De bank van ons allemaal

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De Belgische staat legt 4 miljard euro op tafel om Dexia Bank België uit de groep te halen en waarborgt 54 miljard euro financiering voor de restbank. Dat houdt risico’s in.

Terwijl iedereen dacht dat de Fransen eerst zouden zijn met hun project van een bank voor de financiering van de Franse lokale besturen (het samengaan van Dexia Crédit Local, CDC en Banque Postale), waren het de Belgen die maandag met hun stuk van Dexia Group aan de haal gingen. Er waren dan ook redenen om niet langer te talmen.

Dexia kreeg het de voorbije maanden steeds moeilijker om zich te financieren op de interbankenmarkt. De discrepantie tussen kortetermijnfinanciering en langetermijnbeleggingen werd een molensteen om de hals van de groep. Dexia slaagde er niet meer in de nood aan kortetermijnfinanciering, die de voorbije jaren stelselmatig werd afgebouwd, verder te verminderen.

De problematiek werd acuut door de evolutie van bepaalde risicovolle renteswaps, waardoor de groep steeds meer cash collateral moest bovenhalen. Door de aanhoudende daling van de rente verloren de swaps aan waarde en de tegenpartijen eisten dat Dexia daar cash als onderpand tegenover zette. Naar verluidt moest Dexia in september al 45 miljard euro cash opzijzetten als onderpand van renteswaps, terwijl dat in juli nog maar 30 miljard was. Dat geld moest de bank lenen, maar ze kon het niet gebruiken omdat het geblokkeerd zat als onderpand voor de swaps. In zo’n geval komt het einde van de financieringslimiet snel in zicht.

De onduidelijkheid over de toekomst van Dexia veroorzaakte bovendien een vrij ernstige run on the bank. Eind 2010 telde Dexia Bank België (DBB) nog 80 miljard euro klantendeposito’s. In september vloeide 1 miljard euro weg, en sinds begin oktober verdween naar schatting nog eens 1 miljard van de Dexia-rekeningen. Dinsdag 4 oktober was de zwartste dag met een verlies van 400 miljoen euro. De herhaalde verklaringen van premier Yves Leterme dat de spaarder zich geen zorgen hoefde te maken en het vooruitzicht op een nationalisering deden de rust ietwat terugkeren. Maar het duurde tot maandag 10 oktober, toen de verkoop van Dexia Bank België aan de Belgische overheid goedgekeurd werd, voor de spaarder helemaal gerustgesteld was.

Gezonde Belgische tak redden

De overheidsbeslissing om een gezonde Belgische bank te redden en veilig te stellen, werd vrij algemeen toegejuicht. Verschillende waarnemers wezen erop dat 40 miljard euro Belgische spaardeposito’s nu niet meer naar Frankrijk getransfereerd zouden worden. Maar dat is wat kort door de bocht. In de verkoopovereenkomst staat letterlijk dat ‘de intra-group fundingovereenkomsten aanvankelijk behouden blijven. Ze zullen gradueel worden afgebouwd, rekening houdende met het tempo van de desinvesteringen en met de mogelijkheden van het Franse filiaal DCL om de thesaurierol van DBB over te nemen.’

Over de overnameprijs van 4 miljard euro vielen geen zinnige uitspraken te noteren. Daarvoor zijn de marktomstandigheden, met banken die overal in Europa onder druk staan, te onzeker en te volatiel. Volgens insiders was sprake van een prijsvork van 3 tot 7,5 miljard euro. Premier Leterme vindt alvast dat ons land geen slechte zaak gedaan heeft. Hij wijst op het winstpotentieel van Dexia Bank België (de bank maakte vorig jaar een winst voor belastingen van 678 miljoen euro), waardoor een kans bestaat dat de Belgische staat volgend jaar al dividenden int.

In Frankrijk werd vrij onverschillig gereageerd op de demarche van de Belgen. De Franse media nemen er akte van dat de afscheuring van de Belgische tak de groep, op basis van de cijfers eind juni, opzadelt met een boekhoudkundig verlies van 3,8 miljard euro. Volgens een rapport van KBC Securities daalt het netto eigen vermogen van de holding met 1,6 miljard euro tot 5,3 miljard euro (2,7 euro per aandeel). Dexia Group zelf wijst erop dat de solvabiliteitsratio met bijna 200 basispunten verbetert (vooral dankzij de vermindering van de gewogen risicoactiva met 42 miljard euro).

Het overnamecontract is zo opgesteld dat ons land voor langere tijd lijkt vast te zitten aan Dexia Bank België. Als België zou beslissen de bank snel met winst door te verkopen, moet het de meerwaarde volledig (binnen de achttien maanden) of bijna volledig (tot vijf jaar na de aankoop) doorstorten aan de holding. Op die manier wordt een compensatieregeling geïnstalleerd om de aandeelhouders van Dexia Group te laten meeprofiteren van een eventuele snelle doorverkoop.

Good bank, bad bank

De afsplitsing van DBB is de eerste stap in de ontmanteling van Dexia Group. Een tweede deel van het verhaal is de creatie van een zogenaamde bad bank of restbank, die gewaarborgd wordt door België, Frankrijk en Luxemburg. Daarin komen naar schatting voor 200 miljard euro activa, waaronder voor 95 miljard euro obligaties die vooral aan de openbare sector zijn toegekend. Die leningen hebben een gemiddelde looptijd van 12,5 jaar en zijn op korte termijn heel moeilijk te verkopen.

Toch wil Dexia-CEO Pierre Mariani de term bad bank niet horen: “Het gaat om een obligatieportefeuille waarop we sinds 2008, met uitzondering van de Griekse overheidsobligaties, nauwelijks verlies geleden hebben.” Ook volgens premier Leterme en Dexia-bestuursvoorzitter Jean-Luc Dehaene zit er veel waarde in deze portefeuille. De eigenlijke rommel lijkt op het eerste gezicht beperkt: 12 miljard zijn Zuid-Europese overheidsobligaties, en 7,7 miljard heeft het statuut van rommelkredieten (geen rating of de rating van een junk bond).

Maar Itinera-econoom Ivan Van de Cloot is duidelijk: “Natuurlijk zitten er ook slechte zaken in die portefeuille. Ik denk aan bepaalde gestructureerde kredieten. Als er alleen maar goede brokken zouden in zitten, waarom was de staatsgarantie dan nodig?”

De restbank krijgt voor 90 miljard euro waarborgen, volgens een verdeelsleutel 60,5 % België, 36,5 % Frankrijk en 3 % Luxemburg. Dit is precies dezelfde verdeelsleutel als in 2008, toen de bank voor de eerste keer gered moest worden. Maar toen kenden de drie landen voor 150 miljard euro waarborgen toe.

“Drie jaar geleden was de nood veel groter”, beklemtoont Pierre Mariani. “Daarom konden we in 2008 geen operatie van deze omvang uitvoeren. Hadden we toen een restbank opgericht, dan waren er voor 300 miljard euro waarborgen nodig geweest. De voorbije jaren zijn we erin geslaagd de behoefte aan kortetermijnfinanciering te verminderen van 260 naar 96 miljard. Zonder dat werk hadden we vandaag deze stap niet kunnen doen.”

Mariani wees er ook op dat de staatsgarantie ten belope van 90 miljard enkel geldt voor de financiering, en niet slaat op de activa. Naast de obligatieportefeuille komen er drie operationele entiteiten in de restbank: de Spaanse bank Dexia Sabadell, de Italiaanse bank Dexia Crediop en de Dexia Kommunalbank Deutschland. Die drie banken moet Dexia – conform zijn met Europa overeengekomen herstructureringsprogramma – verkopen, maar het probleem is dat de drie banken in de huidige omstandigheden zo goed als onverkoopbaar zijn.

Dat betekent dat de overheden met hun 90 miljard waarborg Dexia in staat willen stellen zijn obligatieportefeuille te financieren. De verkoop van activa zoals Dexia Asset Management, de Turkse Denizbank en de Luxemburgse vermogensbeheerder Dexia BIL moet naar schatting 10 miljard opleveren. En 100 miljard financiering moet de groep zelf zien dicht te fietsen.

Op die manier koopt de overheid tijd voor Dexia. “De groep kan bij wijze van spreken al haar obligaties tot vervaldag bijhouden en amper met wanbetalingen geconfronteerd worden”, denkt een Franse bankier. Maar er zijn ook andere stemmen, die beweren dat Dexia zware verliezen kan incasseren op zijn restbank. “En dan is het maar hopen dat het eigen vermogen voldoende aangesterkt is door de desinvesteringen”, aldus een bron. Voor Dexia BIL zou er al een bod zijn van een investeerder uit Qatar, dezelfde die de privatebankinggroep KBL van KBC koopt voor iets meer dan 1 miljard euro.

De belastingbetaler betaalt

De waarborgen die de Belgische overheid aan Dexia toekent, moeten hopelijk voor de belastingbetaler nooit uitgekeerd worden. Maar zelfs als dat niet gebeurt, zal ons land de rekening betalen. De Belgische waarborg van 54 miljard euro voor de restbank weegt onvermijdelijk op de evaluatie van de kredietwaardigheid van ons land door de ratingbureaus. Volgens verschillende specialisten is een downgrade van België maar een kwestie van tijd. De vraag is vooral hoeveel stappen ons land naar beneden gaat.

En ook de gewesten dreigen hogere rentekosten te moeten betalen. Moody’s dreigt ermee de kredietwaardigheid van Vlaanderen, Wallonië en Brussel te verlagen, omdat er onvoldoende duidelijkheid bestaat over de gevolgen van de redding van Dexia voor de drie gewesten en voor de Gemeentelijke Holding (waarvoor de gewesten ten belope van 450 miljoen euro garant staan).

Kortom, op verschillende niveaus zitten hogere rentekosten eraan te komen. En dat is dan weer geen goed nieuws voor Belgische banken als KBC, die op hun beurt de financieringkosten zullen zien stijgen. Of hoe ook KBC mee betaalt voor de redding van Dexia.

PATRICK CLAERHOUT

“Natuurlijk zitten er ook slechte zaken in de bad bank. Waarom was anders de staatsgarantie nodig?” (Ivan Van de Cloot)

Het overname-contract is zo opgesteld dat ons land voor langere tijd lijkt vast te zitten aan Dexia Bank België.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content