Britse export

In de buurt van het Europees parlement opende Nico Central: een goed adres voor lekkerbekkende lobbyisten.

Sinds enkele jaren heeft Londen de plaats van Parijs overgenomen als gastronomische hoofdstad van Europa. Vanuit de Britse hoofdstad komen nieuwe restaurantformules die beantwoorden aan actuele behoeftes.

Die frisse wind heeft ook Brussel bereikt. Aan het Luxemburgstation, schuin tegenover het Europees Parlement, bevindt zich het Swissotel. Sinds kort treft men op het gelijkvloers van het indrukwekkende hotel een vestiging aan van Nico Central. Dit restaurant is geënt op het vermaarde Nico Central van Nico Ladenis, gelegen aan de Londense Park Lane en door Michelin bekroond met drie sterren. Het is de firma The Restaurant Partnership, met als voorzitter Roy Ackerman, die de Nico-formule internationaal exploiteert. Roy Ackerman is een Engelse journalist. Hij schreef eetboeken, produceerde televisieprogramma’s over eten en had eerder een bestuursfunctie bij The Egon Ronay’s Restaurant Guides. 1998 was voor The Restaurant Partnership een jaar van expansie: in Groot-Brittannie en op het continent werden onder de naam Nico maar liefst vijf nieuwe restaurants geopend. Momenteel zijn er besprekingen aan de gang met Holiday Inn Antwerpen.

In Brussel werd gekozen voor een deftige brasserie-stijl, die refereert aan de jaren ’30. Het keukenteam staat onder leiding van Philippe Lecomte en Pascal Marcin, twee jonge Belgen die een vervolmakingscursus in Londen volgden. De spijskaart bestaat slechts uit een uitgebreid keuzemenu, waarbij men een eenheidsprijs van 1100 frank betaalt voor een voorgerecht en een hoofdgerecht. Kiest men daar nog een dessert bij, dan is men in totaal 1350 frank kwijt. De gevarieerde menukaart wordt gesteund door een uitgekiende wijnkaart met een ruime keuze aan flesjes van rond de 1000 frank.

Wij kwamen op een doordeweekse avond, werden in het Frans onthaald en kregen een Franstalige menukaart. De keuze viel op flensjes van aardappel met warme eendenlever en salade van molsla met aceto balsamico. Ook was er een rundsconsommé met plakjes knolselder, die op de kaart stonden als “ravioles”. Hoofdgerechten waren: gebakken zeetong, in filets versneden en opgediend met blokjes artisjok en een fluwelige zee-egelsaus en, aan de andere kant van de tafel, gebakken zwezerik met rösti (aardappelkoek) en mini-pompoentjes gevuld met groentebrunoise. Tenslotte kregen we originele “bonbons” van chocolade met honingijs en “beignets” van chocolade met abrikozensaus. Wij aten verzorgd, lekker en licht. De Engelsen toonden dat het mogelijk is om zelfs in een groot hotel goed te eten voor een redelijke prijs.

PIETER VAN DOVEREN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content