De boot niet missen
Internet, outsourcing en kapers op de kust dwingen Atramef tot creativiteit. De Antwerpse expediteur draait voortaan mee in Tucson Transatlantic Trade.
Meer dan 40 jaar ervaring in het internationale goederenverkeer maken Philippe De Backer, gedelegeerd bestuurder van Atramef, tot een tenor onder de Antwerpse expediteurs. Het bedrijf, opgericht in 1933 voor katoentrafieken van Aalsterse spinnerijen en transporten voor Henegouwse specerijfabrieken, draait bijna één miljard frank omzet in diensten. De Backer werkte de familiale onderneming in de topdertig van de Antwerpse expeditiebedrijven (op een tweehonderdtal in het havengebied).
In de gouden jaren gingen industrie en expeditie hand in hand, elk vanuit hun vakgebied: naties, vervoerders, stuwadoors, scheepsmakelaars, verzekeringen, banken, hielden zich aan hun welomschreven taak. Maar vanaf de jaren ’80 kwamen steeds meer andere groepen op het terrein van de expediteur.
De gewijzigde omstandigheden dwingen de expediteur tot polyvalentie, hij moet nieuwe, geïntegreerde logistieke concepten aanbieden. “We zijn geen schakel meer in de logistieke keten, maar steeds meer een beheerder van de totaliteit,” typeert De Backer het vak. “Tegenwoordig openen we LC‘s ( letter of credit) voor grote Zuid-Amerikaanse fabrieken en traders of we doen aan orderprocessing, opslag en Europese jit-distributie ( nvdr –just in time), zowel voor Aziatische textielbonzen als voor Amerikaanse multinationals.” Dat impliceert jaarlijks 15% meer investeren in informatisering ( on line-verbindingen en programma’s op maat van de klant, tracking & tracing-systemen, barcodes) en in polyvalente opslagplaatsen. “Kennis en kunde zijn de belangrijkste assets. Mensen dus. Dat betekent permanente bijscholing en opleiding,” zegt De Backer.
Weggevallen barrières
in de financiële dienstverlening, in informatietechnologie en besluitvorming veroorzaakten een omwenteling in de expeditie. “Je zoekt op Internet de goedkoopste weg voor een container van Pittsburg naar Bamako? Met een klik plukt u uit het wereldaanbod moeiteloos vijf offertes,” haalt Edmond Dierinck als voorbeeld aan. Dierink is lid van het directiecomité van Atramef en via zijn consultancyfirma – Europe Consult Technologies – management contractor in familiale bedrijven. Vier jaar geleden zette hij mee zijn schouders onder de nieuwe strategie van Atramef.
Expeditiebedrijven zijn per definitie voorlopers geweest in de globalisering. Atramef kan sedert jaren een beroep doen op een wereldomvattend netwerk van correspondenten, is de Belgische vertegenwoordiger in FORCE (Freight Organisation of Related Cargo Experts), lid van IATA (wereldluchtvracht) en FIATA (de internationale vereniging van expediteurs). Maar de cybereconomie heeft krachten losgemaakt die het vak ontluisteren en de expediteur onder vuur nemen.
Bagatellisering
François-Xavier Lefèvre, specialist in maritiem recht en de rechterhand van De Backer, schetst het profiel van de commissionair-expediteur op de drempel van het jaar 2000: “Hij moet tegen uitgewrongen prijzen de meest omvattende spits- service bieden. Reliability staat voor snel en feilloos handelen in een markt van gigacompetitie, creativiteit, anticiperen en informatieverstrekking. De klant eist almaar meer diensten, liefst directe inlichtingen, want hij wil permanent de stand van zaken weten. Bovendien moet je als logistiek aannemer kunnen beschikken over transportmiddelen in eigen beheer of in onderaanneming, en over gespecialiseerde magazijnen. Je bent immers ook verantwoordelijk voor just in time en voorraadbeheer.”
De kieskeurigheid
van de clientèle gaat gepaard met steeds minder inzicht in de risico’s. “Als je goederen verstuurt, moet je niet alleen weten wie daarvoor in jouw buurt het best geschikt is. Je moet ook een inzicht hebben in hoe de zaken in, zeg maar, Ho Chi Minh-stad worden afgehandeld. Dat zal het Internet er niet bij vertellen.”
Lefèvre: “Globalisering en prijs shopping gaan hand in hand en dus worden tussenschakels zoveel mogelijk geëlimineerd. Maar wij stellen vast dat men de complexiteit van de dienstverlening in dit vak onderschat. De expeditie wordt gebagatelliseerd en wellicht is dat ook onze schuld, omdat wij discreet tal van problemen voorkomen of oplossen zonder dat de klant het weet. Men komt wel opnieuw aankloppen als men een paar keer tegen de muur is gelopen. Merkwaardig genoeg eist men dan een topservice tegen dezelfde prijs als de eerste de beste die het eerder heeft verknald.”
De tendermanie stoort Lefèvre het meest: “Auditbureaus die denken dat ze een transporteur kunnen beoordelen op de gemiddelde kilogramprijs en vervoerkost over heel Europa, terwijl een bestemming in Wit-Rusland wel wat anders is dan Manchester of Lyon.” Ook rederijen, die lijden onder slinkende zeevrachtprijzen, proberen steeds meer het werk vóór en na het vervoer van de expediteur over te nemen. Daarnaast bieden verzekeraars meer wereldwijde verzekeringspolissen aan, zodat ook de verzekeringstechnische aspecten de expediteur beginnen te ontglippen.
Netwerken
Een en ander heeft Atramef niet belet zijn omzet op peil te houden: van 950 miljoen in ’97 naar 1,2 miljard vorig jaar en wellicht 1,3 miljard in 1999. Hoe? Door klantenbinding en partnerships met ” key-klanten”, door nichemarkten te zoeken, meer logistieke toegevoegde waarde (i.p.v. standaardtrafieken) of te anticiperen op de negatieve tendensen van het afgelopen decennium.
De Backer wijst op nieuwe dienstverlening (groupagediensten, sleutel-op-de-deurprojecten) en op het belang van een performant correspondentennet. “Als een Amerikaans bedrijf een vracht bestelt ex works Johannesburg, heb ik daar mijn mannetje. Het is niet mogelijk om op vier continenten bijhuizen te openen. Vandaar het belang van netwerking. Je moet heel snel en in vertrouwen beslissen of je de zaak aankunt of niet.”
Atramef is groot
in België, maar geen wijdvertakte reus. “Het familiale karakter, de vlakke beslissingsstructuur, het niet gebonden zijn aan een rederij, een logistieke of een financiële groep, het zijn troeven die in een transactie het verschil kunnen maken,” zegt Dierinck. “Atramef wringt de klant niet in een gestandardiseerd keurslijf. Bovendien bestrijken we het volledig aanbod: land, zee en lucht.”
Naast het hoofdkwartier in Antwerpen heeft de groep magazijnen en logistieke diensten in Gent, Verviers en op Brucargo in Zaventem (in totaal 28.000 m²).
“Uitgaande van de gewijzigde, erg competitieve markt, zijn duurzame goederenstromen welkom. De trouwe klant is immers een voorbijgestreefd begrip. Dat laat zich nog meer voelen door het wegtrekken van beslissingscentra uit België. En ook wij moeten klanten verdienen, elke dag. Maar je moet als relatief kleine speler in de wereldmarkt bijkomende garanties inbouwen voor de lange termijn,” meent Dierinck. Daarom voelde Atramef zich aangesproken door het aanbod van Tucson Transatlantic Trade (TTT) van de Vlaamse Amerikaan Alex Dely (zie kader).
Dely zocht een logistics component in zijn netwerk van Amerikaanse hightech-bedrijven die met West- en Oost-Europese partnerbedrijven samenwerken. Atramef wordt de global logistic partner voor het groeiend industriële netwerk van TTT. “Voor transporten naar en van Europa – van Groot-Brittannië tot aan de Zwarte Zee. Dat gaat van kleine zendingen industriële slijpschijven voor het Amerikaanse Diacom tot warmteketels uit Slovenië voor de VS-markt,” vertelt Dierinck. Zo levert het TTT-netwerk Atramef nieuwe transatlantische klanten op.
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier