Dat ene levensbelangrijke telefoontje

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Erik Hoving, topman van Zenitel, is medeauteur van het boek ‘The End of Change’. Is die titel toepasselijk op Zenitel?

Militaire luchtvaart, straalverbindingen, de eerste computersystemen en tv-opnamestudio’s, satellietnavigatie en radiotechnologie voor tunnels: Zenitel heeft al heel wat watertjes doorzwommen. Erik Hoving heeft uit het amalgaam de essentie gedistilleerd: kritische communicatie. “Dat staat in het mission statement dat ik op mijn eerste dag hier lanceerde,” legt hij glimlachend uit. “Maar ik liep hier al wel een paar maanden rond in het huis. Dat maakt het iets makkelijker om dan met de deur in huis te vallen.”

Vorige week maakte het bedrijf bekend dat het een eerste basisstation voor tetraradiocommunicatie in werking had gesteld aan het Deurganckdok in de Antwerpse haven. Tetra is de norm voor professionele, beveiligde radiocommunicatie. Dat station geeft bedrijven die een abonnement kopen, de garantie dat hun communicatie, vooral op het gebied van veiligheid, goed verloopt. Hugo Ketels, managing director voor België, legt uit: “Veel bedrijven hebben hun eigen netwerk voor beveiligde communicatie. Met onze technologie kan je behalve die communicatie ook gps voorzien, zodat je exact de bedreiging kan lokaliseren, en je de politie, brandweer en andere betrokken overheden dadelijk kan waarschuwen.”

Dat is dus wat Hoving wil zeggen met kritische communicatie. Hoving, een 43-jarige Nederlander die pendelt tussen zijn woonplaats Wassenaar bij Den Haag en de kantoren in Oslo, Almere en Zellik, verduidelijkt: “Vertaald: ervoor zorgen dat hulp- en veiligheidsdiensten en andere gebruikers geen network busy te zien krijgen wanneer ze dat ene levensbelangrijke telefoontje willen plegen.”

Vier jaar verlies

Helaas lijkt Zenitel zelf ook wel toe aan een levensreddende oproep. Want de laatste vier jaar werden er telkens rode cijfers geafficheerd. De dromen van eind jaren negentig om een one billion dollar company te worden, werden gekelderd door uiteenspattende technologiebubbels, de aanslagen van 11 september 2001 en een schijnbaar onophoudelijke herstructureringsgolf.

Heeft Hoving al het juiste nummer gedraaid? De Nederlander roert door zijn cappuccino en vertelt over zijn bezoek aan een psycholoog. “Niet voor mezelf, neen. Wel met de vraag wat mensen doen in crisissituaties. Wat blijkt? Ze grijpen niet naar hun BlackBerry. (glimlacht) Ze willen praten. Dat is een onderliggende behoefte die binnen honderd jaar nog steeds dezelfde zal zijn. Dus primo: dit is een interessante markt. Ten tweede: op wereldschaal bekeken zijn er vier sectoren die echt boomen: veiligheid, communicatie, biotechnologie en alternatieve energie. Wij zitten op het snijpunt van die eerste twee. Dus er is groei. Waar wij nu mee bezig zijn – punt drie – is een businessmodel implementeren waarvan wij vinden dat het de juiste weg is naar winst.”

Of hij die winst straks in maart al kan aankondigen over het afgelopen jaar, daarover houdt de gedelegeerd bestuurder de lippen stijf op elkaar. “Ik geloof in verantwoordelijkheid. Met de cijfers ga ik eerst naar mijn aandeelhouders.” Alle analisten die het aandeel volgen – zoals Dirk Saelens van KBC Securities – verwachten over 2006 een winst (ebitda) van zowat 300.000 euro. Dat klinkt hoopgevend na de vier vorige verliesjaren, maar Saelens waarschuwt: “De winst komt vooral uit een goed vierde kwartaal. Het bedrijf heeft nog niet de nodige kritische massa om structureel winstgevend te zijn.”

Hoving laat de opmerkingen niet aan zijn hart komen. “Wat is kritische massa? Op wereldvlak hebben we die helemaal niet. Maar op het vlak van professionele mobiele radiocommunicatie in België en Nederland is die juist zeer groot. Op middellange termijn – vijf tot tien jaar – willen wij een leidende speler zijn op het vlak van kritische communicatie, maar dat gaat met kleine stapjes. Ik wil bescheiden blijven: laten we eerst prestaties neerzetten.”

De ambitie van Leopold II

Ooit waren de ambities groter. Het bedrijf kan dan ook bogen op een roemruchte geschiedenis. Koning Leopold II zag brood in de draadloze telegrafie van Guglielmo Marconi, de uitvinder van de telegraaf, om de communicatie met zijn Congo mogelijk te maken. De tests mislukten en leverden een jarenlange vete op met het Duitse Telefunken, maar in 1901 steunden Marconi en Leopold II wel de Belgische ondernemers die Compagnie Générale de Télégraphie sans Fil (CTSF) uit de grond stampten.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog week het bedrijf uit naar Groot-Brittannië en het neutrale Nederland, wat leidde tot de start van telegraafmaatschappij Radio Holland, dat uiteindelijk in 1992 werd overgenomen. Het bedrijf – na de Tweede Wereldoorlog omgedoopt tot SAIT Electronics, Société Anonyme Internationale de Télégraphie – kon bogen op een interessant trackrecord: militaire luchtvaart, straalverbindingen, de eerste computersystemen en tv-opnamestudio’s, satellietnavigatie en radiotechnologie voor tunnels. Tegelijkertijd was dat ook de zwakte die Patrick de Groote (ex-ABB) in 1999 aantrof: een kluwen van participaties, een torenhoge schuld van 64 miljoen euro en een bijna militaire structuur.

De Groote verkocht alle niet-kernactiviteiten, wat de schuld deed krimpen tot 12 miljoen euro, en fuseerde in 2000 met het Noorse Stento. Het eeuwfeest werd gevierd met een nieuwe naam en een nieuw hoofdkwartier in Zellik. Maar het uiteenspatten van de technologiebubbel en de tegenvallende conjunctuur na de aanslagen van 11 september 2001 zorgden voor de vier verliesjaren op rij. Begin 2005 trad met Hoving een nieuwe topman aan, die nog altijd opziet tegen een serieuze schuldenlast (zie kader: De plotse spurt van het aandeel). Erik Hoving bekijkt het positief: “Met zo’n schuldratio moeten we wel presteren, maar we hebben gelukkig een goede relatie met onze banken. Voor een goede investering vind je altijd financiering.”

Ex-consultant

Erik Hoving werd bij Zenitel geïntroduceerd door zijn landgenoot Duco Sickinghe, topman van Telenet en bestuurder bij Zenitel. Toch was België voor Hoving geen onbekend terrein. Zo was hij begin 2000 samen met Stan Miller aan de slag bij telecomoperator Base, dat net op zijn dieptepunt zat. Daarvoor haalde hij een diploma ingenieur aan de Technische Universiteit Delft. “Het klopt dat CEO zijn voor mij een nieuwe uitdaging was, maar bij Arthur D. Little, waar ik de Europese telecomafdeling leidde, superviseerde ik toch ook driehonderd mensen.”

Later werd hij senior partner bij adviesgroep Monitor van strategiegoeroe Michael Porter. In zijn agenda vindt hij behalve voor squash, tennis en zijn vier kinderen ook plaats om als bestuurslid en medeoprichter van de Stichting Lezen en Schrijven het analfabetisme te bestrijden, en om als lid van Toekomst der Techniek langetermijntechnologieverkenningen te doen voor Nederland.

Bij Zenitel trof de Ajaxfan twee bedrijfseenheden aan, die in zekere mate nog de twee fusiepartners weerspiegelden. Het vroegere SAIT stond vooral sterk in draadloze oplossingen, de divisie CSS ( communication and security systems) teerde meer op activiteiten van het vroegere Stento. “We gingen iets te veel met twee naar dezelfde klant. Daarom hebben we die divisies samengevoegd.” Of daarmee de veranderingen ten einde zijn, wil Hoving niet gezegd hebben. “Je moet je elk moment afvragen of je bepaalde taken wil blijven doen. We hebben in het Verenigd Koninkrijk onze lokale distributieactiviteiten afgestoten, omdat wij denken dat dit niet onze kerncompetentie is.”

Een nieuwe focus

De focus ligt niet meer op afdelingen, maar op wat het bedrijf doet: projecten, distributie en netwerkoperator (zie kader: Wat doetZenitel?). Het marktgerichte is iets wat de Hagenaar er bij het ingenieursbedrijf probeert in te pompen. “We zijn een klein bedrijf, maar tot nader order nog geen rijk bedrijf. Zenitel heeft een heel grote kennis, het is een broedplaats van goede ideeën en technici. Maar je moet ook focussen op je markt. Want de wereld van professionele communicatie is bijna van nature uit conservatief: van wat nu werkt, ben je zeker, iets nieuws is een risico. Dus moet je extra hard je best doen om daar nieuwe producten aan de man te brengen.”

Toch zijn er ook gelijkenissen met de gewone communicatiewereld. Hoving: “Wat is daar veranderd sinds begin jaren negentig? De intrede van gsm-standaarden en internet. Het equivalent daarvan heet bij ons tetra en IP: internetprotocol. En we gaan hoe langer hoe meer naar geïntegreerde pakketten: klanten vragen totaaloplossingen, waarvan onze producten een belangrijk onderdeel zijn, maar waarbij we ook zaken inkopen die we zelf niet in huis hebben.”

De groei van Zenitel ziet Hoving op twee terreinen tot stand komen. Ten eerste het opereren van veilige mobiele netwerken op basis van tetra. Het Zellikse bedrijf heeft sinds 2004 op de Caraïben, sinds vorig jaar in Nederland en met het Antwerpse project ook in België afdelingen. Hoewel het bedrijf eerder aankondigde dat de doelstelling van 10.000 RGU’s ( revenue generating users) voor 2006 niet werd gehaald, blijft het een interessante markt, zeker omdat het een stabiele inkomstenstroom genereert.

De meest tot de verbeelding sprekende groeimarkt ligt echter… binnenshuis. Confinedareas is de vakterm: ondergrondse parkeergarages, tunnels, metro- en treinstations, stadions, bruggen, zeg maar de plaatsen waar de meeste gewone gsm’s het al eens durven laten afweten. Zenitel kan er inspelen op het groeiende veiligheidsbewustzijn bij politie, brandweer en andere overheden. Hoving: “Herinner u de bomaanslagen in Londen. Het London Bombing Report vermeldt duidelijk dat de hulpdiensten ondergronds niet of onvoldoende konden communiceren. Wij zorgen ervoor dat dat wél kan.”

Luc Huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content