Dat scheelt een slok op de pint

Roeland Byl redacteur bij Trends

Interbrew mag dan naar de beurs gaan, het opslokken van Whitbread en Bass kost de brouwer wel een slordige 170 miljard frank. Verslikt Interbrew zich niet in die overmatige bierinname? En wat als Whitbread en Bass niet als één Britse brouwerij mogen opereren? Trends vernam het tussen pot en pint van topman Hugo Powell.

De internationale pers kon er vorige week amper over zwijgen: Interbrew neemt de brouwersactiviteiten van de Britse groep Bass over. Hoewel Interbrew in 1995 de wereld al verraste met de overname van het Canadese Labatt, bleef de Belgische brouwer toch een beetje de underdog. Concurrenten voor de overname van Bass Breweries waren Carlsberg en Heineken. Iedereen ging ervan uit dat een privé-aandeelhoudersstructuur – Interbrew wordt gecontroleerd door enkele discrete en veelal adellijke families – een hinderpaal zou vormen om aan de top van de consoliderende brouwerswereld te blijven meespelen. Dat leek deze lente in elk geval zo toen Interbrew het gegeerde Kronenbourg in handen zag vallen van Scottish & Newcastle.

Maar dat was buiten de waard gerekend. Eerst volgde de beslissing tot een beursgang, daarna stak Interbrew aartsrivaal Heineken de loef af door Whitbread binnen te halen. Prijs: 26,4 miljard frank. De hoofdvogel in Groot-Brittannië, met 60 miljoen hectoliter bierverbruik toch een van de grootste markten in de wereld, was evenwel Bass.

“We moesten eerst de adviserende bankiers van Bass overtuigen dat we zoveel geld zouden kunnen loskrijgen,” lacht Hugo Powell, de Canadese chief executive officer (CEO) van Interbrew. Circa 146 miljard frank moet de brouwer ophoesten. Kapitaal dat het via een lening bij ABN Amro bijeenschraapt.

In de marmeren gang waar het directiecomité resideert, is het koel. Er valt nauwelijks nog wat te merken van dagenlang hard labeur. Niet de jongste hittegolf deed Hugo Powell en de zijnen zweten, wel de hectische eindsprint naar de overname en de interesse van de internationale pers. Maar Powell is goed geluimd. Hij geeft een beminnelijke indruk en spreekt openlijk – zoals wel meer toplui van over de oceaan.

TRENDS. Eind vorig jaar bedroeg de geconsolideerde schuld 90 miljard frank. Daar komt nu nog eens 170 miljard bij. Wordt deze acquisitie een strop voor de financiële veerkracht?

HUGO POWELL. Dit is niet de eerste grote overname van de groep. Proportioneel bekeken was de stap om Labatt te kopen voor Interbrew groter. Hoewel de prijs in absolute termen lager lag ( nvdr – 58 miljard frank), is dit voor ons een kleinere stap. Toen verdubbelde het volume van 17 miljoen hectoliter naar 33 miljoen hectoliter. Vandaag stijgt dat volume slechts met 40% of 22,6 miljoen hectoliter. Intussen is het management uitgebreid en geïnternationaliseerd. Wij hebben bewezen dat we een grootschalige overname ook kunnen integreren. Daarom geloof ik niet dat Bass te hoog gegrepen is.

Bovendien moet je toch de transactie in het huidige klimaat zien. We betalen 8,5 maal de bedrijfskasstroom ( EBITDA). Heineken betaalde voor de overname van het Spaanse Cruzcampo 12 maal de bedrijfskasstroom en Scottish & Newcastle 11,5 die van Kronenbourg. Uiteraard is 170 miljard veel geld, maar in verhouding tot de recentste transacties in de brouwerijwereld is dit een buitenkans.

Dat neemt niet weg dat in Groot-Brittannië het bierverbruik lichtjes terugloopt.

In het algemeen is de Britse biermarkt stabiel. Meer in detail is het beeld genuanceerder. Zowel Whitbread als Bass groeien. Vorig jaar wist Bass – door zich op luxebier te concentreren – zijn omzet op te drijven met 3% en de bedrijfswinst steeg zelfs met 6,7%. Ze hebben sterke merken en een prachtige positie. Ik ben ervan overtuigd dat onze mensen de skills hebben om die positie in hun lokale markten te versterken. Dat gebeurde totnogtoe met al onze overnames. Die deden het allemaal beter binnen de groep dan erbuiten.

Ook Heineken en Carlsberg waren kandidaat-kopers. Waarom heeft Interbrew het uiteindelijk gehaald?

Toen Bass besloot de brouwersactiviteiten te verkopen, telde voor de verkopende aandeelhouders in de eerste plaats de waarde die ze konden realiseren. Maar dat betekende niet dat het hoogste bod per definitie zou winnen. Wij betalen cash en hebben verregaande garanties gegeven. Natuurlijk zou een samensmelting van Whitbread en Bass voor Interbrew schaalvoordelen opleveren. Maar ook als de mededingingsautoriteiten daar een stokje voor steken, gaat de deal door en zullen we ze als gescheiden ondernemingen runnen.

Bovendien wilden de aandeelhouders hun baby in goede handen achterlaten. We hebben wat dat betreft een goed imago. Ook Labatt is niet opgeslokt en weggedrukt, maar heeft een volwaardige plaats in het Interbrew-gamma gekregen. Wat het management aangaat: iedere manager wil tot het winnende team horen. Wij zijn in de wereld de snelst groeiende brouwersgroep en daarvan konden we hen blijkbaar overtuigen. Dankzij onze internationale vertakking beschikt Bass nu over een beter netwerk voor de promotie van zijn exportbieren.

Eigenlijk zegt u dat Interbrew al die tijd werd onderschat?

Hoewel wij al enkele jaren – zonder een beursnotering – gewend zijn om openlijk onze cijfers te presenteren, deed niemand zijn huiswerk. In de ogen van de analisten, journalisten en investeringsbankiers hoorden we als private company blijkbaar tot een andere categorie dan onze concurrenten. We moesten ons bij de Londonse investment bankers eerst nog even voorstellen. Zij hadden hun twijfels of we wel de centen voor een volwaardig bod bij elkaar zouden krijgen. Nochtans zijn we echt wel de snelst groeiende groep. Onze verkoop steeg met 14,9%. Bij Heineken is dat 8,9%, bij Carlsberg 3,8%.

Eerlijk gezegd voelden we ons in deze schaduwrol wel goed. Maar nu is het verrassingseffect helemaal voorbij. Iedereen weet dat we naar de beurs zullen gaan en met de recente acquisities zijn we wereldwijd de nummer twee. Daar kijk je niet meer omheen.

De samensmelting van Whitbread en Bass zou toch wel eens voor problemen kunnen zorgen bij de Britse mededingingsautoriteiten.

Enkele jaren geleden probeerden Bass en Carlsberg in Groot-Brittannië al samen te smelten. Die deal was eigenlijk goedgekeurd, maar in laatste instantie strooide een Britse minister roet in het eten. Die groep zou toen op de Britse markt een aandeel van 35% gehad hebben. Whitbread en Bass samen hebben maar 32% van de markt in handen. Het netwerk pubs dat zowel Whitbread als Bass hadden, valt buiten de deal. De grootste concurrent, Scottish & Newcastle, heeft 29% marktaandeel en houdt er wél een pubnetwerk op na.

Eigenlijk moet je de transactie vandaag ook door een Europese bril bekijken. De belangrijkste marktpartij in Griekenland bijvoorbeeld heeft een marktaandeel van 80%. Heineken controleert in Nederland 51% en wij hebben in België 55% in handen. Eigenlijk is 32% dan niet zo veel. Alleen in Duitsland is de markt nog versnipperd.

Trouwens, competitie is er in Groot-Brittannië genoeg. Alle grote spelers, Heineken, Anheuser-Busch, South African Breweries, Scottish & Newcastle en Carlsberg spelen mee in de Britse markt.

Het overnamegeweld concentreerde zich de jongste maanden op West-Europa. Eerst Kronenbourg, dan Whitbread en nu Bass. Naar groeicijfers is echter het voormalige Oost-Europa met een groeiprognose voor bier van ongeveer 25% misschien wel het slagveld van de toekomst. Interbrew staat relatief sterk in Rusland en Oekraïne via Sun-Interbrew, een joint venture met Sun Brewing, een van de voornaamste brouwerijen uit de voormalige Sovjet-Unie. Ook Carlsberg ziet een toekomst in het vroegere Oostblok. Begin deze maand kondigde de Deense brouwersgroep de overname aan van de brouwerijactivitieten van het Noorse Orkla. Die staat juist sterk in Rusland en Oekraïne.

Zegt Powell: “We zijn erg gelukkig met onze positie in Oost-Europa. We zijn overal nummer één of twee. Niemand weet of de groei die er nog mogelijk is voor een scherpere competitie zal zorgen. De concurrentie in landen waar de bierconsumptie daalt zou wel eens veel zwaarder op de marges kunnen wegen.”

Het volume stijgt misschien wel, maar is brouwen rendabel in Rusland?

Om te beginnen is het bierverbruik gestegen. Niet het totale alcoholverbruik stijgt, wel de mix van het drankgedrag. In termen van bedrijfskasstroom zijn we rendabel, maar het nettoresultaat is negatief. Dat komt vooral door de grote investeringen die we er hebben gedaan.

Bovendien heeft de devaluatie van de roebel de marges verkleind. Twee jaar geleden was die nog 40 dollar per hectoliter. Vandaag is dat gedaald tot 20 dollar.

De consolidatiebeweging lijkt nu even over zijn hoogtepunt. Blijft Interbrew in de toekomst aan de kant?

Tot op heden zijn de grote spelers wat uit elkaars buurt gebleven. Heineken bouwde in Polen een sterke positie uit, wij focusten meer op Rusland. Waarschijnlijk hadden we graag hun positie in Polen gehad, en wellicht benijdt Heineken onze positie in Rusland. Zij namen in Brazilië een minderheidspositie in Kaiser. Wij staan sterk in Korea.

Er is nog steeds ruimte voor consolidatie. Wij hebben als wereldwijde nummer twee de ambitie om daarin onze rol te spelen. In de eerste plaats vinden we dat de regio’s waar we al aanwezig zijn, moeten versterken. Een nieuwe regio willen we enkel aanpakken met een sterke partner.

Interbrew zegt van zichzelf dat het overal de beste lokale brouwer wil zijn. Maar ook Heineken en Carlsberg zeggen dat ze lokale brouwerijen kopen, ontwikkelen en pas dan hun premium pils op dat platform lanceren. Is jullie strategie nog wel zo uniek?

Het is waar dat Heineken en Carlsberg hierop inspelen. Toch is er een onderscheid. Bij ons was dat een natuurlijke strategie. Eigenlijk is Interbrew een conglomeraat opgebouwd rond de 180 biermerken die we vandaag vertegenwoordigen. Pas nu beginnen we aan de uitbouw van een internationaal merk. Het duurt minstens nog tien jaar eer Stella een global brand is.

Voor het Amerikaanse Anheuser-Bush ligt dat anders. Zij maken Budweiser en willen iedereen in de wereld liefst een Bud zien drinken. Hun strategie bestond erin zich te concentreren op de grote markten en daar met Bud marktaandeel te pakken. Totnogtoe is dat niet echt gelukt. In Groot-Brittannië blijven ze steken rond 4%.

Heineken koopt wel lokale brouwerijen, maar ziet die toch in de eerste plaats als een platform om hun pilsbieren Heineken en Amstel aan de man te brengen in nieuwe markten. Carlsberg doet hetzelfde maar heeft minder geld en is dus minder ambitieus dan de Nederlanders.

De verschuiving naar lokale accenten is vrij recent, maar je ziet het overal. Niet enkel bij onze concurrenten, ook bij Coca-Cola en Procter & Gamble. De nieuwe toplui kiezen voor lokale accenten als strategische wissel op de toekomst.

Dreigt de beursgang in het gedrang te komen wanneer de goedkeuring van een fusie tussen Whitbread en Bass uitblijft? Jullie sluiten voor deze deal een lening af, dus uitstel betekent meer interest.

De beursgang is voorzien voor de herfst van dit jaar. Als er vertraging zou optreden, willen we toch tegen de lente van volgend jaar op de beurs genoteerd zijn. Dat is financieel geen ramp. Ook als je op de beurs noteert, moet je rekening houden met een return on investment. Uiteraard zullen we een deel van onze schulden afbetalen met de centen die uit de beursgang voortvloeien. Toch is er geen rechtstreeks verband. De beursgang is er in de eerste plaats om onze positie in de toekomst verder te verstevigen.

roeland byl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content