BTW-verhoging: minder vrijheid, minder welvaart
Vorige maand congresseerde de VLD nog vrij en vrolijk onder het motto ‘meer vrijheid, meer welvaart’. Toegepast op de globalisering leverde dat de volgende goedgekeurde teksten op. Enkele citaten: “De globalisering van de economie wordt vaak ervaren als een bedreiging, maar is veeleer een opportuniteit. (…) Globalisering van de economie is dé weg naar een rechtvaardige en vrije wereld. (…) De wereldhandel moet verder vrijgemaakt worden. Dat is de beste manier om alle regio’s zich verder te laten ontwikkelen.”
Intussen in de Wetstraat 16. VLD-boegbeeld en premier Guy Verhofstadt werkt aan een ‘globaal plan’ om de economie nieuw leven in te blazen. De premier herlanceert het idee om de lasten op arbeid te verlagen en te vervangen door een hogere belasting op consumptie, waarbij de stijging van de BTW-tarieven vooral zou worden toegepast op “goedkope producten uit de lagelonenlanden”. Hoe vaag en hoe rekbaar die definitie ook is, ze ademt onvervalst protectionisme uit. Ze maakt invoer duurder en is dus een importheffing die de binnenlandse producenten beschermt tegen de internationale concurrentie. Zou koning Albert op zijn rondreis door China al geweten hebben wat zijn eerste minster van plan is? Zorgt minder vrijheid plots voor meer welvaart?
Het zou van enige internationale fair play getuigen mocht een hoger BTW-tarief tenminste op álle producten toegepast worden, en niet alleen op wat talloze arme stakkers voor een karig loon van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat in een fabriek in China voor ons produceren.
Plat protectionisme is een beschamend defensieve strategie voor een land dat rijk is geworden van internationale vrijhandel. Zonder goedkope producten uit deze lagelonenlanden zou onze welvaart maar een fractie zijn van wat ze nu is. Of gaan we misschien weer zelf T-shirts, sandalen, speelgoed of koffiekannen maken? Gooien we dan maar meteen ook de strategie overboord om vooral te mikken op kennisintensieve sectoren?
Maar ook de eigen economie wordt niet beter van een BTW-verhoging. Voor lagere lasten op arbeid klinkt een terecht applaus, maar die lastenverlaging uitgommen met hogere indirecte belastingen maakt dat dit beleid zelfs de processie van Echternach niet kan volgen. De regering herverdeelt enkel de fiscale druk: wat minder op de schouders van werkgevers en werknemers (zij betalen een hogere BTW, maar kunnen het voordeel van lagere arbeidslasten onder elkaar verdelen), en wat meer op de schouders van de niet-werkenden (zij betalen ook een hogere BTW, maar genieten geen compensatie). De PS liet echter al weten niet te aanvaarden dat de koopkracht van de mensen aangetast wordt. Tot zover het ballonnetje van de premier.
Verhofstadt houdt ook vol dat het begrotingsevenwicht én de finale fase van de verlaging van de personenbelasting niet ter discussie staan. Dat impliceert dat deze regering de komende maanden voor miljarden euro’s zou moeten besparen en dat in moeilijke tijden. Vergeet het. De socialistische vleugel van paars liet al weten dat een klein tekort geen ramp is. Het paarse begrotingsschip zinkt. De begrotingsminister zit al in de reddingssloep.
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier