, alleen een beetje in het laatste kwartaal,” geeft Franky Van Damme toe. Maar in 2000 en 2001 moet telkens ongeveer 400 miljoen worden gedraaid. In 2001 – geen expansiejaar – zal via partnerships met integratoren de basis voor de Europese distributie worden gelegd. Een job waar marketingdirecteur Jan Galicia naar uitkijkt.

Aan de horizon wenkt een beursintroductie – na 2002. Zegt Van Damme: . “Het moeten niet altijd Nederlanders, Amerikanen of Duitsers zijn die het maken.”

BRUNO LEIJNSE