Buitenlanders hebben meer vertrouwen in Brazilië dan Brazilianen

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Een honderdtal Belgische bedrijven vertrekt deze maand op handelsmissie naar Brazilië. Trends ging al even prospecteren. Klopt het dat de Braziliaanse markt op termijn zelfs betere perspectieven biedt dan China?

Sao Paulo, Curitiba, Porto Alegre (Brazilië)

Volgende week: de ervaringen van Belgische startende KMO’s in Brazilië.

Belgen in Brazilië geloven meer in dat land dan in China, althans op lange termijn. Brazilië bezit, net zoals China, een groot marktpotentieel en het macro-economische beleid gaat de goede kant op. Maar in tegenstelling tot China zijn de cultuurverschillen voor Belgen er minimaal, vinden ze. Er is politieke stabiliteit en een betere win-winverhouding. Is dat zo? In Rio de Janeiro kopte de krant Jornal de Commercio vorige week dat ‘buitenlanders meer vertrouwen in de Braziliaanse economie hebben dan de Brazilianen zelf’.

Brazilië doet het, ondanks typisch Latijns-Amerikaanse grillen zoals scherpe muntschommelingen en aanslepende economische hervormingen wegens politieke schandalen, qua buitenlandse investeringen niet slecht. Het voorbije decennium haalde het land elk jaar gemiddeld 17,6 miljard dollar directe buitenlandse investeringen (FDI) binnen. Dat is beter dan alle overige opkomende markten, met uitzondering van China. Dat laatste land haalde vorig jaar voor 61 miljard dollar buitenlandse investeringen binnen – tussen 1994 en 2004 was dat gemiddeld 18,4 miljard dollar. Na de piek, tijdens de privatiseringen van eind de jaren negentig, verwacht Brazilië dit jaar opnieuw 15 miljard dollar buitenlandse investeringen.

Een van de Vlaamse nieuwkomers is de producent van matrastijk, DescleeClama, die in de deelstaat Sao Paulo 4 miljoen euro investeert in een fabriek die de hele Latijns-Amerikaanse markt zal beleveren.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) plaatst Brazilië inzake openheid voor buitenlandse investeerders tussen Zweden en Portugal. Daarmee doen de Brazilianen zelfs beter dan de Verenigde Staten, Japan of Mexico. Bij ruim de helft van de fusies en acquisities zijn buitenlandse bedrijven betrokken. Voor Europeanen is het land dé toegangspoort tot Zuid-Amerika en goed voor 60 % van de Vlaamse export naar dat continent. “Je komt voor het groeiende marktpotentieel. Exporteer nicheproducten waarvoor er weinig lokale concurrentie is. Bovendien vormt Brazilië een ideale markt voor producten van topniveau, producten dus die de koopkrachtige bovenlaag aanspreken. Iets meer dan 20 % van de 180 miljoen Brazilianen heeft al eenzelfde koopkracht als de Belgen. Mik je op de langere termijn, dan is een eigen vestiging noodzakelijk,” zegt Yves Lapere, Vlaams economisch vertegenwoordiger van Flanders Investment & Trade in Sao Paulo.

Vergeet de clichés

Samba, siësta, voetbal en carnaval! Laat die clichés maar thuis. Ze zijn er allemaal wel, maar volgens diverse studies zal Brazilië, samen met Rusland, India en China (samen vormen ze dan ook de zogenaamde BRIC-landen) over enkele decennia een economische wereldmacht zijn. Multinationals als Unilever, Johnson & Johnson en Avon prijzen in de zakenkrant Valor Econômico de hoge productiviteit, de lage kosten, de efficiënte technologie en de creativiteit. Met zijn innovatieve designs bijvoorbeeld kaapt vliegtuigbouwer Embraer in China bestellingen weg voor de neus van zijn Canadese concurrent Bombardier. Ook in de automobielsector, de chemie en het staal is Brazilië een koploper.

In zijn jongste boek, The Next Global Stage, plaatst de Japanse managementstrateeg Kenichi Ohmae de twee zuidelijke en rijkste deelstaten, Sao Paulo en Paranà, zelfs in de toptien van de meest beloftevolle economische ontwikkelingspolen ter wereld. De Brazilianen verkeren daar in het gezelschap van Bangalore en Hyderabad in India, het Chinese eiland Hainan en het Japanse eiland Kyushu, het Canadese Vancouver, de Baltische staten, de Vietnamese hoofdstad Ho Chi Minhstad, Kamchatka en Vladivostok in Siberisch Rusland.

Met zijn woud van wolkenkrabbers weerspiegelt de megastad Sao Paulo de grootse ambities van het land. Sao Paulo alleen al telt 16 miljoen inwoners, is goed voor 35 % van het bruto binnenlands product en vormt de belangrijkste industriële regio van Zuid-Amerika.

Sinds de laatste economische crisis in 2002 is de situatie duidelijk verbeterd. Een recent Oeso-rapport gaat ervan uit dat de fundamenten voor duurzame economische groei zijn gelegd. Al bleef de economische groei vorig jaar wel bescheiden: 4,9 %. Ter vergelijking: China, India, Rusland en Turkije haalden toen respectievelijk 9,5 %, 7,3 %, 7,1 % en 8,1 %. Dit jaar wordt gemikt op een groei van iets meer dan 3 %, maar de deelstaat Sao Paulo presteert in zijn eentje dubbel zo goed. Dat heeft vooral te maken met zijn hervormingsgezinde, dynamische gouverneur, Geraldo Alckmin.

Voor de overgrote meerderheid van de Braziliaanse bedrijfswereld is Alckmin de favoriete kandidaat bij de presidentsverkiezingen in oktober van volgend jaar. Want met de politieke omkoopschandalen die de regering van de linkse president Luiz Inàcio Lula da Silva – kortweg ‘Lula’ – sinds mei 2005 verlammen, zijn de Braziliaanse ondernemers wat onzekerder geworden. In tegenstelling tot de buitenlanders of de Oeso vrezen ze dat de economie misschien wel eens een minder autonome koers zal moeten varen. De politieke strubbelingen remmen niet alleen de noodzakelijke fiscale hervormingen af, maar blokkeren ook de nieuwe faillissementswet, een versoepeling van de arbeidsreglementering of een reeks administratieve vereenvoudigingen. Bijgevolg zitten de investeringsplannen weer in de koelkast (in 2000 waren de directe buitenlandse investeringen dubbel zo hoog als vandaag). Alckmin en Lula vertegenwoordigen in hun ogen twee scenario’s waar het met de Braziliaanse economie naartoe kan: ten goede of ten kwade.

Het beste en het ergste

De schrik dat president Lula bij zijn aantreden in januari 2003 de economische hervormingen van zijn voorganger, Fernando Henrique Cardoso, zou terugdraaien, bleek ongegrond. De linkse regering volgde de ingezette marsrichting van de man die na de munthervorming in 1994 (het zogenaamde Plan Real, toen de real werd vastgespijkerd op één dollar) de hyperinflatie terugbracht van 2490 % op jaarbasis tot minder dan 10 % per jaar. Cardoso zorgde er ook voor dat de real kon zweven nadat er in 1999 werd gespeculeerd tegen de nieuwe Braziliaanse munt. Lula snoeide verder in de overheidsuitgaven en slaagde erin het overheidstekort (5,1 % van het bruto binnenlands product) terug te dringen tot 2,7 % vandaag. En hij gaf de centrale bank de ruimte om de rente te verhogen in de strijd tegen de inflatie.

De real is volgens het economisch en financieel onderzoeksinstituut Bloomberg nu de sterkste munt ter wereld (één dollar = 2,23 real; één euro = 2,65 real). De inflatie is gereduceerd tot 5,3 %. Toch heeft Brazilië nog altijd af te rekenen met zware handicaps. Zo is er de bureaucratie, volgens de Wereldbank de meest complexe ter wereld. De interestlasten behoren er tot de hoogste ter wereld, net zoals de belastingen. Die zijn goed voor bijna 40 % van het BBP – iets minder dan België en de Scandinavische landen – , terwijl Mexico en Chili het respectievelijk met tarieven van 19 % en 24 % doen. Bovendien heeft Brazilië ook te kampen met een zwak juridisch systeem, een gebrekkige wegen- en haveninfrastructuur en een stroeve arbeidswetgeving. Wegens die ‘Braziliaanse kosten’ speelt de economie zich voor meer dan 40 % af in de grijze zone van de zogenaamde informele sector, die de al erg competitieve markt nog bezwaart.

En toch. “Je vindt hier goedopgeleide, bekwame mensen uit goede universiteiten. Als je die juiste mensen selecteert en motiveert, is de arbeidsproductiviteit in Brazilië even hoog als in België,” bevestigt Sven Vandenbogaerde, regionaal manager Latijns-Amerika van Vyncke Ltda. Vyncke Energietechniek uit Harelbeke vestigde zich in 2001 in de buurt van Porto Alegre om als lokale speler te kunnen meedingen naar grote energieprojecten in heel Latijns-Amerika. Die worden aangebracht door antennes in de omringende landen. De spitstechnologie komt uit België, de basisinstallaties worden gemaakt bij plaatselijke onderaannemers. Nadat het zich had verzekerd van de nodige bankgaranties en geheimhoudingsclausules sloot Vyncke ook akkoorden voor technologietransfers met een sterke lokale partner.

Zelfs de loodzware bureaucratie valt volgens Vlaamse KMO-leiders enigszins te relativeren. “Met de nodige strijdvaardigheid krijg je die wel klein,” merkt Ann Vanden Avenne verrassend op. Ze heeft het voordeel zelf juriste te zijn en spreekt vlot Portugees – “een must voor wie hier wil zakendoen.” Met haar echtgenoot Damien Grimmelprez richtte Vanden Avenne in 1999 Parafix Ltda op. Het bedrijfje maakt kleefsluitingen voor luiers en hygiënische producten. Ze geeft toe dat ze “veel leergeld heeft betaald”, maar gaat er nu wel prat op dat ze gewapend is om op te tornen tegen dure advocaten en raadgevers allerhande die onontbeerlijk lijken om de buitenlander door het woud van regelgevingen en vergunningen te loodsen. “Parallel met de complexe bureaucratie staat nochtans zowat alles op het internet,” zegt ze.

“E-government is hier verder uitgebouwd dan in Europa: belastingsaangiften, het neerleggen van merken, het opvragen en doorsturen van alle mogelijke informatie voor de overheidsadministratie, bankieren en douaneformaliteiten… het kan allemaal via internet.” Zoals krottenwijken overvloeien in chique buurten met Armani, Ermenegildo Zegna of Bulgari, zo gaat het ook met de stapels formulieren en overheidsstempels. Die vloeien geleidelijk over in de meest geavanceerde informatietechnologie. De federale overheid werkt er intussen met digitale in- en uitvoerformulieren en doorgedreven elektronische controlesystemen.

Exportmarkt met zware invoertol

Na enkele minder goede jaren ten gevolge van de devaluatie in 1999, steeg de Belgische export naar Brazilië in 2004 weer met 28 %. Het totale cijfer bedroeg bijna 1 miljard euro, een prestatie die mee werd aangezwengeld door de sterke munt en de opverende Braziliaanse consumptie (+ 4,3 %).

Yves Lapere van Flanders Investment & Trade ziet voor Belgen zakenkansen in de agro-industrie, de verpakkings- industrie, de haveninfrastructuur en de milieutechnologie. Ook in de farmasector vallen er zaken te doen, net zoals in de machinesector. Brazilië heeft immers een verouderd machine-park dat dringend aan vernieuwing toe is.

De Belgische publieke kredietverzekeraar Delcredere is flexibel en biedt dekking voor commerciële transacties op korte en lange termijn. Hét struikelblok bij de export naar Brazilië zijn de ingewikkelde invoerheffingen, die meestal neerkomen op een extra kost van 75 % op de FOB-waarde (Free On Board) van de ingevoerde goederen. “Dat weegt op de cashflow, omdat je die reeks invoertaksen vooraf moet betalen ( nvdr – achteraf kan je ze wel recupereren). Het is dus belangrijk om de fiscale aspecten van de invoer vooraf grondig te bestuderen,” adviseert Ravin Mehta, general manager van Intellect Brasil. Het Braziliaanse filiaal van Intellect uit Zaventem maakt betaalterminals voor banken en uitgevers van kredietkaarten. “Een booming business, wat aangeeft dat er een stabiel banklandschap is ontstaan na de fusies en overnames door buitenlandse banken,” voegt Pieter Marx, managing director, eraan toe. “Wat leuk is aan Brazilië, is dat je 5000 terminals kunt plaatsen in een pilootproject. Als dat lukt, zit je direct met een potentieel van 200.000 terminals.”

“Bij import is het heel belangrijk om goede despachantes in te schakelen,” beklemtoont Patrick Pauwelijn, directeur van Impextraco Latin America, een leverancier aan de veevoederindustrie. Despachantes zijn gespecialiseerd in importformaliteiten en meer bepaald in de douanerompslomp. “Waarom het eenvoudig maken als het ook ingewikkeld kan, luidt het devies van de Braziliaanse douane,” lacht Waldomiro Xavier Bilhar, manager van Vyncke Brazilië. “We beschikken over Siscomex, waardoor alle invoer- en exportformaliteiten via internet kunnen worden afgehandeld. Maar de bureaucratie heeft er weer iets op gevonden: geregeld moet je een nieuw paswoord aanvragen en dat kan maanden duren!” Conclusie: via een lokale productie of assemblage kan je de invoerperikelen beperken. Bovendien dek je je op die manier ook in tegen wisselkoersrisico’s.

Intellect doet aan contractmanufacturing en ook Vasco Data Security uit Wemmel, de wereldleider in netwerkbeveiliging, wil die stap zetten. De meeste grote Belgische bedrijven zijn al in Brazilië aanwezig: Agfa-Gevaert, Barco, Beaulieu, Bekaert, Belgo-Mineira (Arcelor), De Smet do Brasil, InBev, KatoenNatie, Lhoist, Magotteaux, Packo-Plurinox, Puratos, Sibelco, Solvay, Tractebel, UCB, Veos.

“Stilaan komen ook onze KMO’s deze kant op,” zegt Yves Lapere (FIT). Pluspunten zijn: je kan echt concurreren met lokale concurrenten in een groeimarkt en je kan vlotter exporteren naar de rest van Latijns-Amerika.

Liever een eigen vestiging

Jan Valcke, president & chief operating officer van netwerkbeveiliger Vasco: “We moeten aanwezig zijn in een land met 180 miljoen inwoners dat in sneltempo evolueert naar elektronische retailbanking.” Vasco overweegt een eigen productievestiging in Manaus in het Amazonegebied. Het gaat om de enige taksvrije zone van Brazilië. De lonen zijn er tot 90 % goedkoper dan in België en liggen ongeveer op hetzelfde niveau als in China (doorgaans liggen de Braziliaanse lonen vijf keer hoger dan in China). “Maar door in Manaus te assembleren, kunnen we de invoerheffingen tot 30 % beperken. Ik zie meer voordelen in Brazilië dan in China, zeker op lange termijn.” Valcke heeft het over “een betere win-winsituatie.”

Intellect assembleert in Minas (Bello Horizonte), op duizend kilometer van Sao Paulo. Voor de assemblage van zijn betaalterminalonderdelen krijgt het bedrijf belastingvoordelen. “Onze markt groeit jaarlijks met 30 %. Voor betaalterminals staan China en India vandaag waar Brazilië zich in 1997 bevond,” zegt Ravin Mehta van Intellect Brazilië.

Jean-Marie De Backer van het Brusselse advocatenkantoor CMS De Backer, dat ook een zakenpartner in Sao Paulo heeft, raadt investeerders, zeker KMO’s, aan te kiezen voor een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de Limitade (Ltda). Ook aanbevelenswaard is om de verschillen tussen de lokale fiscale stelsels van de 26 deelstaten goed te bestuderen. “Onderschat ook de milieureglementering en de complexe sociale wetgeving niet,” waarschuwt De Backer. Bovenop het nettomaandloon dat een werknemer ontvangt (ongeveer 230 euro voor een niet-opgeleide arbeider, tot 1900 euro voor een lager kaderlid en tot 3800 euro voor een senior manager) betaalt de werkgever 93 % extra sociale lasten. Het gevolg van die hoge arbeidskosten is zwartwerk op grote schaal. Komt daarbij een rigide arbeidswetgeving die flexibele werkuren onmogelijk maakt.

“Het belastingstelsel is een oerwoud waarin zelfs de Braziliaanse bedrijfsleiders verloren lopen,” waarschuwt Waldomiro Bilhar (Vyncke). Er zijn belastingen op federaal niveau, maar ook elke deelstaat heft nog eens eigen taksen. “De export is belastingvrij en maakt het mogelijk om een aantal belastingen te recupereren, vooral als je werkt met toeleveranciers. Voor een bedrijf als Vyncke is dat niet oninteressant, maar het vergt een hele boekhouding om dat allemaal bij te houden,” vertelt Sven Vandenbogaerde.

Volgens de Wereldbank spendeert een bedrijf in Brazilië ongeveer 2600 uren aan een belastingaangifte; in Noorwegen volstaan 87 uren. Een van de belangrijkste op stapel staande hervormingen was de overschakeling op één BTW-systeem voor heel het land en het op elkaar afstemmen van de deelstaatbelastingen. Maar op 11 oktober torpedeerde de regering haar eigen wetsontwerp over belastingvermindering voor bedrijven. Dat gebeurde nadat de oppositie het “te genereus had geamendeerd”.

In Brazilië een bedrijf oprichten is nog steeds een titanenwerk: je hebt er 152 dagen voor nodig, of drie keer het wereldgemiddelde. Ter vergelijking: in Chili richt je een bedrijf op in 27 dagen.” Professor Maria Tereza de Oliveira Audi van de Katholieke Universiteit van Sao Paulo verwacht geen vooruitgang tot na de presidentsverkiezingen in oktober 2006.

Is Brazilië uit de startblokken?

Los van de politieke strubbelingen gelooft De Oliveira Audi niet dat Brazilië al als een volgroeide economie op automatische piloot koerst. Dat is nochtans een mening die Marie-Victoire De Groote, chief economist van Fortis, met veel buitenlandse analisten deelt: “Ongeacht wie er de volgende president of regering zal zijn, Brazilië heeft gekozen voor een coherent economisch beleid, voor schuldaflossing, monetaire discipline en consolidatie van het investeringsklimaat,” zegt De Groote.

“De sterke munt wordt in de hand gewerkt door de depreciatie van de dollar, maar weerspiegelt evenzeer de interne dynamiek van een stevige export en binnenlandse consumptie.” Ze verwijst naar stijgende beurskoersen, de verbetering van Braziliës schuldpositie (gedaald van 55,5 % van het BBP drie jaar geleden tot 50,3 % nu) en de dalende interestvoeten (van 32 % in 1998 tot 19 % vandaag). “Sinds 2002 is de gemiddelde spread van de soevereine schuldeffecten teruggevallen van niveaus boven de 2000 basispunten tot ongeveer 390. Dat is een daling met meer dan 80 %.”

Professor De Oliveira Audi ziet ook wel vooruitgang: “De handelstekorten leken een structureel probleem, maar dankzij de aantrekkende grondstofprijzen en de hoge prijzen voor soja en ijzererts hebben we een handelsoverschot van 43 miljard dollar en recordoverschotten op de be-talingsbalans. Het overschot bedraagt nu 12 miljard dollar, vier jaar geleden was er nog een tekort van 25 miljard dollar. De economie groeit en fiscale inkomsten stijgen.”

Maar De Oliveira Audi vreest wel dat een vertraging van de wereldgroei, vooral in China, negatieve gevolgen zal hebben voor Brazilië. “Wie applaudisseert er voor Lula?” vraagt ze retorisch. “De financiële markten en Wall Street, omdat de politieke schandalen hun financiële transacties niet raken. De Braziliaanse staatsobligaties renderen drie keer meer dan de Amerikaanse of Europese, en er zijn weinig interessante alternatieven. Maar de Braziliaanse ondernemers applaudisseren niet.”

De Braziliaanse fondsenbeheerders zijn er nog niet van overtuigd dat er geen nieuwe devaluaties komen. Ze geloven dat er eerst een lange periode nodig zal zijn van gezonde economische ontwikkeling. Vroeger hebben ze al eens de risico’s onderschat, iets waarvoor ze zwaar hebben betaald.

Ook William Bebb Jones van McKinsey in Sao Paulo reageert voorzichtig: “We beantwoorden nog lang niet aan de voorwaarden voor duurzame groei. Zo’n scenario kan alleen als de Staat een minder belangrijke rol heeft, als de overheid de privé-investeringen niet tegenwerkt en een grotere openheid van de economie bevordert.” Hij ziet het hervormingsproces wel doorgaan, maar de politieke onzekerheid mag niet blijven duren. Een herverkiezing van de charismatische Lula blijft mogelijk, “ook al is dat een slecht scenario”. Jones denkt niet dat Lula het hervormingsproces zal stilleggen. “Tenzij hij natuurlijk de Chavez-stijl zou gaan aanhangen ( nvdr – de populistische president van Venezuela). Dat zou het allerergste scenario zijn.”

In dat geval kan Brazilië het wel vergeten om tegen 2008 van de ratingagentschappen Moody’s en Standard & Poor’s de verwachte opwaardering te krijgen: veilig voor buitenlandse investeerders.

Erik Bruyland

Volgens diverse studies zal Brazilië, samen met Rusland, India en China, over enkele decennia een economische wereldmacht vormen.

Brazilië vormt een ideale markt voor producten van topniveau, producten dus die de koopkrachtige bovenlaag aanspreken.

In Brazilië een bedrijf oprichten is nog steeds een titanenwerk. Je hebt er 152 dagen voor nodig, of drie keer het wereldgemiddelde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content