Chinese winsten optimaal repatriëren

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Een Belgische handelsmissie tast eind deze maand zakenopportuniteiten af in China. Ons fiscaal stelsel biedt interessante mogelijkheden om winsten uit China of Hongkong te optimaliseren.

” Belgische ondernemingen met een vestiging in China beseffen te weinig hoe ze hun winst uit China fiscaal en juridisch optimaal kunnen structureren”, zegt Rolf Declerck, tax partner bij De Witte-Viselé Associates, dat focust op investeren in China of (via) Hongkong. Nieuwkomers op de Chinese markt kiezen doorgaans voor een lokale vertegenwoordiging, een representative office, omdat de ondersteunende activiteiten daarvan tot nu meestal niet belastbaar waren. Maar de Chinese belastingautoriteiten zouden overwegen die minimale buitenlandse vertegenwoordigingen te belasten.

ROLF DECLERCK (DE WITTE-VISELE ASSOCIATES). “Vertegenwoordigingskantoren die geen inkomen genereren blijven onbelast, maar de Chinese belastingadministratie heeft het sinds kort gemunt op kantoren die meer zijn dan alleen het plaatselijke gezicht van een Belgische moedervennootschap. Als een boekhouding beschikbaar is, zal de Chinese fiscus zich daarop baseren. Is die er niet, dan zal men het kantoor belasten op een ‘notionele’ basis. Dan hanteert de fiscus een percentage op de inkomsten of een opslag op de werkingskosten om de belastbare winst te bepalen. Kantoren die zich met commerciële transacties inlaten, riskeren boetes tot 55.000 euro.

“Wie op termijn commerciële activiteiten of productie in China overweegt, kan dus beter een buitenlandse dochteronderneming of Wholly Foreign Owned Enterprise oprichten. Het overschakelen van een vertegenwoordigingskantoor naar een buitenlandse dochter heeft heel wat voeten in de aarde. Je kan ook opteren voor een bijkantoor of registeredbranch, dat de resultaten bijhoudt via een volwaardige boekhouding.”

Ons land heeft een dubbelbelastingverdrag met China en met Hongkong.

DECLERCK. “Door het Belgisch-Chinese dubbelbelastingverdrag worden de winsten doorgaans tegen 25 procent belast in China. Winsten uit Hongkong blijven meestal zelfs onbelast. De Belgische fiscus stelt het ontvangen dividend vrij tot 95 procent, mits enkele voorwaarden vervuld zijn – overeenkomstig het Belgische DBI-regime (definitief belast inkomen, dat samengaat met dubbelbelastingverdragen tussen staten, nvdr). Het ontvangen dividend ondergaat hier een taxatie van 1,7 procent.”

Wanneer is het interessant in Hongkong een bijkantoor of een dochteronderneming van een vestiging in China op te richten?

DECLERCK. “Zoals geschetst, wordt een bijkantoor of een dochteronderneming in China belast, maar de juridische structuur ervan heeft gevolgen voor de repatriëring van de winsten. Een bijkantoor en het moederbedrijf in België zijn in feite één vennootschap. Door het dubbelbelastingverdrag worden de winsten belast in China, met een volledige vrijstelling in België. In veel gevallen kan de winst gerepatrieerd worden zonder enige bronheffing in China of tegen een verminderd tarief.

“Gaat het echter om een 100 procent Chinese dochtervennootschap, dan zijn de winsten belastbaar in China. De vrijstelling van 95 procent geldt dan pas bij een latere uitkering van een dividend aan de Belgische moeder. Het dubbelbelastingverdrag laat echter een maximale bronheffing toe van 10 procent op het uitgekeerde dividend. Het fiscale eindresultaat ziet er dus toch iets anders uit. Daarom opteren Belgische bedrijven meestal voor een tussenvennootschap in Hongkong, die dan zelf een dochtervennootschap opricht of een bijkantoor opent in China.

“De Hongkongse tussenvennootschap die 100 procent bezit van de operationele dochter in China betaalt geen belastingen op haar inkomsten. Hongkong heeft immers een ‘territoriaal belastingregime’, waardoor inkomsten van buiten Hongkong niet belastbaar zijn. Op de Chinese dochter is een bronheffing van 5 procent van toepassing. Het ontvangen dividend in België wordt slechts 1,7 procent belast indien de Belgische vennootschap het DBI-regime kan inroepen.

“De Belgische fiscus aanvaardt het territoriaal belastingregime van Hongkong. Op voorwaarde dat de tussenvennootschap in Hongkong over voldoende ‘substantie’ beschikt en niet louter een ‘brievenbusvennootschap’ is. Wie niet bereid is een eigen kantoor met eigen personeel te openen in Hongkong kan dus beter werken met een dochteronderneming of bijkantoor in China.”

Geldt dat ook voor leningen van een Belgische vennootschap aan deelvennootschappen in China of Hongkong?

DECLERCK. “Ja en ook hier kan men gebruikmaken van de dubbelbelastingverdragen met China en Hongkong. Het dubbelbelastingverdrag met China beperkt de bronheffing op intresten tot maximaal 10 procent, terwijl de moedervennootschap in België een belastingkrediet kan toepassen voor de in China ingehouden bronheffing. Hongkong voorziet niet in een bronheffing voor toegekende intresten. Men moet wel nog rekening houden met enkele voorwaarden in de fiscale wetgeving van China en Hongkong voor de aftrekbaarheid van intresten bij groepsleningen.

“De Belgische notionele-intrestaftrek biedt extra voordelen. Als de Belgische financieringsvennootschap voldoende eigen vermogen heeft, kan het principieel belastbare intrestinkomen worden verminderd met een ‘fictieve intrest’. Dat kan gaan tot een reële taxatie tussen 5 en 10 procent van de Belgische financieringsvennootschap.”

Hongkong staat nog altijd op de grijze lijst van fiscale paradijzen. Welke gevolgen kan dat hebben?

DECLERCK. “Mocht Hongkong een echt fiscaal paradijs zijn, dan was geen dubbelbelastingverdrag mogelijk. In antwoord op een parlementaire vraag heeft de minister in 2006 uitdrukkelijk gesteld dat Hongkong niet als een belastingparadijs aangezien kan worden. De rulingdienst heeft dat bevestigd. Maar dat is geen vrijgeleide voor Belgische ondernemingen om hun activiteiten naar Hongkong over te brengen en de daar gerealiseerde winsten dan via dividenden te laten terugvloeien naar een Belgische holdingvennootschap. De fiscus onderzoekt of er geen sprake is van een louter artificiële verschuiving van activiteiten naar Hongkong.”

Kan een Belgische onderneming ook inkomsten repatriëren in de vorm van royalty’s?

DECLERCK. “Omdat juridische bescherming bij de overdracht van intellectuele eigendomsrechten in China nog onzeker is, wordt meestal gekozen voor een ‘royaltyvennootschap’ die licenties verleent. De combinatie België-Hongkong-China kan fiscaal bijzonder interessant zijn. Het komt erop neer dat de globale belastingdruk bij een royaltybetaling afkomstig uit China ongeveer 30 procent bedraagt, tegenover 34 procent voor een Belgisch royalty-inkomen. Komen de royalty’s uit Hongkong, dan zal de globale belastingdruk ongeveer 26 procent bedragen, toch zo’n 8 procentpunten lager dan wanneer men die royalty’s in België zou innen.”

ERIK BRUYLAND

“Wie commerciële activiteiten of productie in China wil, kan beter een buitenlandse dochteronderneming oprichten” Rolf Declerck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content