De borstelkoning van Europa
CARL DECOOPMAN 56 jaar.
Zet zijn bedrijf dat schoonmaakborstels maakt (marktleider in Europa) in de etalage.
Wil in juni met een “Vlaamse overnameoplossing voor de dag komen die kapitaalversterkend zal werken.”
Sluipt het Balta-spook nog altijd door het Vlaamse bedrijfsleven? Het aantal ondernemers dat – naar aanleiding van de verkoop van de West-Vlaamse vloerbekledingsgroep – zichzelf en de toekomst van hun bedrijf in vraag durft te stellen, neemt volgens ingewijden almaar toe. Carl Decoopman van het Izegemse familiebedrijf PDC Brush hoort nu ook thuis in dat kransje van ondernemers-eigenaars.
Decoopman is 56, heeft zijn nichebedrijf (dat schoonmaakborstels en een hele resem afgeleide producten maakt) gekatapulteerd naar de nummer één plaats in Europa, maar zet zijn onderneming nu in de etalage. Verbijsterend en ontluisterend? Of minder dan de goegemeente geneigd is te denken?
De no-nonsense manager uit Ingelmunster heeft alvast zijn verklaring klaar: “Ik heb drie dochters, maar geen opvolgers. Wat doet een mens dan? Zes jaar geleden kreeg ik bovendien een zware medische verwittiging. Ja, ik wil ook nog wat profiteren van het leven.”
De borstelindustrie in Izegem telde ooit meer dan 96 fabrieken. Contradictoir genoeg vond de radicale uitdunning plaats naarmate het aantal schoonmaakbedrijven in Vlaanderen en elders in Europa toenam. PDC Brush (32 miljoen euro omzet) bleef halverwege de jaren tachtig zowat als laatste grote speler over in een ogenschijnlijk vrij traditionele markt. Ogenschijnlijk, want Carl Decoopman zelf heeft het na 34 jaar over een “verbazend innovatieve sector”. Tussen 1999 en 2004 investeerde hij 15 miljoen euro in zijn firma’s (drie in West-Vlaanderen, een distributiebedrijf in Engeland, een toeleveringsbedrijf in Roemenië), om zo niet alleen Europees marktleider te worden, maar ook de spitsloper inzake technologie. “Als ik in het vliegtuig zit en ik zeg aan mijn buur wat ik doe, merk ik meestal enige argwaan of zelfs medelijden in zijn ogen,” zegt Decoopman. “Ik heb meestal maar vijf minuten nodig om die argwaan om te zetten in ongeloof. Onze gepatenteerde steelhouders bijvoorbeeld zijn zonder meer revolutionair. Wij doen aan metaalbewerking én aan kunststofbewerking en dit op een volledig geïntegreerde wijze. Niet zoveel bedrijven kunnen dat zeggen. Daarnaast hebben we in Roeselare nog een volledig gerobotiseerd magazijn.”
Een wandeling door die West-Vlaamse fabrieken leert dat het assortiment, behalve klassieke borstels, nog tientallen andere referenties bevat: stofblikken, raamwissers, hightech reinigingsapparaten, bezems… Niemand beter dan Carl Decoopman zelf weet hoeveel energie, ondernemerszin én tijd het heeft gevergd om voor al dat fraais afnemers te vinden, genre Colruyt en Delhaize in eigen land, Carrefour en Auchan in Frankrijk, Ahold en Blokker in Nederland of B&Q in Engeland. In Izegem spuwt een twintigtal machines zowat 300.000 producten per dag, in alle kleuren, formaten en materialen.
De klassieke huishoudborstel is het sterproduct waarmee PDC Brush vanuit West-Vlaanderen zelfs het Chinese geweld de baas kan. Verwonderlijk? Niet zo voor de eigenaar en manager die het in de loop der jaren allemaal keurig heeft voorgerekend: zolang de loonkosten onder 13 % van de totale verkoopprijs blijven en het product vernieuwend is, is er geen vuiltje aan de lucht voor de circa 136 medewerkers in de drie West-Vlaamse fabrieken. De Chinezen moeten immers hun transportkosten en hun invoerrechten op de Europese markt mee in rekening brengen. “En dus zullen we dit jaar zelfs nieuwe mensen aanwerven,” zegt Decoopman.
En toch. En toch zet deze amper 56-jarige zaakvoerder van een innovatief, almaar groeiend (+21 % in 2004) en ook zeer winstgevend bedrijf (14 % cashflow in 2004) zijn bedrijf in de etalage. Carl Decoopman: “Zelf wil ik het rustiger aan doen, maar PDC Brush zal ook in de toekomst de rode draad in mijn leven blijven. Zij het niet meer voltijds en niet meer als meerderheidsaandeelhouder. Misschien ben ik in de toekomst wel de best denkbare consultant van mijn vroegere bedrijf.”
Mensen die hem door en door kennen, zien in hem soms een soort ‘Boer Clerck’: een uitstekende strateeg, een harde werker en iemand met tonnen boerenverstand. En dus heeft de econoom in Carl Decoopman zijn huiswerk gemaakt. “Dit bedrijf moet ook in de nieuwe constellatie blijven groeien, maar wel met een Vlaamse verankering en een sleutelrol voor de huidige kaderleden,” dixit de verkoper.
Afgelopen week verbleef Carl Decoopman in Frankfort, waar hij op de vakbeurs Ambiente werd overstelpt met overnamevragen. De nuchtere Decoopman pareerde die cupidopijltjes feilloos: “In de Europese topvijf zijn onze concurrenten ofwel verlieslatend, ofwel niet zo innovatief als wij. Vermoedelijk in juni zullen we met een veel betere én Vlaamse oplossing voor de dag komen, die bovendien kapitaalversterkend zal werken.”
En wat denkt de toekomstige multimiljonair aan te vangen met zijn vrije tijd? Carl Decoopman heeft via zijn familiale spilholding Aquilo – Latijn voor noordenwind – in ieder geval nog voldoende pijlen op zijn boog, zowel in eigen land als in het buitenland. Via Aquilo heeft hij een participatie van 50 % in onder meer het Antwerpse import- en exportbedrijf Vogel (actief in de houtbranche), terwijl hij in Roemenië tal van opportuniteiten ziet in de immobiliënsfeer. “Het ietsje rustiger aan doen, staat niet gelijk met stilzitten,” zegt hij.
Jagen op groot wild en rondjes rijden met oldtimers zijn in principe zijn favoriete bezigheden. Maar Carl Decoopman pareert: “Eerst zal ik proberen aan mijn vrouw en kinderen terug te geven wat ik ze de voorbije jaren in veelvoud heb ontnomen: tijd dus.”
Karel Cambien
“Ik heb drie dochters, maar geen opvolgers. Wat doet een mens dan? Zes jaar geleden kreeg ik bovendien een zware medische verwittiging. Ja, ik wil ook nog wat profiteren van het leven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier