Centraal aanspreekpunt op de lange baan?

Sinds begin juli ziet het fiscale ‘bankgeheim’ er heel anders uit. Tot dan kon de belastingadministratie zich niet tot de banken en andere financiële instellingen wenden om informatie te verzamelen met het oog op het belasten van hun cliënten. Op die regel bestond al wel een uitzondering. Maar die was, en is nog steeds aan ingewikkelde voorwaarden onderworpen. Zij maken dat van deze uitzondering slechts sporadisch gebruik wordt gemaakt.

Met ingang van 1 juli van dit jaar is het voor de belasting-administratie veel eenvoudiger om inlichtingen in te winnen in de financiële sector. De fiscus kan zich voortaan tot de banken en andere financiële instellingen wenden, zodra hij het vermoeden heeft dat een belastingplichtige zich bezondigt aan fiscale fraude. Of nog, zodra de administratie van plan is de belasting te vestigen op basis van ‘tekenen en indiciën’. Zo’n ‘indiciaire taxatie’ houdt in, dat de fiscus niet vertrekt van de inkomsten van de belastingplichtige, maar wel van diens ‘uitgaven’. Als een belastingplichtige grote uitgaven heeft gedaan – een huis, of een dure wagen heeft gekocht, of een dure reis heeft gemaakt, enzovoort – dan mag de belastingadministratie ervan uitgaan, dat die uitgaven gedaan zijn met inkomsten die hun geëigende fiscale behandeling hebben ondergaan. Als tegenover de vastgestelde uitgaven onvoldoende belastbare inkomsten staan, mag de fiscus het verschil – het zogenaamde ‘indicair tekort’ – alsnog aan belasting onderwerpen.

Als hij van plan is zo’n indiciaire taxatie door te voeren, zal hij zich voortaan dus ook tot de bank kunnen wenden om bijkomende gegevens op te vragen.

Maar de wetgever heeft wel een filter ingebouwd. Voor de fiscus zich tot de bank kan wenden, moet hij eerst de belastingplichtige zelf aanspreken. Via een vraag om inlichtingen. Pas als de belastingplichtige weigert de gevraagde inlichtingen te verstrekken, of pas als hij naar het oordeel van de belastingadministratie onvoldoende inlichtingen verstrekt, zal zij de benodigde informatie kunnen opvragen bij de bank.

Er zijn bovendien nog bijkomende filters. Niet elke belastingambtenaar zal kunnen beslissen de bank aan te spreken. De beslissing komt exclusief toe aan de bevoegde directeur. Hij moet nagaan of de voorwaarden voor het doorbreken van het bankgeheim vervuld zijn. Pas als hij het licht op groen zet, kan een vraag om inlichtingen naar de bank vertrekken. De wetgever besliste daarenboven dat enkel ambtenaren met minstens de graad van inspecteur met de informatieopdracht mogen worden belast. Het doorbreken van het bankgeheim is dus uitsluitend in handen van hogere ambtenaren.

Vooraleer de belastingadministratie zich tot de bank kan wenden, moet zij natuurlijk wel weten bij welke bank de belastingplichtige bankrekeningen heeft. Dat kan problematisch zijn als de belastingplichtige botweg weigert mee te werken, of als het vermoeden bestaat dat hij bepaalde bankrekeningen achterhoudt. De wetgever heeft daarom in een centraal aanspreekpunt voorzien. Het gaat om een databank met daarin de identiteit van alle cliënten van Belgische banken en hun bankrekeningnummers. Die gegevens zullen door de Belgische banken en andere financiële instellingen aan het ‘centrale aanspreekpunt’ moeten worden meegedeeld. De fiscus zal zich tot dit centraal aanspreekpunt kunnen wenden, om na te gaan naar welke bank hij zijn vraag om inlichtingen moet versturen.

Maar de organisatie van dat centraal aanspreekpunt verloopt niet van een leien dakje. De werking moet worden vastgelegd in een koninklijk besluit. Dat is er vandaag nog niet. En het laat zich aanzien dat dit koninklijk besluit nog wel even op zich zal laten wachten.

Het is de bedoeling dat het centrale aanspreekpunt geïnstalleerd wordt in de schoot van de Nationale Bank. Maar blijkbaar zit die niet op deze nieuwe opdracht te wachten. In de Kamercommissie sneerde de minister van Financiën dat de wetgever beter vooraf met de Nationale Bank overleg had gepleegd, dan haar voor een voldongen feit te plaatsen. Uitkijken dus, of het uitstel geen afstel wordt.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog. www.fiscoloog.be

JAN VAN DYCK

Enkel hogere ambtenaren kunnen het bankgeheim doorbreken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content