BIPT WIL KOSTENMODEL HERZIEN
TE VEEL HISTORISCHE KOSTEN IN BELGACOM-PRIJZEN.
Niet overal kijkt de verstrooide surfer wiens lijn
‘s ochtends blijft open liggen, ‘s avonds tegen een Belgacom-rekening van 1200 frank aan. Patrick Spray van het familiale Internet-dienstenbedrijf Moonwolf Enterprises noemt op het European Teleworking Forum 45 dollar (1575 frank) een typische factuur voor een maand onbeperkt lokaal bellen in Virginia, terwijl het op vele plaatsen in de VS en Canada zelfs gratis is.
Europa is bezig zijn tarieven beter af te stemmen op de kosten, maar blijkbaar liggen die kosten hier anders dan aan de andere kant van de oceaan. De Europese consumentenorganisatie Beuc klaagde in november 1998 aan dat de aanpassing erop neerkomt dat de gewone consument altijd maar meer betaalt ten voordele van de zakelijke gebruiker, die de vermindering van de langeafstands- en internationale tarieven oogst.
“De Europese Commissie heeft geen diepgaand onderzoek van de kostenvorming in de verschillende lidstaten uitgevoerd,” betreurt het Europees parlement in een resolutie van november 1998. “Grotere kostentransparantie, vooral in de internationale markt, zou het mogelijk moeten maken om de prijsstructuren van de markt effectiever aan te passen.”
PRIJSWATCHERS.
Prijswatchers als Bart Callewaert van Preisagentur hebben de grootste twijfels over de basis van Belgacoms tariefstructuur. “Wat is het verschil tussen de kostprijs voor een zonaal gesprek en de kostprijs voor een interzonaal of een internationaal gesprek?” vraagt hij zich af, verwijzend naar WorldCom, dat overweegt om vijf dollarcent (1,75 frank) aan te rekenen voor een minuut communicatie tussen zijn Belgische en Amerikaanse klanten. Volgens Callewaert verbergt Belgacom de informatie over zijn kosten als een commercieel geheim en komt zelfs het Belgisch Instituut voor Postdiensten- en Telecommunicatie ( Bipt) er niet achter.
De Europese Commissie zelf noteert in haar vierde rapport over de uitvoering van de telecomregelgeving dat de dominante operator in België – Belgacom dus – zelfs geen geschikt cost accounting-systeem heeft (het rapport was up to date tot 16 oktober 1998). “Bovendien schrijft de wet niet voor dat het principe van kostengeoriënteerdheid door het Bipt wordt opgevolgd.” En even verder: “Er zijn twijfels over de vraag of het principe van kostenoriëntering wordt toegepast.”
Cruciaal hierin zijn de interconnectietarieven – de vergoeding die operators krijgen om andermans trafiek naar zijn bestemming te brengen. Deze tarieven, die een bodem vormen onder het lokale tarief, moeten op kosten zijn gebaseerd.
WIE BETAALT BRUGPENSIOEN?
Eric Van Heesvelde, administrateur-generaal van het Bipt, die met twee economen en drie ingenieurs de door Belgacom voorgestelde tarieven moet toetsen, geeft toe dat er een probleem is. Het kostenmodel van het Bipt – opgesteld met de hulp van het Nederlandse consultantenbureau DVV en Bureau van Dijk – heeft nu twee jaar gedraaid, maar het is een fully distributed kostenmodel. “Dat houdt in dat, door de methode zelf, concurrenten van Belgacom duidelijk zicht zouden krijgen op de kostenstructuur van Belgacom,” zegt Van Heesvelde. Maar er is nog een andere reden voor het Bipt om af te stappen van zijn huidige methodiek: in het systeem wordt de volledige kostenstructuur die relevant is voor de interconnectie, mee in rekening gebracht. Licht Van Heesvelde toe: “In het algemeen heeft dat voor gevolg dat je een aantal historische kosten meedraagt.”
De meeste landen gebruiken een long run incremental cost model, waarbij alleen de nieuwe investeringen en bijkomende kosten in de kostenbasis worden meegerekend. Van Heesvelde: “Het vervroegd pensioneren van 5000 werknemers bij Belgacom speelt mee in het fully distributed cost model, niet in het long run incremental cost model.”
Het Bipt heeft nu een lastenboek klaar voor wie wil adviseren bij de komende interconnectie-onderhandelingen voor het jaar 2000. Het nieuwe kostenmodel wordt een current account model.
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier