Jan Tuerlinckx
Daar is de doorkijkbelasting
De buitenlandse vermogens van de Belgen zijn al een tijdje een doorn in het oog van de fiscus. Nu de laatste maand van de fiscale regularisatie is ingegaan, worden de messen gewet om de strijd tegen de fraude met buitenlands kapitaal voort te zetten.
De fiscale wetgever heeft een voorliefde ontwikkeld voor allerhande verplichtingen om zulke vermogens aan te geven. Wie een of meer buitenlandse rekeningen heeft, moet dat al enige tijd opgeven in zijn jaarlijkse belastingaangifte. Sinds dit jaar is daarbij gekomen dat buitenlandse rekeningnummers ook moeten worden gemeld aan het aanspreekpunt van de Nationale Bank van België (NBB), in het verlengde van de opheffing van het bankgeheim en de internationale gegevensuitwisseling. Voorlopig wordt nog gewacht op het koninklijk besluit om die bepaling in praktijk te brengen.
Maar de voorliefde van de wetgever beperkt zich niet tot rekeningen alleen. In hun aangifte van dit jaar moesten belastingplichtigen ook hun levensverzekeringsovereenkomsten bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsonderneming opnemen. Afgelopen zomer werd aan dat lijstje de meldingsplicht voor buitenlandse offshorevermogensstructuren toegevoegd. Die aangifteplicht dwingt de oprichters en de – al dan niet potentiële – begunstigden die betrokken zijn bij zulke structuren, zich kenbaar te maken bij de Belgische belastingadministratie.
Goed om te weten, zal de alerte lezer opmerken, maar als zo’n buitenlandse offshorestructuur goed in elkaar zit, wordt die toch niet belast in België, zelfs als de fiscus die structuur kent. Die lezer heeft het bij het rechte eind, maar de fiscale wetgever is even alert. Naast de offshoreaangifte ligt nu ook een wetsontwerp voor een doorkijkbelasting op tafel. ‘Doorkijk’ klinkt sexy, maar toegepast op de fiscaliteit wordt het ongezellig voor sommige houders van een offshorevermogen.
In de wandelgangen van de wetgever wordt gefluisterd dat de doorkijkbelasting nog eind 2013 wordt aangenomen. In dat geval zou de belasting vanaf 1 januari 2014 worden toegepast. Met de doorkijkbelasting kan de fiscus buitenlandse constructies doorprikken en die fiscaal behandelen alsof ze niet bestaan. De opbrengsten uit het vermogen van zo’n doorprikte structuur zijn dan eenvoudig belastbaar in hoofde van de personen die er schuil achter gaan. Zoiets wordt ook weleens aangeduid als de ‘eigendomsfictie’. De personen die op die fictie worden getrakteerd, zouden volgens de geruchtenmolen aankijken tegen een nieuwe belasting van 25 procent. Een pleister op het houten been voor de eigenaars van die offshores zou zijn dat de belasting enkel betrekking heeft op inkomsten. Registratie- en successierechten zouden niet worden geviseerd in de nieuwe regeling.
Welke landen en welke stelsels als offshore worden beschouwd, wordt in een koninklijk besluit bekendgemaakt. Deze structuren zijn met stip genomineerd: de Liechtensteinse Stiftung, de Zwitserse Foundations, de Jersey Company en de exotische Stichtingen Particulier Fonds op Curaçao en Aruba. Ook bepaalde stelsels in de Europese Unie zouden de dans niet ontspringen. Zo wil de fiscus bijvoorbeeld inhakken op de befaamde Luxemburgse Société de gestion de Patrimoine Familial (SPF).
Het mag duidelijk zijn dat zelfs nu de wintermaanden voor de deur staan, de fiscus er alsnog wil voor zorgen dat bepaalde belastingplichtigen het warm onder de voeten krijgen. Voor zij die het echt te warm krijgen, staat de fiscale regularisatiemogelijkheid nog twee weken open.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier