De Belgische dwangbuis moet nóg strakker
Het is niet aan de patiënt om de mouwen van de dwangbuis wat minder strak aan te spannen. Toch vindt Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe ( PS) dat de tijd rijp is om ook in België de teugels wat te vieren, nu Europa praat over een soepeler stabiliteitspact en lossere begrotingsnormen (zie blz. 21). Het stabiliteitspact dankt echter precies zijn bestaansreden aan het opportunistische gedrag van politici à la Van Cauwenberghe.
Mochten de politici van de eurolidstaten mordicus alleen het algemene belang nastreven, dan zou een stabiliteitspact gewoonweg overbodig zijn. Maar politici, en de een al wat meer dan de ander, durven op de eerste plaats wel eens voor de eigen winkel te fietsen. Ze streven zoveel mogelijk macht, invloed en aanzien na. Samengevat: ze willen zoveel mogelijk centen uitgeven. Het is de grote verdienste van het stabiliteitspact de budgettaire grenzen uit te tekenen waarbinnen de politici moeten blijven. Zonder dergelijke regels kan de euro niet overleven. De politici die aan dit keurslijf willen ontsnappen, tonen meteen tot welke categorie ze behoren.
Het verdrag van Maastricht en – later – het stabiliteitspact waren voor de Belgische politiek jarenlang een alibi om de Belgische overheidsfinanciën te saneren. “Het moest van Europa,” maar eigenlijk had België geen andere keuze dan orde op zaken te stellen. Van Cauwenberghe heeft een heel kort geheugen als hij datzelfde pact nu wil opvoeren om de teugels te vieren en dat op een ogenblik dat de saneringsoefening nog niet voorbij is. Met een overheidsschuld die flirt met de 100 % van het bruto binnenlands product (BBP) zal de soepeler versie van het stabiliteitspact aan België voorbijgaan. Meer nog, omdat het stabiliteitspact rekening zal houden met de omvang van de staatsschuld, zal België nog jarenlang tot de landen met de minste manoeuvreerruimte behoren. En dan wil Van Cauwenberghe de schuld nog wat opvoeren? Hoe harder de patiënt spartelt, hoe strakker de dwangbuis wordt aangetrokken.
Overigens, was België een normaal land met een normale overheidsschuld van ongeveer 50 % van het BBP, dan kon de overheid voor 6 miljard euro nieuwe initiatieven nemen bij een gelijk blijvende belastingdruk. Stel dat die beleidsruimte geïnvesteerd zou worden in een lastenverlaging op arbeid, hoeveel banen zou dat niet opleveren? De roep om de 40-urige werkweek zou verstommen.
Geheel terecht riep Guy Verhofstadt ( VLD) de Waalse voorman tot de orde, al kan de eerste minister op dat terrein niet meteen met groot gezag spreken. De overheid kan dan wel een begroting in evenwicht afleveren, maar zelfs in periodes van hoogconjunctuur komt daar boekhoudkundig kunst- en vliegwerk bij kijken.
België heeft geen nood aan lossere teugels, wel aan andere, meer kwalitatieve normen. Een maximale lastendruk op arbeid bijvoorbeeld, of een maximale groei van de lopende uitgaven, of een minimumnorm voor publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling, ook dat zou in de Belgische versie van het stabiliteitspact moeten staan.
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier