Collaboratie in de businesswereld

Economische collaboratie is altijd een heikel thema geweest. Veel publicaties zijn er niet over te vinden. Daar komt verandering in met een studie over de Kortrijkse ondernemer Jozef De Coene. De topman van een van de succesrijkste ondernemingen uit het interbellum kwam na de Tweede Wereldoorlog op de beklaagdenbank terecht.

Het internationaal gerenommeerde meubelbedrijf De Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene stond in eigen land en daarbuiten synoniem voor kwaliteit. Jozef De Coene had de reputatie van een Manager van het Jaar avant la lettre. Voor de oorlog werkten meer dan 3000 mensen in zijn bedrijf. Maar de Tweede Wereldoorlog veranderde alles. De Coene werd sympathie voor en medewerking met de Duitse bezetter verweten.

De Coene ontliep zijn proces niet, ook al vond dat plaats in een dubieuze context. In 1946 werd hij veroordeeld tot twintig jaar dwangarbeid. Zijn bedrijf moest een hoge schadevergoeding betalen. Het was een blamage voor een man die door zijn generatiegenoten werd bestempeld als een van de sterkste persoonlijkheden uit die tijd. Jozef De Coene was een selfmade man.

Het geval-De Coene is een uitzondering. Economische collaboratie werd na de oorlog niet zwaar bestraft. De regering besefte dat ze de ondernemers nodig had om mee te werken aan de wederopbouw van het land. Politieke en militaire collaborateurs werden als paria’s behandeld. Over economische collaborateurs werd amper gesproken.

Door het taboe rond economische collaboratie werd lange tijd amper iets gepubliceerd over Jozef De Coene. Dat veranderde in 1995 toen Katleen Speelman een scriptie van 237 bladzijden maakte op basis van een archiefonderzoek. De studie gaf geen definitief antwoord op de vraag of De Coene schuldig was of niet.

Eén bron raadpleegde Speelman twintig jaar geleden niet: de getuigenis van Jozef De Coene. Kleinzoon Philippe Depraetere beschikt wel over de getuigenis van zijn grootvader, maar hield die decennialang achter. Nu pas, zeventig jaar later, heeft de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk de onuitgegeven visie van De Coene op het proces van onder het stof gehaald. De auteurs Philippe De Craene, Paul De Paepe, Philippe De Potter en Roland Liénard geven duiding bij de tekst.

Het boek brengt in 127 bladzijden de waarheid volgens Jozef De Coene, die zijn visie neerschreef na zijn proces in 1946. Hoewel feiten uit het verleden beoordelen uiterst moeilijk is, wil deze publicatie toch een ander en allicht juister licht laten schijnen over de zaak. Zo benadrukt De Coene dat verschillende mensen die tijdens de oorlog zijn bedrijf binnenkwamen, hebben bevestigd dat ze er geen oorlogstuig hebben gezien. Volgens De Coene een bewijs dat hij geen leverancier van het Duitse leger was. Hij noemt het proces ook een aanfluiting van de rechtsstaat. “We waren gewoon proefkonijnen”, schreef hij. “Barbertje moest hangen.” Jozef De Coene overleed in 1950.

Philippe De Craene (red.), De waarheid over de zaak De Coene, KGOKK, 2015, 127 blz., 20 euro.

KAREL CAMBIEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content