Cash uit vennootschap halen wordt nog moeilijker
De kapitaalvermindering is een interessante techniek om cash op een fiscaal voordelige manier uit een vennootschap te halen. Maar in het zomerakkoord heeft de federale regering beslist dat achterpoortje te sluiten. Vanaf 2018 wordt een kapitaalvermindering onderworpen aan de roerende voorheffing.
De federale regering heeft de oorlog verklaard aan de achterpoortjes waarmee bedrijfsleiders op een fiscaalvriendelijke manier cash uit hun vennootschap kunnen halen. Eind vorig jaar richtte ze al haar vizier op de constructies rond de interne meerwaarde. Die werden vaak gebruikt om belastingen, en vooral de roerende voorheffing op dividenden, te vermijden.
In het zomerakkoord pakt de federale regering de kapitaalvermindering opnieuw aan. “Maar de draagwijdte is deze keer veel groter. Het is een revolutionaire en vooral slimme maatregel. België haalde daarvoor de mosterd in Luxemburg, waar die regel zelfs nog strenger is”, weet Denis-Emmanuel Philippe, advocaat-vennoot van het fiscale nichekantoor Bloom Law en docent aan de Universiteit van Luik. “Tot nu kon een ondernemer in België belastingvrij cash uit zijn vennootschap halen via een kapitaalvermindering. Dat verandert vanaf volgend jaar. Zodra zijn vennootschap reserves heeft opgepot, moet de ondernemer belasting betalen als hij cash uit zijn vennootschap haalt.” De nieuwe belasting scheelt een ferme slok op de borrel. Philippe verwacht dan ook dat heel wat bedrijfsleiders zich de komende weken en maanden nog snel naar de notaris reppen. Het doorvoeren van een kapitaalvermindering vergt een aanpassing van de statuten van de vennootschap, en daarvoor is de tussenkomst van een notaris vereist. Bovendien moet die statutenwijziging in het Belgisch Staatsblad verschijnen.
Pro rata
Vanaf 2018 wordt de kapitaalvermindering pro rata onderworpen aan de roerende voorheffing. “Het deel van de kapitaalvermindering dat wordt toegerekend op het werkelijk gestorte kapitaal, blijft onbelast. Het deel van de kapitaalvermindering dat wordt toegerekend op de belaste reserves, is onderworpen aan de roerende voorheffing, in principe tegen een tarief van 30 procent”, zegt Denis-Emmanuel Philippe.
Een voorbeeld: Ellen startte tien jaar geleden een schoenenzaak op. Bij de oprichting van haar vennootschap bracht ze een gebouw, aandelen en cash geld in voor een totale waarde van 500.000 euro. Haar zaak was van meet af aan winstgevend en in de tien daaropvolgende jaren heeft ze 1 miljoen euro aan reserves opgebouwd. Ze liet die op de balans staan, want als ze die winst als dividend zou uitkeren, moet ze daarop roerende voorheffing betalen. Via een kapitaalvermindering kon ze, als ze dat wenste, altijd op een fiscaal voordelige manier geld uit de vennootschap halen.
De nieuwe maatregel van de regering treft niet alleen Belgische ondernemers met een vennootschap, maar ook buitenlandse investeerders.
In 2018 zal dat drastisch veranderen. Als Ellen dan 100.000 euro uit haar vennootschap haalt via een kapitaalvermindering, zal ze daarop altijd roerende voorheffing moeten afdragen. Ze is die niet verschuldigd op de hele som, wel pro rata. Het belastbare gedeelte bedraagt 100.000 euro x 66,66 procent = 66.666 euro. Tegen het huidige tarief van de roerende voorheffing, dat 30 procent bedraagt, draagt Ellen 19.999 euro belasting af. Het deel van de kapitaalvermindering dat wordt toegerekend op het werkelijk gestorte kapitaal, of 33.333 euro, blijft onbelast.
Ook voor buitenlanders
De nieuwe maatregel treft niet alleen Belgische ondernemers met een vennootschap, maar ook buitenlandse investeerders. “Veel buitenlandse investeerders, bijvoorbeeld in de vastgoedsector, worden erdoor getroffen”, zegt Philippe. “Velen halen belastingvrij cash uit hun Belgische vastgoeddochters via een kapitaalvermindering. Interessant is dat ze dat zelfs kunnen doen als de Belgische vennootschap geen uitkeerbare reserves heeft. Dat is typisch voor de sector, aangezien vastgoedvennootschappen vaak zware afschrijvingen op gebouwen hebben.”
“Vanaf 2018 worden die kapitaalverminderingen in principe ook onderworpen aan de roerende voorheffing. Soms kunnen buitenlandse investeerders aanspraak maken op een vrijstelling van de roerende voorheffing, maar dat is bijvoorbeeld niet het geval voor de vele Duitse fondsen die Belgische vastgoedvennootschappen aanhouden. Er is dus werk aan de winkel voor de fiscalisten.”
Lees ook: De vraag van 11 miljard: Wat moeten ondernemers met hun geïncorporeerde reserves doen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier