Bijna een kwart meer zonne- en windenergie in 2023
De productie van hernieuwbare energie heeft in België vorig jaar opnieuw een record verbroken. Zonnepanelen en windmolens leverden bijna een kwart meer stroom op, zo blijkt maandag uit gegevens van hoogspanningsnetbeheerder Elia. Kern- en gascentrales zijn wel nog steeds goed voor twee derde van de totale elektriciteitsproductie.
In 2023 werd in totaal 21,5 terawattuur aan groene stroom opgewekt. Vergeleken met 2022 (17,4 terawattuur) gaat het om een stijging met bijna een kwart. Zowel bij zonne- als windenergie gingen de productierecords aan diggelen. Daarmee waren zon en wind goed voor 28,2 procent van de elektriciteitsmix (19,8 procent in 2022). Elia merkt op dat het almaar vaker voorkomt dat hernieuwbare energiebronnen meer dan de helft van het Belgische verbruik dekken. In 2023 was dat het geval voor 12,5 procent van de tijd, drie keer zoveel als een jaar eerder.
De windmolenparken in de Belgische Noordzee – met 399 turbines – wekten 8.011 gigawattuur aan stroom op, bijna een vijfde meer dan het vorige record uit 2021. Aangezien er geen capaciteit bijkwam, is die prestatie volledig toe te schrijven aan de weersomstandigheden.
Zon-, wind- en kernenergie
Ook de productie van de windmolens op land ging er fors op vooruit tot een nieuw record, met een stijging van 43 procent tot 6.268 gigawattuur. Dat is niet alleen te verklaren door de vele wind in 2023, er kwam ook 10 procent productiecapaciteit bij.
Zonnepanelen leverden tot slot 7.193 gigawattuur stroom op, een stijging met 12,2 procent. De geïnstalleerde productiecapaciteit lag 31 procent hoger.
De productie van de Belgische kerncentrales liep met een kwart terug (door de sluiting van de reactoren Doel 3 en Tihange 2) tot 31,4 terawattuur en er werd met 19,2 terawattuur een vijfde minder elektriciteit met gas opgewekt. Samen zijn kern- en gascentrales wel nog goed voor twee derde van de elektriciteitsmix (respectievelijk 41,3 en 25,2 procent).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier