De ‘boemelaar’ die textiel weer sexy maakte
“Toen ik het bedrijf in 1970 overnam van mijn plots overleden vader, gaf men me zes maanden vooraleer ik de boel kapot zou maken. Ik was een boemelaar, althans dat was mijn imago.” Vandaag worden zowel Pierre Lano als zijn bedrijf serieus genomen. “En ik verzeker u dat dit een aangenaam gevoel is. Ja, textiel is weer sexy. Dus laat mij eerst even genieten van die comeback.”
Vrijdagmiddag in Harelbeke, Pierre Lano laat even op zich wachten. De man heeft dan ook een rist mandaten om een agenda tot een indigestie te drijven. Behalve gedelegeerd bestuurder van Lano Carpets – een verticaal geïntegreerde tapijtgroep met 100 miljoen euro omzet en 700 werknemers – zit hij ook nog in de Kamer voor de VLD, waar hij in tal van commissies zetelt. En hij is gemeenteraadslid in Kortrijk én eigenaar van restaurant-brasserie Markt in Harelbeke. In die culinaire pied-à-terre van de ex-burgemeester van Harelbeke is het een komen en gaan van zakenlui en bedienden van de naburige kantoren. Wanneer Lano – geboren Lanneau, maar aangepast uit commercieel oogmerk – zijn entree maakt, duurt het nog wel enkele minuten vooraleer hij ons bereikt. Eerst dienen de obligate handjes geschud en de nodige kussen uitgedeeld.
“Ik moet mijn klanten soigneren.” Zelf wordt hij, als je de geruchten mag geloven, opgevrijd door de bankiers uit de Londense City, die na Balta nu gretig de markt afschuimen op zoek naar andere prooien. “Textiel is weer sexy. Laat me er nu eerst even van genieten,” grapt de onvermoeibare zestiger. Hij troont ons mee naar het rustige bovengedeelte van het etablissement, waar menig zakendeal werd afgesloten. De witte wijn is geproefd, de ossobuco – ondanks de collectieve VLD-adoratie, het enige Italiaanse gerecht op de kaart – is besteld. “Ik ben eerder een realistische businessman dan een bevlogen ideologische politicus.” Waarmee de toon is gezet.
TRENDS. Wat denkt de ondernemer Lano van het kersverse interprofessioneel loonakkoord? En wat zegt de politicus Lano erover?
PIERRE LANO (LANO CARPETS / VLD). “Als politicus zeg ik: fantastisch! Iedereen weet dat ik vrij kritisch sta tegenover premier Guy Verhofstadt en zijn methodologie, maar ik heb me deze keer mateloos geërgerd aan de kritiek. De regering heeft toch maar de noodzakelijke input gegeven aan de sociale partners. Men spreekt over 250 miljoen euro als afkoopsom. Wil men alstublieft even die miljoenen vergelijken met de totaliteit van de fondsen die de bedrijven bijbrengen via allerlei belastingen? Met wie lacht men eigenlijk? Als ondernemer ben ik echter minder tevreden. Het loonakkoord is te riant. Maar ik zie het akkoord als een tussenstation. Wat vandaag niet verkocht kon worden, zal zich over twee jaar sowieso opdringen.”
Een schrale troost voor de ondernemer die het water intussen aan de lippen staat.
LANO. “Ik snap ook dat iedere cent voor die ondernemer er één te veel is. Maar dat is nu eenmaal de prijs die je betaalt voor de democratie. Spijtig wanneer de vakbonden hun achterban intussen iets op de mouw spelden. Een vakbondsafgevaardigde zei me onlangs dat hij liever geen textielsector heeft dan een met lage lonen. Als dat zijn echte overtuiging is, dan heeft zijn achterban een groot probleem. Men zit gevangen in een eigen logica en holt voortdurend achter de feiten aan. Maar de vakbonden zijn ook verrast door de snelheid van de globalisering. Hoopten ze aanvankelijk nog dat het een conjunctureel effect was, dan moeten ze nu toch beginnen merken dat het een structureel probleem is. Het wordt hard ontwaken.”
