De Boerenbond is er niet voor de boeren
Bij de Boerenbond laten ze geen enkele kans onbenut om op te roepen tot samenhorigheid. Tot op heden is dat vrij aardig gelukt. Met 18.000 leden slaagt de belangenvereniging er nog altijd in om ruim de helft van de Belgische boeren onder haar vlag te laten marcheren. Jongeren en vrouwen incluis telt de plattelandsbeweging zelfs 250.000 leden. Maar de aanhang kalft af. Echt verrassend is dat natuurlijk niet: de boeren lijken met uitsterven bedreigd. Toch is er meer aan de hand. Het gemor bij de leden klinkt steeds luider, wat wel eens de voorbode zou kunnen zijn van een revolte. Zeker op lokaal vlak begint het boerenbastion opvallend grote barsten te vertonen.
De Boerenbond, die aanvankelijk werd opgericht om de belangen van de boeren te verdedigen, is dan ook verworden tot een economische speler die een volledige sector in zijn wurggreep houdt. Van de loyale boer wordt verwacht dat hij zijn meststoffen en veevoeders koopt bij Aveve en voor zijn tractor loopt hij bij voorkeur langs bij een John Deere-dealer. Een KBC-verzekeringsagent wandelen sturen, is ook geen goede strategie. Een groen-teteler durfde dat ooit aan, maar kwam een paar dagen later dezelfde man tegen in de gedaante van een kwaliteitscontroleur. Prompt keurde de KBC-agent zijn partij bloemkolen af omdat die net ietsje te geel was. Veel van de boeren die jaarlijks nog trouw hun lidgeld aan de Boerenbond betalen, doen dat niet echt van harte maar eerder uit schrik voor de grote boeman uit Leuven.
De tentakels van de Boerenbond strekken zich bovendien niet alleen uit in de economie, maar ook in de politiek en zelfs in de academische wereld. Het is heus niet toevallig dat Vlaams minister-president Yves Leterme (CD&V) de ministerportefeuille van Landbouw opeiste. De man die tot voor kort in het politiek comité van de Boerenbond zetelde, kon in zijn korte regeerperiode nauwelijks verbergen dat hij het verlengstuk van de boerenleiders is. Academici die uitpakken met studies die niet in hun kraam passen, kunnen rekenen op een reactie van de Boerenbond. En dat geldt zéker voor journalisten.
Al zijn er geen directe banden vast te stellen, ook de tuinbouwveilingen dragen onmiskenbaar de stempel van de Boerenbond. En ook hier is het belang van de landbouwer ondergeschikt aan dat van de veiling (zie blz. 60). De veilingdirecties hebben meer oog voor de omzetcijfers – die de basis vormen voor toekomstige subsidies – dan voor de prijsvorming. Met die subsidies hebben ze een dankbaar in-strument in handen om hun macht verder uit te breiden, want alleen de leden die zoet zijn, krijgen lekkers.
Dat de Boerenbond zich heeft kunnen ontwikkelen tot een instituut dat zo goed als incontournable geworden is, is voor een groot stuk de schuld van de boeren zelf. Zij verkozen het werk in de buitenlucht boven de admini-stratieve taken in hun bureau, waardoor ze de Boerenbond op veel vlakken carte blanche gaven. Maar een bedrijfsleider die zich uitsluitend interesseert voor zijn productieafdeling, zal niet lang overeind blijven. Het is de hoogste tijd dat de boeren zich ontpoppen als veelzijdige bedrijfsleiders.
Dirk Van Thuyne
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier