Cultuurschok voor 1100 Oost-Vlaamse bouwvakkers
Een van de grootste Belgische bouwondernemingen, Balliauw, kwam vorige maand in Franse handen terecht. De groep Altrad raast als een orkaan door Europa. Wie wordt ingelijfd, heeft bestaanszekerheid. De andere spelers in de sector krijgen het alleen maar moeilijker.
Dat de Groep Balliauw uit Verrebroek (Oost-Vlaanderen) onlangs werd overgenomen door het Franse Altrad, kwam als een grote verrassing. Met ongeveer 1100 werknemers en een geconsolideerde omzet in 2005 van ongeveer 75 miljoen euro behoorde Balliauw tot de grote Belgische bouwondernemingen. Een bedrijf met bovendien een stevige reputatie op vele vlakken.
Als gevolg van ongebreidelde groei was het bedrijf echter in het najaar van 2005 plots in zware moeilijkheden gekomen: een stevig verlies in 2005, betalingsproblemen en een dagvaarding door de RSZ. Ook waren vele lonen in februari laattijdig betaald. Er dreigde dan ook een ware ramp in het Waasland. Het in 1976 door landbouwer René Balliauw gestichte bedrijf moest op zoek naar vers geld om de zaak te redden. En KBC Private Equity, die in 2001 een participatie van 19,5 % had genomen, wou uit het bedrijf stappen. De overname door Altrad uit het Zuid-Franse Florensac vermeed een drama. Het behoort toe aan Mohed Altrad, een Syriër die in Frankrijk woont.
Omdat Altrad een verticaal geïntegreerd bedrijf is, zullen de leveranciers van Balliauw de dupe worden van deze Franse invasie. Door de hevige concurrentie hier is de sector in België niet zo rendabel. De komst van Altrad kan zeker voor extra problemen zorgen.
Geen zwartwerk, dus lage rentabiliteit
Dat de bouwgroep Balliauw sinds haar stichting een stevige groei had gekend, is duidelijk. Stellingbouw Balliauw, het paradepaardje van de groep, was de lieveling van de Antwerpse petrochemie en ook ver daarbuiten. Opdrachten kwamen van bedrijven als Tessenderlo Chemie, Electrabel, Dow, BASF en Total, en brachten Balliauw tot in Afrika.
Balliauw was in de stellingbouw trouwens bekend voor een innovatief veiligheidsbeleid. Bovendien was de interne werkorganisatie op zo’n manier opgezet dat de firma snel op vragen van haar grote klanten kon inspelen. Het succes van Balliauw bij de grote industriële bedrijven had ook te maken met de synergie tussen Fourisol Multi Services en Stellingbouw Balliauw. Fourisol, een specialist in industriële isolatie, vuurbescherming en het verwijderen van asbest, had vooral bij de Antwerpse petrochemie goede klanten. Samen konden Fourisol en Stellingbouw Balliauw niet alleen sneller voldoen aan de wensen van de klanten, maar ook besparen.
Dat Balliauw geen boodschap had aan de louche praktijken waar sommige rivalen zich mee inlieten, drukte echter op de rentabiliteit. “Balliauw liet geen zwartwerkers toe en had het daarom moeilijk om te concurreren,” stelt een betrokkene. Vooral de moeilijkheden bij verhuurbedrijf Euroscaff zorgde voor kopzorgen. Die firma is de fusie van drie eerder overgenomen bedrijven: Gramyco en Scaffyco van de Antwerpse zakenman Tony Gram, en Eurosteiger, dat tot 2000 in handen was van de Duitse groep Plettac.
De hevige concurrentiestrijd binnen de sector van de stellingenverhuur en de financieel onvoldoende ondersteunde groei deden uiteindelijk het bedrijf van dochter Inge Balliauw de das om. Er kwam een akkoord tussen de Franse groep Altrad en de aandeelhouders van Balliauw: de familie Balliauw en KBC Private Equity. Altrad nam de aandelen over, maar voor hoeveel is een geheim. Duidelijk is wel dat Altrad hier een erg goede zaak heeft gedaan. Balliauw behoort in zijn sector tot de Europese top vijf.
Grootste stellingbouwer in Europa
Het betekent voor Altrad ook een verdere expansie noordwaarts en de versteviging van zijn positie als voornaamste stellingbouwer en producent in Europa. De fabrieken staan in Tunesië, Groot-Brittannië, Nederland, Frankrijk, Polen, Slovenië en Duitsland.
Om die buitenlandse aankopen te financieren, kwam er midden vorig jaar een kapitaalverhoging, waarbij Crédit Agricole Private Equity 12 miljoen euro in de zaak stopte voor een belang van 12,76 %. Wel blijft Mohed Altrad met 77,84 % de hoofdaandeelhouder. De derde aandeelhouder is Richard Alcock, een zakenpartner uit de beginperiode in 1985 toen het bedrijf opgericht werd. Het bestaat uit vier hoofddivisies: stellingbouw, betonmolens, kruiwagens en materieel voor openluchtactiviteiten (dranghekken, tribunes, …). Steeds neemt Altrad daarin een strategische marktpositie in: Europese nummer één voor stellingbouw en kruiwagens, wereldleider voor betonmolens en Franse nummer één voor openluchtmateriaal.
Sinds 2002 is het bedrijf aan een nieuwe expansiegolf bezig, met de overname van het Britse Baromix (betonmolens), de Duitse bedrijven Plettac en Bauman (verkoop van stellingmateriaal), het Poolse Mostostal (verkoop en productie van stellingmateriaal), het Franse Arnholdt (verhuur en plaatsing van stellingen), het Sloveense Liv (productie van betonmolens) en in Frankrijk Richard Fraisse, een producent van kruiwagens. In een jaar tijd werd de groep de grootste Europese producent van kruiwagens. In oktober 2005 nam het namelijk in Nederland het failliete Fort Kruiwagens over en in februari de activa van Vabor, de kruiwagenfabrikant uit Puurs.
Gezond bedrijf
De cijfers van Altrad tonen trouwens een gezond bedrijf. Zo steeg de omzet van 118 miljoen euro in 2003 tot 210 miljoen in 2005 met ook veel interne groei, terwijl de nettoschuld zelfs daalde van 10 miljoen euro naar 9,6 miljoen. Het eigen vermogen nam ook flink toe: van 16,4 miljoen euro in 2003 tot 43,7 miljoen vorig jaar. Met een nettoresultaat van 10,9 miljoen euro in 2005 is het dan ook duidelijk een erg rendabele onderneming.
Hoewel niet beursgenoteerd, voert het bedrijf bovendien een erg open communicatie. In het jaarverslag wordt bijvoorbeeld open gesproken over zaken als de relatie met de 3000 personeelsleden. De vakbonden zijn dan ook een normale gesprekspartner voor Mohed Altrad. Ook werkt Altrad samen met de Franse vereniging tegen discriminatie Face ( Fondation pour l’Action Contre l’Exclusion). Opvallend is dat multiculturaliteit in de relaties binnen en tussen de vestigingen wordt gezien als een must om vooruitgang te boeken. Ook de interne rapportering en controlesystemen lijken optimaal.
Dat zijn nogal wat nieuwigheden voor Balliauw. Dat het bedrijf werd gesticht door een landbouwer, liet zich voelen in de manier waarop het gerund werd. De pers werd altijd op afstand gehouden, en ook de vakbonden werd vakkundig de toegang ontzegd, behalve bij Fourisol. Terwijl het de grootste privéwerkgever in het Waasland is. Dat lijkt nu allemaal te veranderen door de komst van Altrad.
“Het bedrijf gaat een grote cultuurschok tegemoet,” voorspelt Ad van de Wijdeven, de nieuwe gedelegeerd bestuurder van Balliauw. Hij heeft al een eerste vergadering met de vakbonden achter de rug. “De naam blijft voorlopig behouden, maar we gaan wel via vers kapitaal en achtergestelde leningen veel geld in de zaak pompen. Zo hebben we er nu al zo’n 10 miljoen euro ingestopt om de lonen te kunnen blijven uitbetalen en leveranciers te betalen. Wij zien Balliauw vooral als onze toegangspoort naar de Noord-Europese markt.”
Willy Van Damme
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier