CREATIEF SPANNINGSVELD
Groei, macht en nationalisme.
Sedert de eerste stappen naar de vrijemarkteconomie in 1979 werden zo’n 210 miljoen Chinezen uit de armoede gelicht – dat is zowat de hele bevolking van de Verenigde Staten, in nauwelijks twintig jaar tijd. Afgewogen tegen 5000 jaar Chinese beschaving, is vijftig jaar communisme in de ogen van de Chinezen niet meer dan een pijnlijke windstoot. Neonlichten, disco’s, gigantische televisieschermen, de wilde commercie en de talloze computersoftwarebedrijfjes in de bruisende kustgebieden verraden aangeboren ondernemerstalent. Het toont tot wat China in staat is van zodra de machthebbers de teugels vieren.
Greg Sheridan, auteur van Asian Values, Western Dreams, omschrijft de ideologie van het huidige leiderschap als “een mengeling van een streven naar economische groei, macht en nationalisme.” Economische groei consolideert de macht, maar brengt tegelijk afweermechanismen op gang tegen liberalisering en globalisering. Sheridan merkt echter op dat onder de bewindvoerders een zakelijk pragmatisme prevaleert op extreme vormen van nationalisme, omdat ze zowel de groei als hun macht willen vrijwaren. Tegelijk ziet hij een paradox, “want hoe jeugdiger en internationaler gericht, hoe groter ook de neiging tot nationalistische reflexen. Een nationalisme dat vaak wordt aangewakkerd door luidkeelse westerse kritiek op mensenrechten, handelspraktijken en bewapening.”
Sheridan wordt bijgetreden door notoire dissidenten als gewezen partijtopman Bao Tong of de bekende arbeidsrechter Zhou Litai in Shenzhen. Zij zien meer heil in het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie, wat de hervormingsgezinde krachten zal versterken. “Hoe meer westerse bedrijven naar China komen, hoe beter dat is voor de Chinese arbeiders. Hoe meer China met de wereldeconomie verweven raakt, hoe losser de banden worden tussen partij-regering-staatsondernemingen-banken.”
Dat is een gigantische uitdaging. Sociale onrust broeit en lijkt onvermijdelijk. China zal immers nog moeilijk groeicijfers bereiken van 8 tot 10%. De economie draait nog voor de helft op zieltogende en onproductieve staatsbedrijven die voor zo’n 6000 miljard Belgische frank bij de banken in het krijt staan. Rekening houdend met een torenhoge pensioenlast schommelt de Staatsschuld rond 70% van het BNP.
Jan Borgonjon (InterChina) ziet de privé-sector sneller uit de startblokken komen, maar wel ingebed in een ‘kapitalistische’ planning, naar het voorbeeld van Zuid-Korea en zijn chaebols. Er zijn ook positieve signalen: “Premier Zhu Rongji heeft in amper zes maanden tijd niet alleen het aantal ministeries maar ook het aantal ambtenaren in de centrale regering gehalveerd naar 20.000.”
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier