DE BAAS IS OP RONDE

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc is tijdens de 84ste Ronde van Frankrijk makkelijk te spotten. In het zog van de leiders waakt hij vanuit het dak van de rode wagen van de koersdirectie over het sportieve verloop van de wedstrijd. De Société du Tour de France schuift de renners dit jaar een stevige portie cols onder de wielen. Een gebaar naar de klimmers, nadat de voorbije jaren vooral de tijdrijders aan hun trekken kwamen. Jean-Marie Leblanc tekent het parcours uit in functie van de sportieve spanning. Voor zijn part mag de ontknoping zelfs in de laatste seconden vallen. Zoals in de Ronde van Frankrijk in ’68. In de afsluitende tijdrit reed de Nederlander Jan Janssen in extremis Herman Van Springel uit de gele trui en won de Tour met 38 seconden verschil. Ploegmaat van Janssen was Jean-Marie Leblanc. Ook tijdens de Ronde van ’89 stond op de laatste dag een tijdrit op het programma. Leblanc was opnieuw van de partij : niet als waterdrager deze keer, maar als kersverse Tourdirecteur. Hij beleefde een nog bloedstollender versie van het scenario van ’68. Greg Lemond ging in extremis een totaal verbouwereerde Laurent Fignon met een luttele 8 seconden vooraf. Een droomstart voor Leblanc, die in de voorbije negen jaar steeds meer zijn stempel heeft gedrukt op de Tour.

Eind de jaren ’80 dreigde de Tour onder het eigen gewicht te verstikken. De toenmalige dictatoriale Tourbaas Felix Lévitan had van de Ronde een commercieel monster gemaakt. Sponsors liepen elkaar voor de voeten terwijl de eindeloze Tourkaravaan zichzelf dreigde vast te rijden. Daar had Leblanc als journalist van de mee organiserende sportkrant l’Equipe in ’88 een mooi rapport over geschreven. Hij vertelde er meteen ook bij hoe het wél moest. De Tour moest afslanken en professioneler worden en de geloofwaardigheid diende hersteld te worden.

Zo dachten de bazen van Amoury er ook over. Deze persgroep overkoepelt de holding Interpress, waar kranten als l’Equipe of le Parisien ondergebracht zijn, en de holding Amoury Sport Organisation, dat de sportieve organisaties groepeert. Leblanc mocht vanaf ’89 zijn plannen uitwerken als co-directeur van de Société du Tour de France, die naast de Ronde ook nog andere wielerwedstrijden organiseert. Maar de Tour viel meteen onder zijn bevoegdheid.

Leblanc is een man van de dialoog. Hij staat open voor innovaties zolang de renner niet in het gedrang komt. Een proloog laten rijden in prime time terwille van de televisie kan. Een etappe niet, want dan hebben de renners niet voldoende tijd om te recupereren. Een Tourstart volgend jaar in Dublin dat daarvoor een budget van 160 miljoen frank uittrekt kan, een Tourstart in Amerika is van het goede te veel. Jazzliefhebber Leblanc werkt hard om zijn product eigentijds te houden. Hij kort de Ronde in, selecteert de deelnemende ploegen op basis van het internationale wielerklassement, schrapt nevenklassementen en verhoogt het prijzengeld. Ook organisatorisch is voor de renners alles piekfijn in orde gebracht. De tijd dat Colombianen met muntstukken in de hand stonden aan te schuiven voor een telefooncel is lang voorbij.

Leblanc werd in ’44, tijdens de Tourmaand juli, geboren in een Noord-Frans landbouwersgezin. Later volgde hij aan de universiteit van Rijsel de kandidaturen recht en economische wetenschappen. Maar de wielermicrobe kriebelt te sterk : in ’67 mag hij van zijn vader een profcarrière starten. Hij rijdt tweemaal de Ronde uit in dienst van Tourlegendes als Jacques Anquetil of Louis Ocaña. Maar als modale renner zoekt hij een bijverdienste. Tijdens de wintermaanden schrijft hij stukjes voor de regionale krant La Voix du Nord. Als hij in ’71 de kans krijgt om vast in dienst te treden bij de krant ruilt hij het harde wielerleven graag in. Leblanc is dan 27. L’Equipe ontdekt al snel zijn talent en haalt hem naar Parijs. Daar werkt hij zich op tot chef van de wielerredactie. Inmiddels had hij ook een plaatsje veroverd achter in de wagen van koersdirecteur Jaques Goddet als coördinator van de wedstrijdradio een plaats die hij sindsdien niet meer afstond.

Leblanc weet zijn topproduct te verkopen. Publiek, sponsors en media mobiliseert hij rond het legendarische en sportieve van de Tour. Hij herstelde daartoe eerst de communicatie met de media. Leblanc beseft immers dat zij de uitstraling van de Ronde naar het brede publiek verzorgen. Een breed publiek dat geboeid blijft omwille van de sportieve spankracht en het geboden spektakel. Sponsors staan dan ook te trappelen om een graantje van die aandacht mee te pikken. Maar Leblanc wil geen waslijst kleine sponsors meer, zoals in de tijd van Lévitan. Uit andere evenementen leerde hij dat het lucratiever werken is met enkele kapitaalkrachtige sponsors, die in ruil een maximale reclamereturn krijgen. Crédit Lyonnais, Fiat, Coca-Cola en Champion betalen als hoofdsponsor elk 100 miljoen frank. Bij de start van elke etappe wordt een Vip-dorp gebouwd, een idee dat Leblanc uit het tennis haalde. Samen met de tv-rechten en de inkomsten die de start- en aankomstplaatsen ophoesten, levert dat een budget op van 1,1 miljard frank.

De Société du Tour de France is het paradepaard binnen de groep Amoury geworden. Met de winst ondersteunt de Société de kranten binnen de holding, terwijl dat vroeger net andersom was. In ’93 schoof Leblanc door naar de post van algemeen directeur van de Société, dat als missie het organiseren van steeds meer wielerwedstrijden heeft. Daarvoor heeft het bedrijf 47 mensen in dienst. Zo werd eveneens de organisatie van de noodlijdende Waalse Pijl overgenomen. Ook klassiekers als Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik of Parijs-Tours huizen bij de Société. Voor Leblanc is het normaal dat zijn bedrijf naar uitbreiding streeft om de toekomst van zijn werknemers te verzekeren. Zo antwoordt de Tourbaas op de kritiek dat de Société binnen het wielerbestel een machtspositie heeft uitgebouwd. Leblanc heeft het goed voor met de wielersport. Als voorzitter van de AIOC (vereniging voor wielerorganisatoren) wil hij dat andere wedstrijden als de Giro of de wereldbekerwedstrijden niet te veel in de schaduw van de Tour blijven hangen. Daarvoor had Leblanc zelfs enkele jaren geleden een rel over met enkele Spaanse topformaties die hun kat stuurden naar de laatste wereldbekerwedstrijden. Leblanc dreigde hen uit de Tour te weren. De directeur meent dat het goed is voor de wielersport dat de Tourhelden zich meermaals per jaar met elkaar meten. Tot eer en glorie van de Tour de France.

DAAN KILLEMAES

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content