de belgische behabroeders

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Ignace Van Doorselaere is sinds 2004 gedelegeerd bestuurder bij de beursgenoteerde lingeriegroep Van de Velde. Samen met co-gedelegeerd bestuurder Herman Van de Velde slaagde hij erin het bedrijf in een krimpende markt te laten groeien.

De groep Van de Velde wordt beschouwd als een oerdegelijk en nuchter bedrijf, en dat geldt ook voor het topduo. Herman Van de Velde wordt omschreven als een nuchtere, gedreven manager. Ignace Van Doorselaere, die in 2004 toetrad tot het management, kreeg als taak de dynamiek aan te passen aan de snel veranderende marktomgeving. Hij is net zo goed een nuchtere, zij het iets offensievere, co-gedelegeerd bestuurder. Van Doorselaere neemt als CEO de bevoegdheid over sales, retail, marketing, groeiprocessen en financiën voor zijn rekening, terwijl Herman Van de Velde als managing director verantwoordelijk is voor de operationele activiteiten en hr.

Ethisch ondernemen is een dierbaar goed voor het duo, al gruwt Ignace Van Doorselaere van het ethische – haast filantropische – etiket dat hij al eens krijgt opgekleefd. Meer dan symbolisch wijzigde hij zijn managementvennootschap van Growth Ethics naar 4F. Dat staat voor: flexibel, focus, fair en fight. “Vechtsport als basis voor ondernemen, weliswaar met principes”, noemt Van Doorselaere het. De topman gelooft in groei, niet alleen in financiële termen, maar ook als mens. Dat is ook zo voor Herman Van de Velde, die eveneens voorzitter is van VKW, het ondernemersplatform dat waardegericht ondernemen hoog in het vaandel draagt.

Korsetatelier op de beurs

De groep Van de Velde werd in 1919 door het echtpaar Margaretha en Achiel Van de Velde opgericht. Van het korsettenatelier van weleer is het echter een grote sprong naar de beursgenoteerde groep van vandaag. Vooral met de komst van de derde generatie woei er een nieuwe wind door de bedrijfsgangen in Schellebelle. Vanaf de jaren tachtig tot 2004 werd het bedrijf geleid door de broers Karel en Herman Van de Velde en hun neef Lucas Laureys. In 1997 trok de familie het kapitaal gedeeltelijk open door 40 procent van de aandelen naar de beurs te brengen. Twaalf jaar later is nog steeds ongeveer 44 procent van de aandelen vrij verhandelbaar. De andere aandelen zijn in het bezit van Van de Velde Holding, die de belangen groepeert van de families Laureys en Van de Velde.

De komst van Ignace Van Doorselaere als de eerste niet-familiale gedelegeerd bestuurder van de groep onderstreepte de professionalisering. En het familiebedrijf pikte daar goed op in. Voor Herman Van de Velde was het een emanatie van een eigen filosofie: vertrouwen geven aan, en geloven in mensen. “Geloof erin dat ze het kunnen en verwacht niet dat ze hetzelfde doen als jij. Een bedrijf kan maar groeien als je delegeert en dat kan alleen door mensen vertrouwen te geven”, zei hij eerder dit jaar nog aan Trends.

De beursnotering leverde naast meer professionalisering vooral meer visibiliteit en geloofwaardigheid op. De raad van bestuur weerspiegelt dat ook. Naast de twee gedelegeerd bestuurders heeft Lucas Laureys, die optreedt als president, er zitting. Stefaan Vandamme is de CFO van dienst. In de raad van bestuur zit ook nog Bénédicte Laureys, dochter van Lucas Laureys. Voorts telt de raad als onafhankelijke bestuurders Marc Hofman (Ter Beke), Benoit Graulich (Bencis Capital Partners) en Dirk Goeminne (ex-Vendex KBB).

Of er een causaal verband is, blijft gokken. Maar het moet gezegd dat Van de Velde over de jaren heen beter scoort in omzetgroei en operationele winst dan de peer group – met namen als Warnaco Group (VS), Limited Brands (VS), VF Corp. (VS), Wacoal Holding (Japan), Wolford (Oostenrijk) en Lindex (Zweden) – waar analisten de Belgische producent doorgaans tegen afzetten.

Een solide naam

Van de Velde wordt overigens geciteerd als goedehuisvaderaandeel (ja, die bestaan nog). Dat zeggen wij niet, maar dat zegt Roland Van der Elst, de peetvader van de Vlaamse beleggers. En het moet gezegd, de lingeriegroep uit Schellebelle is erin geslaagd om stand te houden ondanks de precaire economische situatie. Meer zelfs, om groeicijfers neer te zetten die boven de verwachting bleven. Van de Velde boekte over 2009 een organische omzetgroei van 5,3 procent (3,4 % op vergelijkbare basis met 2008).

En de groep gaat in 2010 op datzelfde elan voort. De organische omzet groeide in de eerste jaarhelft 2010 met 8,2 procent, dat was exclusief het Amerikaanse Intimacy. In het voorjaar van 2010 vergrootte Van de Velde zijn participatie in die lingerieketen uit de VS met 35,1 procent. Dat brengt de participatie op 85 procent. Kostprijs van die operatie: 13,5 miljoen dollar. Intimacy wordt vanaf mei 2010 volledig geconsolideerd, wat een aanzienlijke impact zal hebben op de cijfers van de groep.

Bij Van de Velde toonde elk land, wereldwijd, groei. Uitschieters waren de VS en Canada, maar ook de Europese kernmarkten konden sterke groeicijfers voorleggen. Gezien de lage economische groei in Europa en de Verenigde Staten, is Van de Velde heel tevreden met die ontwikkeling.

De eigen winkels gingen er ook lichtjes op vooruit, wat het succes van de basisfilosofie van Van de Velde onderstreept. Die staat voor deskundig advies, om zo tot de gepaste lingerie voor elke vrouw te komen. Voor Van de Velde is dat doorslaggevend. Liever de beste dan de goedkoopste; die strijd is toch niet te winnen.

De uitdaging voor Van de Velde ligt erin om te groeien in een afkalvende markt. Afhankelijk van het segment kampte de sector vorig jaar met een marktverlies van 5 tot 10 procent. Van de Velde (g)roeit dus tegen de stroom in, en dankt dat onder meer aan een volgehouden consequente strategie gebaseerd op creativiteit, kwaliteit en service. Het Belgische merk heeft voor lingeriewinkels een solide reputatie.

Overigens biedt de marktinkrimping gekoppeld aan een economische groeivertraging ook kansen. Van de Velde is een gezond bedrijf, met een dito cashpositie en een stabiele aandeelhouder die een langetermijnvisie heeft. Het bedrijf wil in de consolidatie die er aankomt een actieve rol spelen. Maar daarbij wil het topduo geen concessies doen op de strategie. Dus geen grote schulden aangaan in functie van overnames. Het bewijs daarvan werd voor de hardhorende belegger nog eens herhaald tijdens de presentatie van de halfjaarcijfers. Het ontbreken van een geschikt dossier maakt dat Van de Velde zijn overnameplannen voorlopig in de koelkast steekt. Al houdt het management een slag om de arm: Oost-Europa en het Verre Oosten blijven op de radar staan, zij het met iets minder brandende ambitie. Eerder vanuit een langetermijnperspectief: geen quick wins.

De groep Van de Velde heeft haar lesje geleerd, zo kun je stellen. De overname van het Spaanse Andres Sardá is nog niet helemaal verteerd, en slokt de nodige managementtijd op. De oefening om het luxemerk te integreren, loopt nog volop en omvat naast een stevige en efficiëntere operationele structuur, een dynamischere verkoopaanpak en een kritische blik op de merkenportfolio.

Het concern maakte voor de buitenwereld een ‘faux pas’ toen het zich – net als vele andere bedrijven – liet verleiden tot het beleggen in CDO’s. De belegging ter waarde van 3,45 miljoen euro bleek bijzonder toxisch te zijn, en de waarde werd in de boeken herleid tot nul. Met bankier KBC zijn de laatste woorden daarover nog niet gewisseld, en KBC werd alvast als huisbankier bedankt voor bewezen diensten .

lieven desmet

Liever de beste dan de goedkoopste; die strijd is toch niet te winnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content