Bibberen voor de Bribery Act

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Bedrijven of private-equityfondsen die internationaal actief zijn, gaan best niet te licht over de verscherping van de Amerikaanse corruptiewetgeving en haar Britse broertje. Al valt een en ander wel te relativeren, zegt Koen Dejonckheere, topman van Gimv.

De Amerikaanse Foreign Corrupt Practices Act (FCPA) en de nieuwe Britse Bribery Act, die in april van kracht gaat, verstrengen. Bedrijven en private-equityfondsen die op de internationale arena actief zijn, nemen die verscherping best ernstig. Beide anticorruptiebepalingen leggen een strikt kader op waarin geopereerd kan worden. De Amerikaanse FCPA wordt uitgebreid met de Dodd-Frankbepaling die klokkenluiders stimuleert om vermoedelijke schendingen te melden en looft daarbij een premie uit van minstens 10 tot 30 procent van de boetes die wereldwijd verzameld worden bij inbreuken. Tegenstanders van de wet vrezen een toename van ‘opportunistische’ klokkenluiders. Zeker in opkomende markten zou dit het geval kunnen zijn. Uit onderzoek van Deloitte bij bedrijfsleiders, investeringsmanagers en bankiers blijkt dat 63 procent van de respondenten bezorgd is voor mogelijke integriteitsschendingen in China en Mexico.

De Britse Bribery Act gaat verder in de aansprakelijkheid van de betrokkenen dan de FCPA. Stefaan Loosveld, advocaat bij Linklaters LLP: “Belangrijk is de extraterritoriale werking van het misdrijf: de Bribery Act is niet alleen toepasselijk op Britse bedrijven, maar ook op buitenlandse bedrijven die actief zijn in het Verenigd Koninkrijk. Als bijvoorbeeld een persoon die geassocieerd is met een Belgisch bedrijf dat actief is in het VK een buitenlandse ambtenaar omkoopt, dan kan dat bedrijf onder de Bribery Act vallen, met alle gevolgen van dien.”

Vooral in de internationale private-equitywereld veroorzaakt die bepaling enige ophef. Juristen merken op dat de aansprakelijkheid toeneemt zelfs al is er geen directe kennis van omkoping of corruptie. De aansprakelijkheid van de overnemers geldt ook voor corrupte handelingen die zich voordeden vóór de verwerving van een portfoliobedrijf, zelfs al is er geen bewijs dat de overnemer op de hoogte was van frauduleuze handelingen. Loosveld: “In het VK is men er zich van bewust dat de Bribery Act onbedoelde gevolgen kan hebben die nefast zijn voor buitenlandse investeringen. Onze Linklaters-collega’s in Londen krijgen geregeld vragen van multinationals over hun risico’s.”

Gedragscode biedt soelaas

“Dit is het eerste wat ik hiervan hoor”, zegt Jos Peeters van Capricorn Venture Partners. Capricorn is als pan-Europees fonds actief in de markt van het durfkapitaal. Maar Peeters maakt zich geen zorgen. “Het slaat op een soort praktijken die wij in onze organisatie nooit getolereerd hebben.”

Ook Koen Dejonckheere, gedelegeerd bestuurder van Gimv en voorzitter van de Belgian Venture Capital & Private Equity Association (BVA), nuanceert een en ander. “Al onze leden bij de BVA hebben een code of conduct ondertekend waarin zulke ethische bepalingen vervat zitten. Maar ik stel me tegelijk wel de vraag of het de rol is van private equity om een bijna forensisch onderzoek te gaan voeren bij overnames dat mogelijke misbruiken kan opsporen. Opereren in een globale context maakt dat je eigenlijk voortdurend op ijs moet lopen. In Azië of Mexico kom je voor projecten vaak in contact met overheden of semi-overheden en het is zaak om je heel goed te laten informeren en adviseren over lokale issues. We zijn dus alert, want de reputatieschade die je oploopt bij malversaties weegt veel zwaarder door dan enige boete”, aldus Dejonckheere die onderlijnt dat hij geen bezwaar heeft tegen een transparantiewetgeving.

LIEVEN DESMET

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content