‘Chinese aandelen zijn goedkoop’

De machtswisseling in China is achter de rug. De economische groei in het land wint weer aan snelheid. Dat betekent dat het moment is aangebroken om opnieuw in Chinese aandelen te stappen, vindt Pinakin Patel van de Amerikaanse zakenbank J.P. Morgan.

JPMorgan Funds – JF Greater China A (acc) – USD

W ISIN-code: LU0210526801

JPMorgan Funds – JF Greater China A (dist) – USD

W ISIN-code: LU0117841782

De voorbije jaren zijn Chinese aandelen bij veel beleggers uit de gratie geraakt. De economische groei in China vertraagde, en vooral in de Amerikaanse media verscheen een stroom van verontrustende berichten over het einde van het Chinese groeiverhaal, over de lokale overheden die tot over hun oren in de schulden zitten en over nieuwe spooksteden en nutteloze infrastructuur. De Chinese centrale overheid stimuleerde de economie niet meer zoals ze in 2008 had gedaan. De voorbije jaren werden zelfs heel wat projecten in de koelkast gezet.

“Chinese aandelen staan historisch bekeken zeer laag gewaardeerd”, zegt Pinakin Patel, die portefeuillebeheerder is bij de vermogenstak van de Amerikaanse zakenbank J.P. Morgan. Hij ziet de interesse voor Chinese aandelen de volgende jaren weer toenemen, nu de opvolging aan het hoofd van de Communistische Partij is geregeld en de economie opnieuw versnelt. “Maar beleggers moeten beseffen dat China niet meer zal groeien met 8 à 10 procent. Dat niveau is op lange termijn onhoudbaar. We zien de groei terugvallen tot 6 à 8 procent. Op lange termijn is dat veel gezonder.”

In stijgende lijn

Volgens J.P. Morgan zit de Chinese economische groei weer in stijgende lijn. Dat blijkt uit de betere cijfers van de industriële productie, de stijging van de export, de aanhoudende groei van het bruto binnenlands product en de consumptie, de toename van het consumentenvertrouwen en het hogere elektriciteitsverbruik. “De combinatie van die cijfers toont aan dat de economische situatie is verbeterd. Die trend zal de komende kwartalen nog doorzetten”, aldus Patel. “De macro-economische maatregelen, zoals de verlaging van de reserve-eisen voor de banken (het deel van het kapitaal dat een bank als reserve moet aanhouden tegenover de leningen die ze verstrekt, nvdr), sijpelen langzaam door tot in de reële economie.”

Patel heeft er bovendien vertrouwen in dat de Chinese overheid de overheidsbanken, die de voorbije jaren zwaar hebben geïnvesteerd in de oververhitte vastgoedmarkt, te hulp zal snellen als dat nodig mocht zijn. “De Chinese banken zijn nog altijd goed gekapitaliseerd. De reservevereisten zijn naar westerse normen nog altijd zeer strikt”, vindt Patel.

Staatskapitalisme

Westerse beleggers kijken vaak met lede ogen naar het grote aandeel van de Chinese overheid in de economie, en de gevaren die dat met zich brengt. Toch is die overheidsbemoeienis volgens Patel geen reden om weg te blijven uit China. “Het private kapitalisme is in China veel sterker dan beleggers denken. Veel Chinese bedrijven zijn beursgenoteerd en hebben toegang tot buitenlands kapitaal. De privébedrijven zijn ook gericht op winstgevendheid en hebben aandacht voor hun aandeelhouders door hen dividenden uit te keren en eigen aandelen in te kopen. Op lange termijn zijn dat de ondernemingen die overleven.”

Een vergelijking met het Japanse groeiverhaal, dat ook werd aangedreven door de overheid, gaat niet op. “Japanse bedrijven floreerden in de jaren tachtig, maar hun aandeelhouders hebben daarvan niet geprofiteerd. Dat is een groot verschil met de Chinese beursgenoteerde groepen. Vandaag kun je je bij veel Japanse bedrijven afvragen waarom ze in godsnaam nog bestaan, na hun geschiedenis van verliezen.”

“De politieke top van de Communistische Partij in China beseft maar al te goed dat de overleving van het staatskapitalisme afhangt van sociale stabiliteit. Die is alleen mogelijk als meer mensen profiteren van de vruchten van de economische groei”, stelt Patel. De grote ongelijkheid in de Chinese samenleving is dus een bedreiging. “In zijn eerste toespraak zei de nieuwe Chinese president Xi Jinping dat de corruptie bij de lokale overheden en de opbouw van sociale infrastructuur — zoals het onderwijs en de gezondheidszorg — topprioriteiten zijn.”

Deugdelijk bestuur

Heel wat beleggers hebben negatieve ervaringen met Chinese aandelen, en vooral met aandelen die noteerden op de Noord-Amerikaanse beurzen. De voorbije jaren bleken enkele van die ondernemingen creatief om te springen met hun boekhouding. “De verhalen over die shellcompany’s tonen aan hoe belangrijk het is een nauwe relatie met het management te onderhouden. Even belangrijk is het de productiesites van Chinese ondernemingen te bezoeken, al was het maar om zich ervan te vergewissen dat ze bestaan”, zegt Patel. “Eigen onderzoek is de sleutel tot succes in China. Bovendien geven we de voorkeur aan Chinese ondernemingen die noteren op de — beter gecontroleerde — beurs van Hongkong.”

Risico’s voor China

Toch zijn er risico’s die de Chinese groei de komende jaren kunnen bedreigen. “Om te beginnen is er de internationale risicofactor, zoals een economische vertraging in de Verenigde Staten of een hardnekkige recessie in Europa”, stelt Pinakin Patel. “Als de vraag naar exportproducten uit die twee belangrijke markten terugvalt, kan dat de Chinese groei opnieuw doen afkoelen.” Daarnaast wijst Patel op het gevaar van een nieuwe opstoot van de inflatie, en vooral van een stijging van de olie- of de voedselprijs. “Net als in andere groeilanden nemen brandstof en voeding in China een grotere hap uit het huishoudbudget dan in het Westen. Een prijsopstoot van die basisvoorzieningen kan opnieuw sociale onrust veroorzaken. Vergeet niet dat de Arabische revolutie is begonnen met de stijging van de prijs van uien.”

MATHIAS NUTTIN

“De economische groei van China zal terugvallen tot 6 à 8 procent. Op lange termijn is dat veel gezonder”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content