DE AANDACHT IS BEPERKT
Niet zo lang geleden werd in lyrische stukken een toekomst geschilderd waarin software robots “intelligent agents” het Internet zouden afschuimen op zoek naar de beste kopen voor hun opdrachtgevers. Zelfs werd er geopperd dat het concept van vaste prijzen zou worden vervangen door een beursmodel, waar vraag en aanbod in real time de prijs van goederen zouden bepalen. Tot nog toe blijft het wachten op de invulling van dit soort beloftes. En met reden, vindt Walter Van de Velde, voormalig onderzoeker aan het Artificiële Intelligentie Laboratorium van de VUB en nu hoofd research bij het Diegemse Riverland, dat een partner is van het Medialab van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Riverland maakte vorige week nog in het bijzijn van minister-president Luc Van den Brande een licentie- en distributie-overeenkomst met Firefly Network bekend. Firefly probeert met zijn “Advanced Personalization”-technologie precies de interactie tussen handelaars en consument te optimaliseren door een profiel van de consument samen te stellen, zodat hij beter kan worden bediend. Dat profiel wordt als een “paspoort” in een database opgeslagen, waaruit alle Firefly-sites informatie kunnen putten.
WALTER VAN DE VELDE. De eerste experimenten met wat toen intelligent agents heette, hadden een heel nauw zicht op wat handel betekent. De consument is op zoek naar de goedkoopste prijs dat was een beetje de analyse. En het systeem zou dan helpen om effectief de goedkoopste prijs te vinden.
Een voorbeeld was BargainFinder, een experiment van Andersen Consulting. BargainFinder kwam aan zijn informatie door overeenkomsten met in dit geval cd-verkopers, die hun catalogen en prijzen on line voor de BargainFinder agent beschikbaar maakten, zodat hij erin kon rondneuzen en prijzen vergelijken. In het begin werkte het systeem. Er waren 9 catalogi en het bleek inderdaad dat de goedkoopste won. Waarna de anderen zeiden : wat is het nut van hierop te zitten, we komen toch niet aan bod. Dus meer en meer werd de toegang tot die catalogi afgesloten zodat de agent op den duur niets meer had om naar te kijken. Einde van het experiment.
De vraag is hoe je het spel van onderhandelingen, u bekend maken op het net enzovoort rijk genoeg kunt maken om al die facetten van dienstverlening die je in de reële wereld hebt, te weerspiegelen in een elektronisch medium en hoe je de klant met al die elementen rekening kunt laten houden in zijn keuze. Hoe moet een elektronisch handelsmedium er uitzien, welke aspecten van het verhandelde goed moeten aan bod komen ? Op dit ogenblik is dat heel beperkt. Je kan de koopervaring uit de reële wereld niet bereiken door alleen maar op het product te focussen. Als je een auto koopt, is daar zoveel meer aan dan alleen maar die auto. Er is een hele servicestructuur daarrond, een complex vergelijkingsspel. Misschien dat het voor cd’s kan, ok.
TRENDS. Sindsdien zijn de agents toch iets gesofisticeerder geworden ?
Agent is een woord dat veel verwarring schept. Voor mij beantwoordt een agent aan drie criteria : hij moet zich bewust zijn van wat zijn opdrachtgever wil ( awareness) ; hij moet daarvoor zelf het initiatief nemen ; en hij moet een geschiedenis hebben, dus optreden in functie van wat hij in het verleden heeft geleerd. Firefly Networks noemt zijn Advanced Personalization systeem geen agent meer. Het heeft wel geschiedenis, maar geen initiatief. Je moet er echt alles aan vragen. Awareness is er evenmin : je moet er alles aan vertellen. Het zijn technieken die helemaal niet nieuw zijn, die in machine learning maar ook in klassieke patroonherkenning zwaar zijn uitgespit. Het is gewoon de kracht van het medium Internet dat allerlei bestaande technieken plotseling zo’n reikwijdte geeft, dat je pas dan eigenlijk de kracht ervan kunt beginnen exploiteren. Daardoor is dat een stap vooruit.
Elektronische handelaars bouwen nu een profiel op van hun klanten en pushen dan informatie naar hem toe. Waarom zijn er dan nog agents nodig ?
Push zal belangrijker en belangrijker worden. Gecombineerd met handel leidt dat voor de gebruiker tot een totaal oninteressante informatiesituatie. Als dat naïef wordt aangepakt, wordt hij overspoeld door duizenden push-kanalen en zal hij totaal niet meer weten waaraan hij wel of geen aandacht moet besteden. Dus moeten er mechanismen gevonden worden om dat te beheersen. Ik zie een toekomst waarin het netwerk niets anders is dan een grote soep van agents die constant informatie op mij afvuren. Agents van producenten, maar ook van consumentenverenigingen en andere gebruikers met ervaring van bepaalde producten. In die wereld heeft iedereen zijn elektronische vertegenwoordigers. Natuurlijk is mijn schermpje maar zo groot en mijn aandacht maar zo beperkt, dus daar moet een schema tussenzitten, wat ik dan de concurrentie om aandacht noem, een soort economie van aandacht in plaats van een economie van informatie, die voor mij regelt waarop ik mijn aandacht moet richten om effectief te werken. Al die agenten zijn in die wedijver om aandacht verwikkeld. Ze evalueren constant op basis van waar ik mee bezig ben of ze relevant zijn voor mij op dat moment en of ze iets te zeggen hebben op dat moment. Als ik op zoek ben naar een auto, kan de agent van een consumentenvereniging zich relevant gaan vinden als ik gecontacteerd wordt door de agent van een autobedrijf dat een slechte reputatie heeft.
In mijn model zit mijn persoonlijke agent in mijn browser en probeert hij voortdurend te karakteriseren waar ik mee bezig ben. Hij signaleert dat aan de anderen, die dan eventueel hun belangstelling laten blijken : ik denk dat ik iets te zeggen heb, want…. Zij presenteren als het ware hun geloofsbrieven.
Op die basis en aan de hand van wat mijn persoonlijke agent leert uit mijn reacties, gaat hij bepaalde informatie doorlaten en andere niet. Dat schema zullen we gebruiken in een Esprit-onderzoeksproject, Comris, dat op 1 oktober start.
Bewustzijn verkrijgen van wat iemand doet, is momenteel een beperkende factor bij het ontwerpen van een agent. Wij zitten daar met een heel archaïsche interface, met het keyboard en de muis als enige kanaal om informatie te geven. Maar er kunnen dingen gebeuren : het klikgedrag van de gebruiker, bijvoorbeeld, kan worden geanalyseerd, niet enkel op één site, maar theoretisch over het gehele Internet. Het is mogelijk robots te creëren die gaan naspeuren waar u allemaal is geweest. In het Comris-project gaan we echter een draagbare computer als interface gebruiken, uitgerust met allerlei telecommunicatiemiddelen.
BRUNO LEIJNSE
WALTER VAN DE VELDE (RIVERLAND) Interactie tussen handelaar en klant moet rijker worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier