Chinese en Indiase zakenlui: een blik in hun brein

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Rollie Lal ontdekte hoe de prioriteiten van Chinese en Indiase beleidsmakers uiteenlopen. ‘Understanding China and India’ is leerzaam voor MBA-studenten en bedrijfsleiders. Lal doceert voortaan aan de Vlerickschool.

Wanneer op 10 september professor doctor Anders Aspling, de nieuwe Zweedse decaan van Vlerick Leuven Gent Management School, het academiejaar inluidt, begint de Amerikaanse Rollie Lal als assistent-professor met een cursus international management. Haar jongste boek, Understanding China and India: Security Implications for the United States and the World, dient grotendeels als leidraad. Behalve in Leuven en Gent zal ze ook in Sint-Petersburg lesgeven en wellicht binnenkort aan de Universiteit van Peking, waarmee de Vlaamse businessschool onderhandelt over een partnership.

China en India zijn elke dag voorpaginanieuws. Lal sprak urenlang met de absolute top van de politieke, economische en academische wereld in beide landen. “Ze waren verrassend openhartig,” zegt Lal, “omdat ik ze rechtstreeks confronteerde met de kernvraag: wat betekent voor u ”s lands belang’? Velen waren nerveus en drongen aan op strikte anonimiteit, niet alleen omdat het over defensie ging, maar ook wanneer we economische thema’s aansneden. Als ik me had gebaseerd op geschriften of publieke uitspraken van mijn gesprekspartners, zouden ze nooit zo voor hun mening uitgekomen zijn.”

Waar willen ze naartoe?

Rollie Lal koos voor de directe confrontatie om inzicht te krijgen in wat plaatselijke elites motiveert wanneer het nationaal belang geraakt wordt. “Politicologen en historici hebben allerlei methoden en theorieën, maar alleen via persoonlijke gesprekken kun je doordringen tot de ware motieven van de politieke, economische en intellectuele top. Want niet de realiteit is beleidsbepalend, maar hún perceptie ervan. Als je weet hoe zij ‘nationaal belang’ interpreteren, begrijp je ook waar ze naartoe willen en hoe ze hun rol zien in het wereldgebeuren, de diplomatie en in handelsrelaties.” Bovendien, benadrukt Lal, dring je door tot wat de elite momenteel bezielt en wellicht pas over vijf of tien jaar tastbaar zal zijn. “Zo riep Deng Xiaoping in 1978 dat ‘de kleur van de kat niet belangrijk is, als ze maar muizen vangt’, terwijl het tot eind jaren tachtig zou duren eer westerse bedrijven doorhadden wat daarmee bedoeld werd. En toen de Indiase elite in 1991 voor economische hervormingen opteerde, dacht geen enkel westers bedrijf er ernstig aan om in het land te investeren, omdat men vreesde voor een oorlog met Pakistan.”

Dus wat motiveert de Indiase en de Chinese elite? Lals boek steunt op een reeks eerste interviews uit 2001, die geactualiseerd werden in 2004-2005. De basisbevindingen zijn dat China en India te kampen hebben met dezelfde uitdagingen: armoede bestrijden, de kloof tussen arm en rijk dichten, interne etnische spanningen bedwingen. De oplossingen zijn voor beide landen: economische groei stimuleren door economische liberalisering en binnenlandse veiligheid garanderen door hogere defensie-uitgaven. Maar wat blijkt? De prioriteiten liggen duidelijk anders bij de Chinese elite dan bij de Indiase.

Als het erop aankomt, gaat behoud van de territoriale integriteit voor de Chinezen boven het belang dat ze hechten aan economische ontwikkeling. “Dat betekent dat Taiwan en Tibet integraal deel uitmaken van China. Zo nodig zal ervoor gevochten worden. Terwijl Indiërs, ondanks binnenlandse religieuze en etnische spanningen, niet vrezen voor een uiteenvallen van India en ook niet bereid lijken de economie in het gedrang te brengen als het tot een serieuze crisis zou komen met Pakistan over Kasjmir. Voor de Indiase elite is nationale soevereiniteit een topprioriteit, erkenning als regionale grootmacht en als leider bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) van de opkomende economieën.”

Rol voor westerse bedrijven

Rollie Lal concludeert in haar boek dat de verschillende politieke systemen – de autoritaire Chinese eenpartijstaat versus de Indiase democratie – bepalend zijn voor de uiteenlopende prioriteiten van de Chinese en de Indiase elites: “De legitimiteit ligt in China uitsluitend bij de Chinese Communistische Partij (CCP). De partijtop moet in zijn eentje de boel bijeenhouden: de territoriale integriteit waarborgen, economische groei stimuleren, de kloof dichten tussen arm en rijk, ervoor zorgen dat de export niet in gevaar komt door giftige producten en zien dat het milieu niet zo verloedert dat mensen eraan kapotgaan. De CCP heeft dus heel wat kopzorgen en doelstellingen die vaak tegenstrijdig zijn. Een kortsluiting is niet uitgesloten.” In India, met zijn democratische inspraakmogelijkheden op veel niveaus – “het politieke landschap is er, zoals in Europa, één grote chaos en kakofonie tussen allerlei belangenverenigingen” -, worden zulke interne spanningen opgevangen en gefilterd.

Met als gevolg dat westerse investeerders er de voorkeur aan geven naar China te trekken, waar ze minder of geen last hebben van democratische vertragingsmanoeuvres, veeleisende vakbonden of zelfs bewoners van sloppenwijken die verzet aantekenen bij de rechtbanken tegen de aanleg van een snelweg. Lal: “Maar speelgoedmaker Mattel betaalt er nu de prijs voor. Ze hebben jarenlang goed verdiend en wellicht ook wel normen en standaarden opgelegd aan toeleveranciers uit de eerste kring en misschien ook wel de tweede, maar de verder afgelegen onderaannemers zijn ze uit het oog verloren, al dan niet bewust. Met als gevolg dat ze nu achttien miljoen stuks speelgoed uit de handel moeten halen.”

Het zou volgens Lal al veel helpen als Europese werkgeversorganisaties en consumentenverenigingen Peking doen inzien dat ook de Chinezen belang hebben bij hogere kwaliteitsnormen en veiligheidseisen voor hun producten. “Iedereen wordt op termijn beter van gelijke spelregels in de internationale handelsrelaties” (zie kader: Chinese crash is niet uitgesloten).

Rollie Lal zal haar MBA-studenten bij Vlerick vooral wijzen op het belang om handels- en investeringsrisico’s in opkomende economieën als de Chinese en de Indiase beter tegenover elkaar af te wegen en risicospreiding niet uit het oog te verliezen.

‘Understanding China and India: Security Implications for the United States and the World’, Rollie Lal, 178 blz. Praeger Security International, Londen.

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content