Daar zit potentie in

Roeland Byl redacteur bij Trends

Sinds begin deze week is Viagra ook bij Belgische apothekers te koop. Nadat Amerikaanse mannen al de pretpil van producent Pfizer mochten uitproberen, komt de Viagra-pil dus terug naar het continent waar ze werd ontwikkeld: Europa. Trends bezocht het onderzoekslab van Pfizer in Groot-Brittannië en ging na of Pfizer nog meer blockbusters in huis heeft.

Sandwich (Groot-Brittannië).

Het is zover. Sinds begin deze week ligt Viagra, het middel tegen erectiestoornissen, ook bij de Belgische apothekers. Het meest gehypte medecijn van de eeuw, na Coca-Cola en McDonald’s de best herkende merknaam, haalde na introductie in de Verenigde Staten fabuleuze verkoopcijfers. In zes maanden tijd 5 miljoen voorschriften voor 3 miljoen patiënten. Analisten schatten het jaarlijkse verkooppotentieel van Viagra op 5 tot 10 miljard dollar (170 tot 341 miljard frank).

Hoewel de Amerikaanse mannen als eersten de pretpil mochten uitproberen, dankt de wereld Viagra aan Europese onderzoekers van het Britse researchcenter in Sandwich. Onderzoekers bepalen in de moderne geneesmiddelenindustrie mee het succes. Wereldwijd organiseert farmaproducent Pfizer zijn activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) in vier vestigingen: Groton (VS), Sandwich (Groot-Brittannië), Amboise (Frankrijk) en Chita-Gun (Japan).

Belangrijkste farmabedrijf in 2001?

Het Pfizer-complex in de heuvels van het Engelse graafschap Kent heeft nu al de omvang van een uit de kluiten gewassen campus, maar neemt nog uitbreiding. De jongste jaren investeerde Pfizer 28 miljard frank in de uitbouw en verbetering van de site. De komende jaren zal nog eens 20 miljard frank aan dat doel worden besteed. Vandaag lopen er 2000 onderzoekers rond, hun aantal moet binnen twee jaar toenemen met duizend.

“Alleen het beste is goed genoeg,” vertelt Gill Samuels, directrice wetenschapsbeleid. “Daarom rekruteren we in toenemende mate over heel Europa. Trouwens, door de spreiding van onze researchcentra over Amerika, Europa en Japan denken we over de juiste structuur te beschikken om op elk continent de beste wetenschappers te kunnen engageren.”

Pfizer is een fenomeen.

In de jaren ’80 bengelde het in de toptien van farmaceutische groepen ergens achteraan. Dankzij een eigenzinnige koers stomen chief executive officer William Steere en de zijnen nu op naar de derde plaats, na de Amerikaanse gigant Merck&Co en het Britse Glaxo Wellcome. Doel van de missie is de eerste plaats: die wil het bedrijf bezetten tegen het jaar 2001. Geen overnames, veel investeren in research en het uitbouwen van een grote verkoopafdeling, dat is het recept waarop de huidige inhaalbeweging is gebaseerd. Het Amerikaanse magazine Fortune koos Pfizer al twee opeenvolgende jaren (1997 en 1998) tot het meest bewonderde farmacieconcern.

In het hoofd van beursanalisten was Pfizer tot voor kort al de wereldwijde nummer één. Al verhapten zij zich in hun winsterwachtingen. De beurskoers steeg het afgelopen jaar spectaculair (zie grafiek: Koersverloop Pfizer). Na de bekendmaking van de trimesteriële resultaten begin oktober waren de analisten ondanks een omzetgroei met 21% in het derde kwartaal (tot 115 miljard frank) ontgoocheld en kreeg de koers klappen. De terugval was te wijten aan de teleurstellende verkoopcijfers van Viagra, dat trager groeide dan verwacht. Pfizer beweert dat de beursjongens hun verwachtingen te hoog hadden ingesteld. Sinds 13 oktober – het dieptepunt – is de koers alweer met bijna 25% gestegen.

Nieuwe blockbusters

Pfizer heeft trouwens ook zonder Viagra troeven in de hand. Er zijn andere blockbusters waarbij het concern is betrokken. Zo gooiden Pfizer en de Amerikaanse farmaproducent Warner-Lambert in 1997 Lipitor op de markt. De jaarlijkse verkoop van deze cholesterolverlager wordt geschat op 6 miljard dollar (204 miljard frank). In de pijplijn zit ook Celebra, een medicijn tegen artritis, dat het bedrijf samen met het Amerikaanse Monsanto ontwikkelde. Naar alle verwachting komt het in 1999 op de markt. Geschatte jaarlijkse verkoop: 3,2 miljard dollar (109 miljard frank).

Sandwich is een belangrijke schakel. Viagra is niet de enige succesformule van het Britse huis. Ook het best verkopende cardiovasculaire medicijn Amlor stamt van de onderzoekers uit Kent. “Vier van de acht best verkopende producten van Pfizer zijn hier ontwikkeld,” legt de directrice uit. “We hebben de grootste O&O-site van Groot-Brittannië. We zijn wel niet zo groot als die van Groton in de Verenigde Staten, maar zijn toch de tweede onderzoekssite van Pfizer. Dat hangt vooral samen met de kwaliteit van de Britse researchers.”

Het fundamenteel onderzoek

in de geneesmiddelenindustrie verslindt geld. Tussen de eerste onderzoeksdaden en de eigenlijke productie van een medicijn liggen gemiddeld bijna vijftien jaar. Die ene werkzame samenstelling kan pas op de markt komen na uitgebreide screenings. De industrie stelt dat de ontwikkeling van één product een investering vraagt van 500 miljoen dollar (17 miljard frank).

Het onderzoek naar Viagra ging van start in 1985. Intussen is genoegzaam bekend welke rol het toeval speelde bij de ontwikkeling. De stof Sildenafil – het hoofdbestanddeel in Viagra – was eigenlijk bedoeld als werkzame stof tegen angina pectoris (hartkramp). Bij de klinische tests kwam aan het licht dat de stof efficiënter werkte bij de behandeling van erectiestoornissen. Pfizer schakelde de onderzoeken in een hogere versnelling en veranderde de richting. Het medicijn raakte relatief snel door de goedkeuringsprocedures en kwam al in september 1997 in de Verenigde Staten op de markt. Nu is ook Europa aan de beurt.

Netwerk van onderzoekscentra, ook in België

Gezien de lange duur en de hoge kosten van het onderzoek investeren de concerns het liefst in onderzoek naar medicijnen die het onderzoeksbudget laten terugverdienen. Dat betekent producten waarnaar de vraag heel groot is en liefst ook middelen die voor een behandeling meermaals of lange tijd moeten worden ingenomen. Een visie op lange termijn is essentieel. Pfizer is geen uitzondering.

Van de 12,1 miljard dollar omzet in 1997 (409 miljard frank) investeert het bedrijf gemiddeld 15% in O&O, een van de hoogste percentages uit de industrie. Op die manier verdubbelde Pfizer in vijf jaar tijd zijn O&O-jaarbudget van 33,6 miljard frank tot 66,5 miljard frank. In 1997 ging daarvan 18,6 miljard frank naar Sandwich. Het belang van de Britse site neemt blijkbaar toe, want in Sandwich is het budget voor O&O in tien jaar tijd verachtvoudigd.

Gill Samuels: “Wij geloven dat we via een goed uitgebouwd onderzoeksbeleid een voorsprong kunnen opbouwen. Daarom is er naast de eigen onderzoekscentra ook PfizerGen, ons netwerk voor samenwerking. Hiermee willen we onze research helemaal aan de top brengen. We spenderen een kwart van het researchbudget aan opdrachten buitenshuis. In België bijvoorbeeld werken we samen met Euroscreen in Brussel ( nvdr – een spin-off van de ULB gespecialiseerd in het testen van geneesmiddelen). Zulke samenwerkingen zijn een alternatief voor een overname of een fusie. Wij sluiten liever een overeenkomst waarbij beide partners winnen dan te kiezen voor de confrontatie van bedrijfsculturen.”

Het beleid van Pfizer focust op de nieuwe rol van geneesmiddelen in de toekomst. “De vraag naar geneesmiddelen stijgt. Dat geldt niet alleen voor klassieke geneesmiddelen, maar ook voor de nutriceuticals of voedingssupplementen. Mensen willen zich zo goed mogelijk voelen. De farmaceutische industrie kan maar een deel van het genezingsproces bieden. Ze richt zich daarom niet langer uitsluitend op geneesmiddelen die acute of levensbedreigende ziekten genezen, maar ook op medicijnen die de kwaliteit van het leven verbeteren. Dat zijn de nieuwe-generatiegeneesmiddelen. Dankzij de wetenschappelijke evolutie in de genetische biologie zijn er de komende jaren onvergelijkbaar spannende mogelijkheden. Er zullen veel dergelijke nieuwe medicijnen op de markt komen.”

Een versnelling

van de onderzoeksinspanning is nodig om in de geneesmiddelenindustrie een rol van betekenis te blijven spelen. Medicijnen gebonden aan patentregels compenseren de hoge onderzoekskosten. Aangezien patenten eindig zijn in de tijd, genieten bedrijven met een goed gevulde pijplijn het vertrouwen van de beurs. Pfizer werkt daaraan bewust. “Wij hebben een van de breedste portefeuilles,” aldus Samuels. “Dat komt net door onze interne structuur. Wij verkiezen een bedrijfscultuur waar voor jaloersheid of ongezonde concurrentie geen plaats is. De vier researchcentra zijn evenwaardig en de wetenschappelijke resultaten worden uitgewisseld. Dankzij de geografische spreiding profiteren we wel van culturele verschillen, maar moeten we nooit de barrières overwinnen die er bij fusies wel zijn.”

ROELAND BYL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content