Ook voor Lano Carpets?
LANO. “Lano is fundamenteel gezond, dank u. Maar ik beken dat ik een zeer slechte periode van vijf jaar achter de rug heb. En niet omdat het bedrijf er niet goed voor stond, maar omdat ik merkte dat de omgeving twijfelde aan de toekomst van de tapijtindustrie. Ik heb dat altijd dom en verbazend gevonden, want er zijn geen elementen die deze stelling verantwoorden. We hebben de jongste vijf jaar geen fantastische winst geboekt, maar we hebben ook geen verlies moeten slikken. We hebben tijdig geanticipeerd op nieuwe ontwikkelingen, investeerden waar nodig. Dat alles maakt dat je misschien een aantal – vanuit financieringsoogpunt – gekke kosten doet. Neem bijvoorbeeld marketing of servicegerichte diensten. Al die elementen samen maken dat een bedrijf niet verdwijnt.”
Hoe verklaart u de paradox dat buitenlandse durfkapitaalgroepen hier veel geld veil hebben voor onze textielbedrijven, terwijl die markt door iedereen vogelvrij is verklaard. Onder meer met dank aan de concurrentie uit China?
LANO. “Hoe paradoxaal ook, beide zijn fundamenteel waar. Je moet echter wel een onderscheid maken tussen de verschillende segmenten van de textielsector. De vloerbekledingsector is helemaal niet bedreigd. De lonen blijven er binnen de internationale norm, de productie hangt voornamelijk af van de gekende kostprijzen. En we produceren volume en gewicht, wat transportkosten betekent. Maar ik dank het Britse investeringsfonds Doughty Hanson op mijn blote knieën dat het Balta heeft overgenomen. Je hebt er geen idee van hoe de financiers zich vandaag gedragen ten opzichte van de textielindustrie. Nu pas ontdekken ze dat al die mentaal afgeschreven textielbedrijven plots toch iets waard zijn. Dat vertaalt zich naar een benefit voor alle bedrijven in de sector. Heel concreet in een extra procentje voor de financiering van een nieuw project. Maar ook de hele entourage herademt. Een bedrijf als Lano moet een beroep doen op de kredietwaardigheid van zijn leveranciers. Ook voor hen speelt dat allemaal een rol.”
Is het niet verbazend dat men uitgerekend in een dergelijke mature markt, die weinig rendement oplevert en waar geen grote groeicijfers te halen zijn, komt shoppen?
LANO. “In de textielbranche genereren we allemaal cashflow, geen rendement, daar hebt u gelijk in. Maar de cyclus van voortdurende achteruitgang of stagnatie is voorbij. We gaan opnieuw groeien, ook in rentabiliteit. De enige stoorzender is de consolidatie in de distributie. Dat is het drama van onze sector: kijk naar de winst van beursgenoteerde distributiegroepen en kijk naar hun leveranciers, waar sommigen veroordeeld zijn tot de bedelstaf. Alleen hebben we het aandeel van de distributie, wat zowat een derde van de totale markt is, nodig om competitief te zijn. We moeten dus naar een evenwichtiger verhouding tussen productie en distributie, net zoals in de Verenigde Staten. Waarom zou die consolidatie in Europa niet mogelijk zijn?”
Omdat de markt te versnipperd is en er te veel spanningen bestaan tussen de textieldynastieën?
LANO. “Je moet niet groot worden om de grootste te willen zijn. Je moet groot worden om met minder méér te kunnen doen. Zodat je toegevoegde waarde significant wordt. In België zie ik maar één die daartoe in staat is: Beaulieu heeft alles in huis wat vloerbedekking betreft. De betrekkingen onderling zijn goed, maar toch zal het allicht niet voor de huidige generatie zijn. Ze zijn ook nog jong, hé.”
En dus zal de consolidatie er komen via een externe durfkapitaalgroep. Hoe complementair zijn Lano en Balta in dat opzicht?
LANO. “Ernstig blijven, hé. Lano plus Balta, dat is geen consolidatie. Dat is hooguit 1 % verschil op de markt. Je moet marktaandelen hebben van 25 tot 30 % om een echte impact te hebben. Een bedrijf met een expansie als Balta, hoe rendabel ook, kon nooit dergelijke middelen genereren. Tenzij via een beursgang of overname. Als je ziet welke middelen er nodig zijn om vandaag een nieuw Balta te creëren, dan koop je beter het bestaande Balta. Daarvan ken je het rendement. Dat heeft Doughty Hanson goed gezien.”
En toch wordt Lano opgevrijd. Als we de geruchten mogen geloven, prijkt u helemaal bovenaan op het boodschappenlijstje van Balta?
LANO ( lacht). “Voor het eerst horen we een publieke liefdesverklaring onder textieliens. Neen, ernstig, Filip Balcaen heeft me wel opgebeld om te zeggen dat hij dat niet heeft gezegd. Ik hecht daar ook geen belang aan. Waar ik wél belang aan hecht, zijn de reacties. Voor veel mensen in de streek betekent dit een adrenalinestoot die hen doet beseffen dat het toch niet allemaal kommer en kwel is in onze sector. Ik word plots ook overspoeld door financiers die me hun diensten aanbieden. Maar laat mij even duidelijk zijn: Lano is niet te koop. Er is geen bod geweest en er zijn geen contacten in dat verband. Ik blijf hier rustig bij, wat niet van de entourage gezegd kan worden.”
Het klimaat is er nu. Waarom zou u niet oogsten?
LANO ( plots stil). “Ik ben er mentaal nog niet klaar voor. En dat klimaat zal er morgen ook nog wel zijn. Ik ben wel tevreden met de analyse die gemaakt wordt van Lano. Het komt erop neer dat wij complementair zijn met de anderen, en dat geeft een comfortabel gevoel. Waar de anderen stoppen, beginnen wij, en dat zorgt ervoor dat Lano blijft bestaan. Wij zijn klein maar fijn. En competitief. Wij verkopen gemiddeld anderhalve euro duurder dan de anderen, maar in ons segment moeten we ook minder verkopen om de kosten te dekken.”
Dus u zegt eigenlijk: ik zit comfortabel, laat ze maar opbieden tegen elkaar?
LANO ( zucht). “In alle sereniteit: er zijn maar twee mogelijkheden. Of ik stop ermee en draag het bedrijf over. Of ik zorg voor continuïteit binnen het bedrijf. Ik laat vandaag alle pistes open, dat lijkt me voor iedereen het gezondste. Maar ik zie me wel eerst nog vijf jaar functioneren. Ik was vroeger radicaler, er was geen sprake van dat iemand mij zou opvolgen. Mijn kinderen zeker niet, omdat ik niet wilde dat het voor hen een reservewiel zou zijn. Mijn ene zoon studeert fysica in Cambridge en is een halve Engelsman. Mijn andere zoon is burgerlijk ingenieur, assistent in Leuven en hij heeft nog anderhalf jaar te gaan in Solvay, waar hij een MBA doet. Ik weet niet wat zijn plannen zijn, maar mocht ik morgen dood vallen, dan zou hij de zaak wel in going concern overnemen. Ik delegeer ook veel, dat is de goede kant van mijn politieke mandaat. Door mijn vele afwezigheden ben ik verplicht geweest om ervoor te zorgen dat er een sterk management was dat beslissingen kon nemen.
“Toen ik het bedrijf in 1970 overnam van mijn plots overleden vader, gaf men me zes maanden vooraleer ik de boel kapot zou maken. Ik was een boemelaar, althans dat was mijn imago. Vandaag worden zowel ik als het bedrijf serieus genomen. En ik verzeker u dat dit een aangenaam gevoel is. Ja, textiel is weer sexy. Dus laat mij eerst even genieten van die comeback.”
Lieven Desmet
“Het loonakkoord is te riant. Maar wat nu niet verkocht kon worden, zal zich over twee jaar sowieso opdringen.”
“De vakbonden spelden hun achterban soms iets op de mouw. Men zit gevangen in een eigen logica en holt voortdurend achter de feiten aan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier