Coucketaks is stoel op de Titanic
Jazeker, het regeerakkoord laat de invoering van een ‘Coucketaks’ of vermogenswinstbelasting toe. Maar die zal het land niet redden en is geen topprioriteit. De pleitbezorgers van de belasting vergeten ook de voorwaarden die erbij horen. Het kan daarom geen kwaad nog eens de cruciale zin uit het regeerakkoord te citeren: “De regering zal de uitgaven beheersen en een parafiscale en fiscale verschuiving (‘tax shift’) doorvoeren om een voldoende omvangrijke lastenverlaging te kunnen financieren, waarbij de belastingdruk op arbeid, bestaande uit fiscale en parafiscale lasten, aanzienlijk wordt verminderd, rekening houdende met nationale en internationale aanbevelingen ter zake.”
De zin begint met het beheersen van de uitgaven. Dat is prioriteit nummer 1. Het temmen van de uitgavendrift zou een veel belangrijker politiek front moeten zijn dan het op poten zetten van een taxshift. Zolang de overheidsuitgaven in dit land 54 procent van het bbp bedragen, kan de fiscale druk niet anders dan versmachtend hoog zijn. Ter herinnering, tussen 2010 en 2013 steeg de fiscale druk met 2,5 procentpunt van het bbp, of ongeveer 8 miljard euro. Een taxshift van 8 miljard euro is een nobel streven, een ‘taxlift’ van 8 miljard euro is de naakte realiteit. In die context is schuiven met belastingen even doeltreffend als schuiven met stoelen op het dek van de Titanic. Een belasting is een belasting is een belasting. Elke vorm van belasting vindt zijn weg in de economie. Ergens valt de factuur in de bus, ergens wordt ondernemen ontmoedigd, ergens wordt werken gestraft, ergens wordt de consument geraakt. De regering-Michel doet inspanningen om de uitgaven onder controle te krijgen. De overheidsuitgaven zouden tegen het eind van de legislatuur met 2 procentpunt moeten dalen, tot ongeveer 52 procent van het bbp. Dat is onvoldoende om de begroting naar een evenwicht te loodsen. Aan een nieuwe taxlift lijkt nauwelijks te ontkomen.
Tenzij. Tenzij de private sector als gek jobs creëert. Een fors hogere werkgelegenheid kan een stabilisatie van de belastingdruk rijmen met een begroting in evenwicht én met een betaalbare vergrijzing. Dat impliceert een indexsprong, langer werken, een hogere pensioenleeftijd, en inlevering op onhoudbare sociale verworvenheden. Zowat alles waartegen betoogd wordt. Een Coucketaks zet daarvoor weinig zoden aan de dijk.
Of toch. Zonder verdienste is een belastingverschuiving ook niet. Alle instellingen bevelen het ons aan: onze belastingstructuur mag best wat efficiënter, billijker, en vooral groeivriendelijk. Efficiënter kan door de ontelbare uitzonderingen en vrijstellingen af te schaffen, wat dankzij een bredere belastbare basis lagere tarieven mogelijk maakt. Billijker kan door alle inkomens gelijk te behandelen. De ondernemer die bij een verkoop miljoenen casht, of de werknemer die 2000 euro bruto per maand verdient: belast hen op dezelfde manier. Maar maak onze belastingen vooral groeivriendelijker. Het vertrekpunt daarbij is altijd hetzelfde. Arbeid wordt in dit land belast alsof het bijzonder onwenselijk gedrag is, zoals roken of drinken, terwijl net werk, werk en nog eens werk de overheidsfinanciën op het rechte pad moeten krijgen. Geen enkel Europees land scoort slechter dan België in de combinatie van hoge belastingdruk op arbeid en ongezonde overheidsfinanciën.
Verlaag dus de belasting op arbeid, door de overheidsuitgaven te verlagen, en door belastingen naar vooral consumptie en milieu te verschuiven. Die zijn nog relatief laag en verstoren de groei het minst. Zo’n verschuiving versterkt ook onze concurrentiekracht, op voorwaarde dat de hogere belastingen uit de index gehouden worden. Daarnaast bevelen internationale (vooral de OESO) en nationale instellingen (vooral de Hoge Raad voor Financiën) ook aan de vermogensinkomsten mee in het bad te trekken. Daarbij is een verhoging van de belasting op vastgoed, via de onroerende voorheffing, het minst schadelijk voor de economie, maar daar wordt het minst over gesproken. Vermogen wordt in België al relatief zwaar belast, deels omdat dankzij de spaardrang van de Belgen de belastbare basis breed is, maar ook omdat de tarieven zeker niet uit de toon vallen. En wat vaak ‘vergeten’ wordt: in de landen waar vermogen zwaarder belast wordt, is de belasting op arbeid véél lager. Nog hogere belastingen op vermogensinkomsten kunnen dus alleen in het kader van een grote belastinghervorming, en een strikte uitgavencontrole. Wie de Titanic wil redden, begint het beste met het gat in de romp te dichten.
DAAN KILLEMAES
Elke vorm van belasting vindt zijn weg in de economie. Ergens valt de factuur in de bus, ergens wordt ondernemen ontmoedigd, ergens wordt werken gestraft, ergens wordt de consument geraakt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier