Cholesterol nog altijd een risicofactor
De jongste tijd circuleren nogal wat misverstanden over de invloed van een verhoogde cholesterolspiegel. Beweringen dat het allemaal zo erg niet zou zijn, ondermijnen de preventieve boodschap om uit te kijken met vetten in de voeding. Daarom hebben wetenschappers, en niet de geringste, de koppen bij elkaar gestoken en een cholesterolmanifest geschreven waarin alle wetenschappelijke kennis over cholesterol op een rijtje wordt gezet. Het manifest omvat de consensus over cholesterol in een toegankelijke taal en wordt in de media gepromoot.
De eerste aanwijzing dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen een hoge cholesterolspiegel en hart- en vaatziekten dateert van 1947. Het Framinghamonderzoek is een grote epidemiologische studie die gestart werd in het gelijknamige plaatsje in Massachusetts. Het toonde aan dat cholesterol een cardiovasculaire risicofactor is, naast roken, hoge bloeddruk en diabetes. Cholesterol was dus niet de enige risico- factor. Er bestaat een wisselwerking tussen de verschillende risicofactoren: hoe meer je er opstapelt, hoe groter je kans op een hartinfarct of een beroerte.
Het recentere Interheartonderzoek in 52 landen toonde aan dat wetenschappers aan de hand van zes risicofactoren en drie beschermende factoren in meer dan 90 procent van de gevallen in staat zijn een hartinfarct te voorspellen. Bij die risicofactoren bekleedt de verhouding tussen ‘slechte’ en ‘goede’ cholesterol de eerste plaats.
Er is ook voldoende bewijs dat een verlaging van het cholesterolgehalte het risico op hart- en vaatziekten vermindert. Moeten alle mensen met een te hoge cholesterolwaarde dan cholesterolverlagende geneesmiddelen slikken? Natuurlijk niet, schrijven de wetenschappers in het manifest. Ten eerste blijft een gezondere levensstijl het eerste wapen tegen een te hoog cholesterolgehalte (niet roken, meer bewegen, gezond eten). Ten tweede moet de voorschrijvende arts altijd rekening houden met andere aanwezige risicofactoren (roken, bloeddruk, leeftijd, lichaamsgewicht, enzovoort). Artsen beschikken over degelijke tabellen die toelaten het globaal cardiovasculaire risico vlot af te lezen.
Hart- en vaatziekten zijn niet alleen de belangrijkste doodsoorzaak in de geïndustrialiseerde landen (in België sterven dagelijks meer dan 100 mensen aan hart- en vaatziekten), ze vormen ook een belangrijke oorzaak van verminderde levenskwaliteit. Mensen die een infarct doormaakten of moeten leven met hartfalen of de gevolgen van een beroerte zijn daarvan de stille getuigen. Professor Vincent Thijs (neurologie, KU Leuven), voorzitter van het wetenschappelijk comité van de Belgian Stroke Council (‘stroke’ is Engels voor beroerte), benadrukt dat beroertes een verwoestend effect hebben op het leven van patiënten en familie en dat er absoluut geen plaats is voor scepsis over de schadelijke effecten van cholesterol. Ook professor Guy De Backer (cardiologie, UGent) trekt fel van leer tegen de onjuiste berichtgeving. “Het verband tussen cholesterol en hart- en vaatziekten is universeel vastgesteld, bestaat op alle leeftijd en voor beide geslachten.”
Het is aangetoond dat het eten van minder verzadigde (vooral dierlijke) vetten de kans op hart- en vaatziekten vermindert. Diabetespatiënten moeten overigens nog voorzichtiger zijn dan anderen, zo zegt het hoofd van de Association Belge du Diabète, Jean-Claude Daubresse, in het manifest. “Uit onderzoek blijkt dat iemand met diabetes type 2 die nog geen infarct heeft gehad, een even groot risico loopt op een infarct dan een niet-diabeticus die al een infarct heeft gehad.” Personen met diabetes type 2 hebben twee tot vier keer zoveel kans op hart- en vaatlijden als hun leeftijdsgenoten zonder diabetes. Driekwart van de diabetici overlijdt aan de gevolgen van hart- en vaatziekten. De hoge suiker is op zich een cardiovasculaire risicofactor, maar overgewicht en cholesterol spelen een even grote rol. (T)
www.cholesterolmanifest.be
hoofdredacteur bodytalk
Marleen.finoulst@bodytalk.be
Marleen Finoulst
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier