Charles Saatchi, de De’ Medici van de punkgeneratie
Reclamegoeroe Charles Saatchi heeft zich in de jongste twee decennia opgewerkt tot de invloedrijkste verzamelaar van hedendaagse kunst. In zijn controversiële galerie in Londen klopt de polsslag van het Britse kunstwereldje.
Over CharlesSaatchi, de Irakese immigrant die samen met zijn broer Maurice een van ‘s werelds belangrijkste reclamebureaus opstartte en leidde, doen veel verhalen de ronde. Zo heet Saatchi een geldverslindende dandy te zijn. Zijn levensstijl zou zelfs die van JamesBond doen verbleken. Hij staat ook bekend als een kettingroker die er niet voor terugdeinst om met het venijn van EricGerets tegen de schenen van de antitabaklobby te schoppen. En als fanatieke kunstverzamelaar zou hij met evenveel furie als apathie carrières maken als kraken.
Het zijn verhalen die zijn bijeengeschraapt door de tabloids, want over zijn privé-leven houdt Saatchi de lippen doorgaans stijf op elkaar. Sinds hij in 1995 samen met zijn broer door zijn eigen raad van bestuur uit het internationaal vertakte en wereldberoemde reclame- en communicatiebureau Saatchi& Saatchi werd gebonjourd – reden: te veel bedrijfsgeld vloeide naar zijn kunstcollectie – leidt hij een discreet bestaan. Maar dan wel een bestaan dat volledig in dienst staat van het verzamelen, promoten en bekritiseren van hedendaagse kunst. Tenminste, als we het parttime besturen van zijn nieuwe M & C Saatchi-bureau even buiten beschouwing laten.
Weg met die troep
Geen wonder dat Saatchi, met een kloeke beurs en een rationele punkattitude als wapens, inmiddels is uitgegroeid tot dé eigenzinnige kunstpaus van Groot-Brittannië. Een mythe waarover hij trouwens zorgvuldig waakt. Zo herbergt zijn SaatchiGallery, die sinds vorig jaar is gehuisvest in de Londense CountyHall, het meest tot de verbeelding sprekende en felst beschimpte oeuvre van Britse barricadebeukers als DamienHirst, RachelWhiteread en SarahLucas. De reclameman schrikt er ook niet voor terug om de concurrentie aan te gaan met de door hem nochtans geprezen TateModern. Of om zijn ‘ouwe troep’ – het komt uit de doorrookte mond van de postmoderne Gatsby zelve – ter waarde van tienduizenden ponden zomaar aan Londense ziekenhuizen te schenken. Saatchi’s laconieke commentaar aan de BBC: “Indien ik geïnteresseerd zou zijn in kunst als investering, koop ik wel Picasso’s of Matissen. Maar dat is niet wat ik doe. Ik koop nieuwe kunst, ik wil mijn collectie vers houden en dus is 90 % ervan me na tien jaar geen stuiver meer waard.”
Of dat ook klopt met de inschatting van de kunstmarkt, is hoogst twijfelachtig. Zo mag Saatchi al bekendstaan als een arrogante mecenas, van kunst met enige blijvende waarde heeft de man wel degelijk verstand. Zo stortte hij zich in de jaren zeventig vol passie op de popart, het hyperrealisme en het minimalisme, om te evolueren in de richting van installatie- en videokunst. Saatchi is of was dan ook de eigenaar, de galeriehouder en de propagandist van een fabuleuze collectie opgetrokken rond namen als Warhol, Judd, Kiefer, Koons, Polke, Nauman en ga maar door.
Britten boven
Begin jaren negentig besloot Saatchi, die jaarlijks zo’n 3 miljoen pond van zijn kapitaal in kunst investeert, het echter resoluut over de Britse boeg te gooien. Met verbazend succes. In zijn huidige galerie in de County Hall vind je dan ook slechts het allerbeste van wat Groot-Brittannië aan hedendaagse én gecontesteerde kunst te bieden heeft. De in stukken gereten haai van Damien Hirst, de kitscherige toeristen van DuaneHanson, het verslonsde sekskonijn van Sarah Lucas of het siliconen afgietsel van RonMuecks dode vader. Zowel de toeristen, de media als de kunstbobo’s slikken het als zoete koek, discreet geassisteerd door Charles Saatchi, de De’ Medici van de punkgeneratie. Allen daarheen.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier