De bikkelharde strijd om uw vuile was

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Was de industriële wasserijsector van oudsher een puur familiale branche, dan is hij in het voorbije decennium nagenoeg volledig overgenomen door industriële of financiële groepen. Onderling vechten die een stevig robbertje om uw vuile was.

Het is een indrukwekkend ballet van zwevende slaaphemden en steeklakens die door een bijna onzichtbare hand tientallen meters door het ijle worden getild. Ze verdwijnen in draaiende trommels en vervaarlijk deinende machines om er ettelijke minuten later, fris gestreken en opgeplooid, weer uit te voorschijn te komen.

Het wasgebeuren is een logisch, onafgebroken, maar minutieus gestuurd proces. De industriële wasserijen van vandaag lijken steeds meer op hightech bedrijven. En daar werd dikwijls een prijs voor betaald: de prijs van de onafhankelijkheid.

Internationale groepen domineren

Wat ooit een sector van puur familiale bedrijfjes was, is vandaag het speelveld geworden van de groten der aarde. Wie de toptien van de grootste industriële wasserijen in ons land monstert (zie kader), treft nog welgeteld twee familiebedrijven aan: Malysse en Depairon. Zij houden zich kranig tussen een lijst die aangevoerd wordt door internationale kleppers als het Britse Initial Textiles (Rentokil), CWS dat samen met Boco Textile Rental Service in handen is van de Duitse HTS-groep, het eveneens Duitse Mewa, het Franse Hades-Elis en de Belgisch-Nederlandse groep Fortex. Vooral de dominantie van Initial Textiles valt op. En om de versnippering te illustreren: deze toptien tekent voor bijna 80 procent van de totale gekende omzet in de sector.

Nadat de diverse grote spelers hun positie hadden ingenomen, onder meer door cherry picking – de modernste en meest rendabele bedrijven werden opgeslokt en ingelijfd – brak de periode van kostenbeheersing aan. In nog geen drie decennia sneuvelden ruim 10.000 banen, zodat de sector vandaag nog goed is voor 8000 jobs, schat Jan Van de Voorde, erevoorzitter van de Federatie van de Belgische Textielverzorging (FBT).

Bijna alle groepen leggen zich toe op het industrieel onderhoud en de verhuur van linnen. De grootste groepen houden zich bijna uitsluitend bezig met de professionele markten: industrie (werkkleding), horeca (lakens, handdoeken) en healthcare (ziekenhuislinnen), of een combinatie van die sectoren. Er is ook nog een kleiner segment dat grossiert in hygiëneproducten en afgeleiden, en dan zijn er nog de -vaak lucratieve- niches als vloermatten. Enkele spelers kiezen rigoureus voor een van die markten, wat hun specialisatie en bijbehorende rentabiliteit vaak ten goede komt. Geen sinecure, want daar durft het nogal eens aan te ontbreken.

Het professionalisme in de sector is – net als de werking van de beroepsfederatie FBT – voer voor discussie. Achter de bedrijfsmuren heerst een grenzeloos wantrouwen en lust men de concurrentie rauw. Een gegeven dat doorsijpelt tot in de beroepsfederatie, die daardoor hopeloos verdeeld is geraakt en slagkracht mist.

Knipperlichten bij de vakbonden

Het gaat dan ook hard en snel in deze sector. De diverse groepen knokken voor elk procentje marktaandeel, intussen aankijkend tegen slabakkende marges en stijgende kosten. Onder dat gesternte werd de groep Fortex net voor de zomer verkocht aan de Nederlandse durfkapitaalgroep ABN Amro Capital. Tot daarvoor was de groep in handen van het Scandinavische fonds Industri Kapital (IK), dat na vijf jaar uitstapte, en in ABN Amro Capital een geschikte partner vond om het bedrijf te laten samensmelten met sectorgenoot Clean Lease Randstad. Een case die door de sector met argusogen wordt gevolgd.

Onder het Noorse bewind werden in ons land, behalve Derere Industries met vestigingen in Oedelem, Fleurus en Erembodegem, ook nog de wasserijen Theo Deckers (Hoboken) en Defever (Bredene) en Romi (Oostakker) ingelijfd. Maar forse herstructureringen leidden tot een gedeeltelijke sluiting van Deckers en Defever. Goed 145 mensen verloren daarbij hun baan. Officieel heet het dat de wasserij Theo Deckers ver- ouderd was en Defever moest inbinden nadat het naast een contract greep met de hotelgroep Accor.

Met de recente overname door ABN Amro Capital zijn bij de vakbonden de knipperlichten opnieuw gaan branden. ABN Amro Capital voegt Fortex samen met Clean Lease Randstad, dat tien vestigingen telt in Nederland en met 850 mensen een omzet genereert van 52 miljoen euro. De groep Fortex telt 1100 werknemers in negen vestigingen en die samen goed zouden zijn voor een omzet van 63 miljoen euro. Momenteel wordt die integratie op het werkveld voltrokken. In vakbondskringen valt te horen dat de sputterende horecapoot van de Fortex-groep via Clean Lease Randstad een relance zou moeten krijgen.

Dirk Holvoet, de gedelegeerd bestuurder van Fortex België, kan of wil daar niks over kwijt en verwijst ons door naar de Nederlandse moederholding, die geleid wordt door Rob Van Den Akker. Wel beaamt Holvoet dat de horecapoot bij Fortex niet bepaald de meest dynamische is van de groep. “Er komt te veel logistiek en transport bij kijken,” vat hij de problematiek samen. “Te veel hotelletjes die kampen met een lage bezettingsgraad maken het een bijzonder moeilijke divisie.” Bovendien, zo valt te horen, zijn de marges in ons land beduidend lager dan in de ons omringende landen.

Rob Van Den Akker van de Nederlandse Fortex-moederholding bevestigt: “We gaan gebruikmaken van de expertise die Clean Lease heeft op het vlak van horeca.” Bij de vestigingen Romi en Deckers – die vooral horecalinnen wassen – zouden eerstdaags gesprekken worden aangeknoopt. Onderwerp voor rumoer, al lijken er op het eerste gezicht geen banen op de helling te staan. “Wel zou er onderhandeld worden over een betere bezetting van het productieapparaat en de invulling van de piekmomenten die inherent zijn aan de horeca,” zegt een vakbondsman.

Maar intussen valt tussen de regels ook te lezen dat bepaalde vestigingen ondermaats presteren. Feit is dat Romi en Deckers, de horecadivisie uit de Belgische Fortex-groep, en Blanca Linnenservice, de industriedivisie, hun bedrijfsresultaten met rode inkt schrijven. Bovendien kijken de diverse vennootschappen ook aan tegen een negatief eigen vermogen. “Klopt,” zegt Rob Van Den Akker. “Maar je moet de resultaten op geconsolideerd niveau zien. En dan zijn de cijfers wél goed.”

De Nederlandse topman garandeert enerzijds dat er geen afrekening komt met individuele bedrijven die minder presteren, maar anderzijds heeft hij ook een waarschuwing veil: “Als de resultaten achterblijven, moet men wel ingrijpen. Maar dit staat los van de overname door ABN Amro Capital.”

Zorgen ouderen en zieken voor groei?

De rentabiliteitsproblematiek is geen exclusiviteit van de groep Fortex, maar vat een beetje het heersende gemiddelde van de sector samen. Al is de oorzaak volgens sommigen vooral een interne aangelegenheid. Horeca lijkt, door de enorme logistiek en de kleine marges, de minst rendabele van de drie divisies.

Al ziet Peter De Boeck, van marktleider Initial Textiles, nog wel wat marktpotentieel. “Er is nog ruimte voor outsourcing bij sommige horecabedrijven. Maar toegegeven, de marges zijn vandaag te laag. Eerst moet dat hersteld worden.”

In de industrie lijken de punten ook verdeeld en valt er op korte termijn weinig meer te rapen dan het behoud van de bestaande contracten met de diverse industriële spelers. “Al zijn er links en rechts nog wel enkele bedrijven die zelf hun was doen en die activiteit op termijn zullen uitbesteden,” meent Jan Van de Voorde. “Maar toegegeven, grote marktaandelen zijn dat niet.”

De divisie waar het meeste heil van wordt verwacht, is de healthcare. Nu al zijn de linnenverhuurders allicht de meest geïntegreerde leveranciers van de gezondheidssector. “Door het opdrijven van die dienstverlening is allicht nog groei mogelijk,” klinkt het in de sector. Maar door de besparingen in de gezondheidszorg moeten de ziekenhuisdirecties ook op de kleintjes letten en zijn alle kostenposten onderworpen aan een vergrootglasprocedure.

De linnenverhuur is een enorm kostenplaatje voor de ziekenhuizen en zorginstellingen. “Een procentje meer of minder maakt meteen een wereld van verschil op de uiteindelijke factuur,” klinkt het bij de ziekenhuisdirecties. “De prijsdruk is dan ook enorm en ziekenhuizen schrikken er ook niet voor terug om de verschillende wasserijen tegen elkaar uit te spelen,” fluistert een sectorman. Bovendien zitten zowat alle bedrijven uit de wasserijsector te focussen op dit segment, wat mogelijk tot een nieuwe prijzenslag zal leiden.

Rob Van Den Akker ziet nochtans veel potentieel in segment en wil er met Fortex fors op gaan focussen. Peter De Boeck heeft daarover dan weer sterk zijn twijfels. “De markt van de gezondheidszorg zélf zie ik niet groeien. De linnenverhuur en de wasserijactiviteiten zijn zeer mature markten. Wél zie ik nog groeimogelijkheden, zij het deels door individuele consolidatie, en door specifiek gerichte logistieke prestaties.”

Tot slot kijkt de sector ook nog eens aan tegen een vrij zware investerings- en milieulast. Al bewijzen sommige spelers dat een doorgedreven investeringsbeleid de energiefactuur en de lozingsnormen in positieve zin kunnen beïnvloeden. Maar wie aankijkt tegen een lage rentabiliteit, heeft geen marge meer om die noodzakelijke investeringen door te voeren. Waardoor die bedrijven op termijn een makkelijke prooi zijn voor overnemers, of erger, sluitingen.

Volgens Jan Van de Voorde zal de sector er echter ook vandaag in slagen om het hoofd te bieden aan al die dreigementen. “Het verzadigingspunt is nog lang niet bereikt. De bedrijven zullen nieuwe mogelijkheden en bedrijfsactiviteiten ontplooien.”

Lieven Desmet

In nog geen drie decennia sneuvelden ruim 10.000 banen in de wasserijsector.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content