BOIC pareert kritiek van delegatieleider Van de Walle
De leden van het BOIC zijn geen vetbetaalde functionarissen die graag een snoepreisje meepikken. Het BOIC ontkracht dat vooroordeel door de financiën openbaar te maken.
Geen overweldigende inkomsthal of majestueuze trappenhal in het hoofdkwartier van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité ( BOIC), dat in de schaduw van het Atomium ligt. Wel een eenvoudige waslijn met daaraan honderden actiefoto’s van onze atleten in Athene. Toch kampt het BOIC met een hardnekkig imago van wereldvreemde bobo’s die het geld over de balk gooien. Een ontgoochelde delegatieleider Robert Van de Walle gooide nog eens olie op het vuur door langs zijn neus weg op te merken dat het BOIC liever in stenen investeert dan in atleten.
Piet Moons, directeur marketing bij het BOIC, geeft toe dat er momenteel een haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd voor een nieuwbouw. “Voor de werking van het BOIC hebben wij nochtans niet meteen behoefte aan een nieuw onderkomen maar bij het gros van de 79 sportbonden die wij overkoepelen, leeft wel de vraag naar grotere vergaderruimten.” Daarmee geeft Moons meteen aan dat het takenpakket van het BOIC ruimer is dan louter topsport, het departement dat wel nog altijd de helft van de middelen opslorpt. Die andere opdrachten bestaan uit het promoten van de olympische waarden (onder meer via de Olympic Health Foundation) en de dienstverlening aan atleten en sportbonden.
Om iets te doen aan de foutieve beeldvorming, zal het BOIC voortaan duidelijker communiceren over zijn werking. Zelfs over het financiële plaatje heeft het comité geen geheimen meer, want het BOIC denkt eraan om binnenkort de jaarrekening op zijn webstek te plaatsen. Die cijfers (zie tabel: Het geld van het BOIC) ontkrachten alvast het beeld van snoepreisjes en vetbetaalde postjes. Dat ruim een vierde van het budget opgaat aan personeelskosten lijkt op het eerste gezicht misschien wel veel. In absolute cijfers is een bedrag van 1,6 miljoen euro voor dertig personeelsleden echter niet overdreven. Zeker niet in vergelijking met het loonzakje van bijvoorbeeld Anton van Rossum ( Fortis), dat alleen al 2,1 miljoen euro weegt.
Winnend lot bij de Nationale Loterij
Het uitgavenpatroon van het BOIC is vrij stabiel en schommelt jaarlijks rond 6 miljoen euro. Alleen in een olympisch jaar is er 1,5 miljoen euro extra nodig. De inkomstenzijde daarentegen vertoont naargelang van het jaar grote verschuivingen. Vorig jaar bijvoorbeeld was het Ontwikkelingscomité van de Belgische Sport ( OCBS) (zie post ‘interne subsidies’) de belangrijkste financier. Die vzw mag in naam van het BOIC de rechten op de olympische ringen commercialiseren. Daarnaast is ook de inbreng van de Nationale Loterij, terug te vinden onder de post ‘subsidies’, zeker niet te verwaarlozen. Vorig jaar stortte die maar liefst 1,86 miljoen euro op de rekening van het BOIC. Maar België mag ook grabbelen in de grote ton van het Internationaal Olympisch Comité, die gevuld wordt door multinationals als Coca-Cola, McDonald’s en Swatch. Via een ingewikkelde verdeelsleutel kwam er op die manier 600.000 euro extra in het Belgische laatje.
Toch was er vorig jaar nog een niet onbelangrijk negatief verschil van ruim 300.000 euro tussen de inkomsten en de uitgaven. Dat tekort werd voor het grootste gedeelte opgevangen door een positief financieel resultaat, dat bestaat uit intresten op het vermogen van het BOIC. Dat spaarpotje bevatte eind vorig jaar 11,6 miljoen euro (7,3 miljoen euro aan deposito’s en 4,3 miljoen euro aan sicavs en obligaties) en kan aangesproken worden in slechte tijden. Misschien is dat ogenblik, na de magere oogst van amper drie medailles, nu wel aangebroken?
Dirk Van Thuyne
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier