DE BEDRIJFSWAGEN IN ZEVEN VRAGEN
Is het interessant om uw leasingcontract te verbreken? Wachten ons nog nieuwe fiscale verrassingen? Ook na de invoering van de fiscale wijzigingen blijven verschillende vragen open. Eén zaak is echter zeker: de formule loont nog altijd de moeite.
Ondanks de de nieuwe fiscale regels en de sombere conjunctuur doet de markt voor bedrijfswagens het nog altijd goed. “Het aantal inschrijvingen van geleasede bedrijfswagens is in de eerste vier maanden van dit jaar zelfs met 10 procent toegenomen in vergelijking met dezelfde periode”, meldt Philippe Simonart van Volkswagen D’Ieteren Finances.
Het dient gezegd dat de regering haar pijlen nauwkeurig gericht heeft. Geen medelijden met de dure spitsmodellen die veel CO2 uitstoten. Gepeperd voor de premiummodellen, maar dan ook weer niet te veel om de fiscale behandeling nog aantrekkelijk te houden. Matig voor de middenklasse, die enkele euro’s meer per maand betaalt. En ronduit sympathiek voor de kleine wagens, die voor 2012 vaak een lager voordeel in natura (ook voordeel alle aard genoemd) aangerekend krijgen dan in 2011, wat inhoudt dat de belastingdruk op het inkomen verlaagt.
Maar die genuanceerde benadering heeft een keerzijde: de praktische – of beter gezegd onpraktische – uitvoering ervan. De ondernemingen, invoerders en verhuurders rukken zich de haren uit het hoofd bij de nieuwe berekeningswijze van het voordeel in natura, die uiterst ingewikkeld geworden is (zie kader De jacht op de Frankensteintarieven)
En niet alleen zij blijven met vragen achter. We zetten de meest voorkomende en hun antwoorden op een rijtje.
1. Zullen de maatregelen wel de geplande 200 miljoen euro opbrengen?
De regering verwacht 200 miljoen euro inkomsten uit de nieuwe fiscale regels voor bedrijfswagens. “Maar het is mogelijk dat die som niet gehaald wordt”, geeft Rick Otten, de woordvoerder van minister van Financiën Steven Vanackere, toe. “Nieuwe, corrigerende maatregelen komen er niet. De auto’s zullen tenminste milieuvriendelijker zijn.”
Het kabinet lijkt daarmee de invoerders en de verhuurders gelijk te geven. Die voorspelden in koor dat het verwachte bedrag niet gehaald zal worden omdat de gebruikers hun gedrag wijzigen. Ze ruilen de meest getroffen voertuigen voor goedkopere modellen. Voor de btw-ontvangsten is dat uiteraard minder goed nieuws.
De regering zal bovendien nooit weten of ze de verwachte 200 miljoen euro binnengehaald heeft. “Dat valt onmogelijk te meten omdat er geen kadaster van de bedrijfsvoertuigen bestaat”, legt Emmanuel De Grève uit. Hij is partner van het financieel en fiscaal adviesbureau DEG & Partners en was vroeger kabinetschef van Bernard Clerfayt, de gewezen staatssecretaris van Financiën.
2. Komen er nog fiscale verrassingen?
Niet op korte termijn, verzekert het kabinet van de minister van Financiën. Niettemin komt er met enige vertraging toch nog een verrassing voor de gebruikers van een bedrijfswagen. Die moeten in hun aangifte van 2013 (inkomsten 2012) voor het eerst een bedrag aangeven. Dat is overigens geen slechte zaak, want daardoor zullen ze vaak wat geld kunnen recupereren. Dat is het gevolg van de correctie op de degressiviteit van de waarde die in aanmerking genomen wordt om het voordeel alle aard te berekenen. Die correctie wordt vanaf mei doorgevoerd.
De fiscus verlaagt voortaan de waarde – en dus het belastbaar voordeel – met 6 procent per jaar, met een maximum van 30 procent. Die maatregel wordt retroactief toegepast vanaf 1 januari 2012. Voor de gebruikers van een voertuig ouder dan een jaar komt er dus een correctie voor de eerste vier maanden van het jaar. Wat in die periode te veel aangerekend werd, krijgen ze terugbetaald.
De regering heeft die operatie verschoven naar volgend jaar. Omdat de aanvraag tot terugbetaling moet gebeuren via de aangifte voor 2013, kan het geld langer in de schatkist blijven.
3. Compenseren de ondernemingen voor de toename van het voordeel alle aard?
De ondernemers zijn niet verplicht de toename van het voordeel van alle aard te compenseren. “Het is voor een onderneming zelfs onmogelijk het loon te verhogen van het personeel dat door die maatregelen getroffen wordt”, beweert Jean-Luc Vanniewenhuyse, jurist bij het sociaal secretariaat SD Worx. “Dat zou in strijd zijn met de loonnorm, die een algemene stijging van de lonen verbiedt. In 2011 is geen enkele stijging van de loonkosten toegelaten. In 2012 enkel een stijging van 0,3 procent. Enkel indexaanpassingen of ‘baremieke’ en individuele verhogingen zijn toegestaan.”
De ondernemingen bevestigen dat. BNP Paribas Fortis compenseert niet. De leverancier van informaticadiensten RealDolmen doet dat evenmin. “We hebben het personeel duidelijk gemaakt dat zoiets onmogelijk is. We moeten al een indexering van 3,5 procent betalen”, zegt gedelegeerd bestuurder Bruno Segers. “Ik denk dat het in alle ondernemingen die ik ken wel hetzelfde zal zijn.”
Steeds vaker schrijven de ondernemingen in hun car policy een clausule in, die aangeeft dat de werkgever wijzigingen in inkomensbelasting niet compenseert. “Dat gezegd zijnde, leidt het wel tot een probleem voor ondernemingen die personeel lokken met auto’s die iets duurder zijn dan het gemiddelde”, stelt Michel Van den Broeck van LeasePlan vast. Over compensatie kan onderhandeld worden, maar dan wel geval per geval.
4. Is de kleine auto de grote winnaar?
In de logica van het nieuwe fiscaal stelsel worden de auto’s met een lage uitstoot en een dito prijs (minder dan 30.000 euro cataloguswaarde) bevoordeeld. Wil dat zeggen dat de kleine auto, zoals de VW Polo of de Renault Clio, als winnaar uit de bus komt? Toch niet. “Het C-segment – zoals de Volkswagen Golf – en het D1-segment – zoals de Renault Laguna of de Ford Mondeo – zijn de categorieën die het meest groeien”, geeft Van den Broeck aan. De kleine wagens (categorie B, Renault Clio) blijven stabiel na een toename in 2011.
5. Is de occasiemarkt overspoeld met bedrijfswagens?
De weerslag op de tweedehandsmarkt was niet zo erg als gevreesd werd, behalve dan in het echte topgamma. Daar gaven woede (en paniek) soms aanleiding tot bruuske verkopen en een tijdelijke daling van de prijzen. “De terugval komt neer op ongeveer 10 procent van de prijs”, erkent Pascal Raes, de baas van Yourcar.be en specialist in het topgamma van de occasiemarkt. “De grootste inlevering gebeurde voor een Ferrari 612. Daar was er een waardeverlies van 30 procent.” Voor de handelaar is dat niet noodzakelijk een goede zaak. “De wagens zijn moeilijker te verkopen. Het duurt soms maanden voor ze een koper vinden.”
Voor de rest van de markt is de weerslag minder voelbaar. “De tweedehandsmarkt is erg internationaal”, zegt Stéphane Verwilghen van Renta. “De auto’s van de verhuurfirma’s verdwijnen vaak naar het buitenland, waar ze beter verkopen. Daarnaast is de automarkt slap in Europa en dat kan de wederverkoopwaarde beïnvloeden.”
6. Hoe kan een leasingcontract voortijdig verbroken worden?
Veranderen van voertuig is nog de eenvoudigste manier om het voordeel van alle aard te verlagen. Hoe dan? De ondernemingen die de wagens in eigendom hebben, kunnen ze gewoon verkopen. De bedrijven die een leasingcontract hebben, moeten onderhandelen met de verhuurder. Die rekent daarvoor kosten aan, want er is een verschil tussen de wederverkoop- en de boekwaarde. Een auto verliest veel van zijn waarde tijdens het eerste jaar en minder in elk volgend jaar. De afschrijving gebeurt echter lineair. De klant die het contract verbreekt, wordt doorgaans gevraagd het verschil in waarde en een schadevergoeding neer te tellen. LeasePlan bijvoorbeeld vraagt 2,5 procent van de boekwaarde. Bij het begin van een leasingcontract is een verbrekingsoperatie dus niet interessant.
Neem het geval van een Audi A6 die vier jaar onder contract staat (30.000 km/jaar) maar na twee jaar weer ingeleverd wordt. Het terug te betalen waardeverschil zal dan 1800 euro bedragen. Daar komen dan nog de kosten voor herfinanciering of compensaties voor de verhuurder bovenop. Werkgevers zullen die factuur zelden willen betalen, alleen maar om een probleem met de inkomstenbelasting van hun personeel op te lossen.
Het is natuurlijk ook mogelijk dat de verhuurder zich welwillend opstelt en een commerciële geste doet om de pijn van de operatie te verzachten. “Ze zijn vrij soepel, ik heb zelden gehoord dat er problemen waren”, geeft Sertang, de topman van de groep Ginion, aan. “Als u een contract over 48 maanden hebt, aan maand 42 zit en opnieuw een wagen neemt bij dezelfde verhuurder, dan kan er onderhandeld worden. Het kan zelfs goed uitkomen voor de verhuurder als hij daardoor beter de pieken kan spreiden van auto’s die aan het einde van hun contract weer ingeleverd worden.”
Zijn al veel contracten vervroegd verbroken? Dat varieert van verhuurbedrijf tot verhuurbedrijf. LeasePlan zegt dat het veel aanvragen binnengekregen heeft om de kosten te berekenen, maar dat weinig contracten effectief afgebroken zijn. Bij Volkswagen D’Ieteren Finance oogt het plaatje anders. Daar werden contracten gemiddeld vier of vijf maanden voor de vervaldag opgezegd. “En dan meer in het geval van een Audi A6 dan van een VW Golf”, zegt Simonart. “Van de weeromstuit heeft dat de bestellingen van nieuwe voertuigen aangezwengeld. Die zijn vergeleken bij vorig jaar dan ook toegenomen.”
7. Is het interessant een voertuig van uw managementvennootschap te kopen?
Dat is een kwestie die vooral de gebruikers van dure wagens aangaat. Daarvoor heeft het voordeel in natura de grootste sprong gemaakt. Verschillende fiscaal adviseurs hebben al gezegd dat het voor wie werkt met een managementvennootschap interessant is de wagen over te kopen. Vervolgens kan dan het beroepsgebruik afgetrokken worden en kunnen de kilometers afgelegd voor het werk terugbetaald worden tegen het belastingvrij forfait van 0,3352 euro per km. Een nauwkeurige berekening is hier wel belangrijk want wie zijn wagen overkoopt, moet wel btw en belasting op inverkeerstelling betalen. Die laatste is in Vlaanderen overigens verhoogd voor wagens met een hoge CO2-uitstoot.
“Ik heb grote twijfels over zo’n overname”, zegt Emmanuel De Grève, oprichter van DEG Partners en fiscaal adviseur gespecialiseerd in managementvennootschappen. “Je kan er misschien bij winnen door het voertuig tegen een zeer lage prijs over te nemen, maar dan loop je ook het risico dat de belastingadministratie dat betwist.” De fiscus weigert een overname tegen de boekwaarde, die vaak lager is dan de handelswaarde.
Pascal Raes van Yourcar.be stelt wel vast dat een dure auto nog altijd interessanter is voor een vennootschap dan voor de bedrijfsleider als natuurlijke persoon. Als we de rekening maken voor een Jaguar Premier Portfolio (112.380 euro) en een Ferrari 458 Italia (196.933 euro) dan zien we dat het altijd duurder is om dat type van voertuig persoonlijk aan te houden: 23.217 euro per jaar voor de Jaguar, 33.217 euro voor de Ferrari. Die berekening door DEG & Partners gaat uit van een aantal hypothesen (30.000 km per jaar, waarvan 11.000 km van en naar het werk, 8800 km professioneel gebruik) en ze omvat ook de terugbetaling van de beroepsmatige kilometers. “Ondanks de sterke toename van het voordeel in natura voor dat type van voertuigen, blijft het statuut van bedrijfswagen interessant”, besluit Emmanuel De Grève.
Van 11 tot 15 loopt op Kanaal Z de reeks Bedrijfsmobiliteit. In elke aflevering wordt een gast geïnterviewd.
ROBERT VAN APELDOORN
Steeds vaker schrijven de ondernemingen in hun car policy een clausule in, die aangeeft dat de werkgever wijzigingen in inkomensbelasting niet compenseert.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier